Ik heb twee hobby’s (of passies, net hoe je het noemen wil) en dat zijn mijn duiven en de tuin. Niet zozeer om hele dagen over te praten, maar wel om hele dagen mee bezig te zijn.

De duiven zijn inmiddels gekoppeld en de kwekers en vliegers worden eenmaal daags van hun natje en droogje voorzien. Meer is op dit moment niet nodig en totaal overbodig.

Tijd over dus voor een grondige renovatie en verjonging van de tuin. Vroeger zou ik daar mijn hand niet voor omdraaien, maar ook ik word ouder, dus heb ik wat hulp ingeschakeld. Samen met een andere tuinliefhebber heb ik alles verplant en verjongd, om de boel fris en gezond te houden (ook in het kweekhok is zoiets wel eens hard nodig!).

Gisteren is een vrachtwagentje vol nieuw plantmateriaal geleverd door Jacko Maas van Maasplant, die over een groot deel in Europa actief is in de plantenhandel. Daarbij is Jacko ook nog eens actief in de duivensport, wat hem goed afgaat, voornamelijk op de zwaardere vluchten.

De basis moet uitstekend zijn

Mooi en gezond uitgangsmateriaal is waar het bij planten om gaat, maar dat geldt natuurlijk ook voor het kweken van postduiven. Ook daar moet je met perfect uitgangsmateriaal aan de gang, wil je kans van slagen hebben.

Als je duiven moet compenseren in de kweek, dan begin je al verkeerd. Dat is het teken dat één van de twee niet thuishoort op het kweekhok. Goed gebouwde duiven uit topduiven – het liefst met topprestaties – zoveel mogelijk aan elkaar verwant, zonder te zware inteelt (25% is toelaatbaar), daarmee kan je een stam opbouwen. Met een vreemdelingenlegioen ga je de oorlog niet winnen.

Het is een kunst om duiven te hebben die je niet in de steek laten, of het nu een 100 of 700 km vlucht betreft, wind mee of op kop. Daar draait het om. Daar moet je naar zoeken en op selecteren. Daarbij is de mand de scherprechter. Duiven die het niet kunnen, vallen vanzelf af en met degene die overschieten, kan je een hok opbouwen.

Het is daarbij wel de taak van de verzorger om ervoor te zorgen dat het de duiven aan niets ontbreekt. Voldoende vetten zijn essentieel, ook (of vooral) in deze tijd van het jaar. Met 80% Championsmix en 20% NPO-mix weet je zeker dat ze jaarrond de juiste verhouding vetten binnenkrijgen.

Je bent zelf verantwoordelijk als er in het voortraject fouten worden gemaakt, bijvoorbeeld door onjuist voeren. Zieke duiven, ongetrainde duiven of ondervoede duiven gaan het bij dit systeem niet redden. Helaas komt boontje dan vaak om zijn loontje.

Ik ben de lijst met nazaten van Super Rossi aan het bijwerken. Eind februari worden nog twee inteeltkinderen geveild via PIPA. Eigenlijk was ik dit niet van plan, maar op verzoek van een Nederlandse PIPA agent heb ik hem dit najaar op zijn dochter Super Daisy gezet, die onder andere een 1e NPO Argenton won dit jaar. Na deze veiling zal dit dus niet meer gebeuren.

Alleen al dit jaar won een dochter de 1e NPO Argenton en een kleinzoon de 1e NPO Gien + 2e in de sector. De 2e en 3e Olympiade duiven van Italië zijn kleinzonen van Super Rossi en ook Jan Timmermans prolongeerde weer de 1e Asduif Friese fondclub met een kleinkind van hem. De 3e Asduif van Maarten Huijsmans dit jaar is een achterkleinkind van Super Rossi.

olimpic-super-rossi

Inmiddels een aardige lijst dus. Ik zal me maar beperken tot de top 10 Provinciaal. De nazaten die een eerste prijs wonnen, zijn inmiddels niet meer te tellen. Dan heb ik het bijvoorbeeld over kleinkinderen die bij Maarten Huijsmans zitten die dit jaar meerdere 1e prijzen wonnen in het Rayon. Hetzelfde geldt voor kleinkinderen die bij Rene Roks zitten.

Ik denk niet dat er in Nederland veel liefhebbers zijn die dezelfde adelbrieven kunnen voorleggen van zo’n kweekduif, die in meerdere generaties vererft terwijl hij zelf nog leeft.

De kweek is in volle gang: op drie dagen verschil zitten 34 van de 36 koppels op eitjes, dat valt dus niet tegen.

Een vlotte leg is echter geen garantie voor succes. Ik heb het allemaal meegemaakt: dat duiven slecht op eieren kwamen, dat er verschillende eitjes onbevrucht waren, noem maar op. Ondanks dat, heb ik in dat soort jaren vaak toch een goed seizoen gedraaid met de jonge duiven.

Het jaar 2007-2008 staat me nog goed bij, de eerste keer dat ik mijn duiven thuis hield op nieuwe hokken. Ik had acht kweekkoppels samen gezet, een pak erwtenstro erin en klaar. Alle acht hadden op de tiende dag hun eerste ei gelegd en waren allemaal bevrucht. De eitjes kwamen uit en de dag dat ik ze wilde ringen, lag op drie na alles dood.

Uiteraard de duiven na laten kijken, maar men kon niets vinden. De opvolgende rondes waren gewoon weer normaal en de jongen kwamen super op. Nu denk ik jaren nadien dat het aan het stro lag. Het erwtenstro was toen niet vers en te vast geperst in het pak, wat vaak betekent dat ze met nat weer geperst zijn met schimmel als gevolg.

De drie jongen die het overleefden werden drie uitstekende duiven: Golden Cannonbal, Golden Bingo en Golden Baron. Zij wonnen alle drie meerdere 1e prijzen en vlogen teletekst. Jaren nadien gaven ze toppers, waaronder de 1e Nationaal Orléans tegen 58.000 duiven. Vandaar dus mijn betoog dat een mindere kweek niet altijd iets hoeft te zeggen.

Als je naar buiten kijkt, is het echt herfst. Een harde wind en nattigheid, eigenlijk geen weer om aan een nieuw kweekseizoen te denken. Toch ging het koppelen vanzelf, ook met de zomerjongen die weliswaar tegen oudere partners staan.

De eerste hebben gelegd op 5 december, de meeste op 8 december. Zo goed als alles zit dus op eitjes, op enkele zomerjonge duivinnen na. Over een dag of vijf verleg ik de eitjes van de voornaamste koppels, dan kan ik al wel zien of ze bevrucht zijn of niet.

Samen met Jan heb ik alle kwekers in een boekwerk gezet, zodat we alles van elkaar in de gaten kunnen houden en eventueel op afstand koppels om kunnen zetten. Het kweekhok daar bestaat uit dezelfde koppelingen als hier, dus we kunnen alles goed over en weer testen. De eerste rondes blijven dit jaar hier, daarna gaan ze naar Jan en komen er van Jan hierheen.

Ook dat houdt de duivensport leuk: samen dingen doen en alle dagen even overleg hebben, zonder dat er een financiële gedachtegang achter zit.

Bezoek Eijerkamp

Zaterdag ook nog leuk bezoek gehad van Evert-Jan Eijerkamp en zijn verzorgers Oliver en Joke, die een topseizoen achter de rug hebben. Ook Evert-Jan gaat onze Championsmix en NPO-mix testen op een afdeling, dus ik ben benieuwd naar de verschillen volgend jaar. Jan was ook over uit Friesland, dus we hebben een gezellige middag gehad.

Kerstmis staat weer voor de deur en de kerstboom inmiddels weer in huis. De dagen vliegen voorbij. Waar het vroeger niet snel genoeg kon gaan om volwassen te worden, zou de teller nu best wat terug mogen lopen of in ieder geval iets langzamer.

Gisteren bezoek gehad van een PIPA agent en samen de tien late jongen bekeken die eind februari geveild zullen worden. We waren het er over eens dat de klasse ervan afdruipt, en inderdaad: er zitten plaatjes tussen.

Ik heb ervoor gekozen om er maar tien te verkopen, maar dan wel van de beste waar ik niet snel iets van weg doe. We zullen zien hoe het zal gaan. Oude topduiven zijn hier niet meer te koop, wat dat betreft volg ik het voorbeeld van Bas Verkerk: het moet met goede duiven gebeuren.

Toppers op de kweek

Dit jaar gaat bijna de gehele lichting van 2017 naar de kweek. Een aderlating op het vlieghok, maar ik hoop dat in het jonge duivenseizoen dubbel en dwars goed te maken. Wat dat betreft ben ik altijd zuinig geweest op duiven die meerdere topprestaties geleverd hebben. Ik ben daar vooralsnog nooit slechter van geworden.

De absolute top van Jan gaat ook naar de kweek: Avatar (1e NPO), Mister Gold (3e NPO + vader van twee teletekstvliegers) en nu dus ook Warior (2e Nationaal Asduif + teletekstvlieger). Deze drie zijn hier gekweekt.

Bij Jan zitten inmiddels meerdere toppers op de kweek, waaronder tien kinderen van Super Rossi en enkele uitstekend kwekende kinderen van Wariors Boy. Die Wariors Boy was een super op het vlieghok. Hij won zelf twee keer teletekst en is inmiddels vader van meerdere teletekstvliegers, waaronder dit jaar nog een bij Jan.

Referentie Irak

Ik ontving nog een leuk mailtje uit Irak van een liefhebber die vorig jaar een zomerjong op PIPA kocht uit Golden Cannonball:

Dear Sir,

I am Ammar Adel, pigeon fancier from Iraq.

In your last auction at PIPA I was the owner of your pigeon NL17-3748933.

I breed him with my pigeons 261-16.

She is 1st and 3rd and 7th more than 1000 pigeons and sister of 271, he is best pigeon ever race in national race in Iraq, 7th 17.420p, 32nd 18.738p and 2,4,8… etc.

I have 4 youngest from them and am so happy with them and I really see good future pigeons.

I want to thank you for the quality pigeons and hope to inform you with good news from them. 

Best Regards,

Ammar Adel

Zulke dingen maken de duivensport ook weer leuk. De volgende keer zal ik enkele referenties laten zien uit nakomelingen van Super Rossi.