Af en toe moet je eens wat opruimen. Ik had de wedvluchtlijsten vanaf begin jaren ‘90 allemaal bewaard, maar wat moet je er eigenlijk mee. Al wat geweest is, komt toch niet meer terug en ik leef liever in het heden dan in het verleden.

Wel heb ik de jaren ‘90 nog eens doorgebladerd en ik zag dat sommige mensen die zichzelf nog steeds heel wat vinden, ook toen al niets presteerden. Tegenwoordig kan je op Compuclub een heel eind terug in de tijd om dingen na te pluizen. Maar zoals gezegd, je kan jezelf beter bezighouden met de toekomst.

Hier worden de kweekduiven volgende week voorzien van een paramyxo prik. Een week later gaan de bakken open, zodat er ruim voldoende tijd is om het gevecht met elkaar aan te gaan wie waar wil verblijven de rest van het kweekseizoen.

Half november gaan de lichten bij de kweekduiven aan om de duiven weer wakker te schudden, zodat ze weten dat het weer tijd wordt om in actie te komen.

Iedereen heeft zo zijn eigen kijk op goede duiven of hokken. Je kan met twee goede duiven bijvoorbeeld aangewezen kampioen worden op een bepaalde discipline. Wil je over een geheel jaar op alle disciplines bij de kampioenen staan, dan heb je meer dan twee goede duiven op je hok nodig.

Zo zijn er betrekkelijk weinig duiven die een geheel seizoen geen steken laten vallen. Vroeger kon je met een prijsvlieger die er altijd wel was kampioen worden, maar daar red je het nu niet meer mee. Tegenwoordig moeten de meeste prijzen 1:10 behaald zijn met meerdere malen 1:100.

Dit geldt ook voor het onaangewezen kampioenschap. Je moet dan elke week vroeg pakken met meerdere duiven, waar je bij het aangewezen kampioenschap alleen twee getekende hoeft te pakken en dat hoeft niet altijd vroeg te zijn.

Asduiven daarentegen moeten er wel elke week staan. De generale Asduiven hebben mijn voorkeur, want die moeten vanaf april tot half september presteren. Voor mij zijn dat de echt goede duiven.

Ik vind daarbij dat elk Asduif kampioenschap moet gaan over alle vluchten zonder aftrekvlucht, alleen dan krijg je duidelijkheid wat de beste duiven zijn.

Zo vind ik op eigen hok dat minimaal een derde deel van de gekorfde duiven 1:10 moet draaien en minimaal de helft 1:4, wil je enigszins redelijk gepakt hebben.

In de hokken van de vliegduiven is het momenteel niet fijn vertoeven. Elke ochtend wanneer ik de deur open, lijkt het wel alsof het gesneeuwd heeft met al die pluimen.

Bij de kweekduiven is alles in orde, zij hebben bijna allemaal hun nieuwe kostuum aan voor volgend jaar. Ze zitten ook weer in hun eigen hok dat voorzien is van een verse laag lavakorrel. In totaal 28 kweekkoppels en 32 vliegkoppels, al zal daar nog wel wat afvallen voor de vluchten beginnen.

Dit zijn er meer dan genoeg voor mij. In de jaren dat ik mijn bedrijf had, hield ik niet meer dan 60 duiven door in de winter. Ik moet wel zeggen dat ik toen minder oude duivenvluchten vloog en alleen voor eigen gebruik kweekte.

Alle sites staan weer vol met duiven te koop, zelf koop ik er weinig tot geen meer die ik niet van tevoren in mijn handen heb gehad. Oude duiven zou ik alleen kopen van een hok dat daadwerkelijk totaal verkoopt, ik kan namelijk slecht indenken dat iemand zijn allerbeste verkoopt en de tweede garnituur aanhoudt voor zichzelf. Maar goed, dat kan ook aan mijn gedachtegang liggen, natuurlijk.

Verder verloopt alles gemakkelijk. Ik zit tot maart in de eenmaal daags modus wat eten en drinken betreft en verder krijgen ze eenmaal per week een bad met enkele druppels chloor op een emmer badwater (iets wat ik overigens al 30 jaar doe). Tenslotte alles zoveel mogelijk open met die stof en pluimen.

De voeding is 12 maanden per jaar hetzelfde, mijn duiven weten niet anders. Ze komen hiermee eenvoudig de rui, kweek en ook zeker het vliegseizoen door op alle afstanden. Steeds meer hokken in binnen- en buitenland zien het voordeel hiervan in en zoeken het net als ik meer in goede duiven in plaats van randzaken en ÂŽwondermiddeltjesÂŽ.

Houd het zo simpel mogelijk voor jezelf en je zal zien dat je meer plezier uit de duivensport haalt, zo zal je het ook langer volhouden.

Het najaar staat bol van de prijsuitreikingen. Als je goed hebt gespeeld, kan je in oktober en november ieder weekend wel ergens op een podium klimmen, als je dat wil. Zelf kom ik bijna nergens. Ik geef er weinig om en mijn rug laat het lange zitten niet meer toe.

Ik heb geen social media, maar hoor natuurlijk wel eens wat voorbij komen van criticasters die altijd bezig zijn met het neersabelen van andermans prestaties. De meeste van hen (al dan niet allemaal) zouden eerst eens in de spiegel moeten kijken en zich afvragen wat ze de afgelopen jaren zelf hebben gepresteerd.

Maar goed, dan verschuilen ze zich toch weer achter de veelgebruikte fabeltjes zoals “ik zat aan de verkeerde kant van de wagen”, of “die en die moet eens bij ons komen spelen” of “hij of zij zit altijd gunstig met de wind”.

De prestaties van een ander onderuithalen is erg gemakkelijk. Ikzelf daarentegen heb respect voor ieders presteren, maar daar houd ik mij verder ook helemaal niet mee bezig. Ik focus me alleen op wat ik op eigen hok kan verbeteren. Ik ben namelijk van mening dat het altijd beter kan.

Sommige mensen zijn nu eenmaal niet wijzer, daar kwam ik ruim 20 jaar geleden al achter. Ik won de eerste zeven prijzen in de toenmalige ZNB van een zware Chartres. Een liefhebber uit een naburige vereniging zei toen: “als Peter bij ons speelde was hem dat niet gelukt”, terwijl zijn vereniging ook in de ZNB meespeelde. Hoe dom kan je zijn.

In de laatste 25 jaar is ons samenspel meermaals van naam veranderd. Er kwamen dorpen bij en er vielen dorpen af, maar in elke nieuw samenspel won ik minimaal 25% van de vluchten en had ik vaak de meeste kampioenschappen.

Brabant 2000 werd in 1999 opgericht, daarvoor was het de ZNB. In ‘99 had men nog bijna 5.000 leden en werd ik 1e hokkampioen met de jonge duiven. Nu 22 jaar later ook nog. In ’99 had ik de 2e Asduif Brabant 2000 met Iron Man. Hij werd vader van Super Vedetje en die werd weer moeder van de 1e en 3e nationaal OrlĂ©ans bij Ludo Claessens.

In de 22 opvolgende jaren moest het ook gewoon met goede duiven en een tomeloze inzet gebeuren. Wat dat betreft is er niets veranderd. Vroeger wilden ze je ook graag onderuithalen. “Hij zal wel doping gebruiken”. Ook na tal van negatieve controles, waaronder in ‘99 in de inkorfloods toen de duiven net waren ingekorfd voor Bourges (daarvan won ik trouwens de 5e NPO).

Het sloeg toen om naar “ze hebben vast zijn mest omgeruild” en weet ik het wat nog meer. Na nóg een controle was het: “Hij zal wel een maskeringsmiddel hebben”. Ook zaten mijn duiven áltijd aan de goede kant van de wagen en lag ik elke vlucht gunstig. Maar goed, zolang zulke mensen zichzelf daarmee geruststelden en niet op zoek gingen naar betere duiven, hoefde ik geen concurrentie van ze te ondervinden.

Kortom, ik heb alles al eens gehoord en over me heen gekregen. Meestal dus van liefhebbers die zelf amper blad konden raken en zeker niet de drive en inzet hadden die ik nog steeds heb. In de jaren ‘90 werkte ik er nog 90 uur per week naast in mijn bedrijf, maar dat weerhield mij er niet van om er het maximale uit te halen.

In oktober gaan hier geen duiven los, in alle andere maanden wel. Ik laat eerst de rui op gang komen en daarna gaan ze elke week een paar keer het luchtruim in.

Scheefvliegen treft vooral doffers die de hele winter vastzitten en in het voorjaar – als het nog koud is – de duiven te snel in gang willen trekken. Of na een roofvogelaanval. Een doffer klappert nogal eens in de lucht om te tonen hoe goed hij zich voelt. Duivinnen doen dat niet, vandaar dat zij er minder vaak last van hebben. Hier dus zo goed als nooit scheefvliegers, omdat ik ze geregeld loslaat in het stille seizoen.

Verder is alles betrekkelijk rustig op de hokken. De een lijkt eerst zijn staart te willen wisselen, de ander zijn pennen en weer een ander begint eerst aan zijn verenpak. De meeste verduisterde jongen staan nog op vier pennen, maar die zijn allen gewisseld voor het nieuwe jaar begint. Vooral nu in de rui is verse lucht belangrijk voor duif en liefhebber, dus zet ik alles zoveel mogelijk open.

Verder 5e Beste Liefhebber van Nederland WHZB. Ik heb teveel punten laten liggen op de mid- en dagfond bij de oude duiven. Samen met de familie Eijerkamp wel weer bij de vijf beste liefhebbers, alsmede 1e Asduif Jong WHZB en 4e nationaal hokkampioen jong. Eigenlijk mag je dan niet mopperen, natuurlijk.