22 jun Standvastigheid
Afgelopen week ontving ik verschillende mails van liefhebbers waarvan de duiven niet trainden of te laat zaten. Hoe mijn eigen duiven trainen interesseert me niet zo, meestal zie ik het niet eens omdat ik mijn andere duiven aan het verzorgen ben. Mijn doffers trainen eenmaal daags niet verplicht. De duivinnen trainen eenmaal daags met de vlag, maar als die los zijn ben ik altijd aan het eten.
In de duivensport moet je je aan één systeem houden dat het beste bij je past. Niet vandaag dit voer en morgen weer dat. Dan dit in de drinkpot, dan weer dat. Wie met alle winden meewaait of alle reportages serieus neemt, komt er namelijk nooit. Ga op controle bij een duivenarts, blijf er vanaf als ze gezond zijn en heb geduld. Niet alle duiven presteren vanaf de eerste vlucht top.
Daarnaast moet je de kwaliteiten van je duiven kennen. Niet alle duiven zijn winnaars of kopvliegers, het gros vliegt maar gewoon mee. Ik durf nu al te zeggen dat van de 50 duiven waar ik mee gestart ben, 30 duiven in mijn ogen niets waard zullen zijn. Maar welke? Daar kom ik de komende weken snel genoeg achter.
Sommige liefhebbers kan je alles tien keer uitleggen, uiteindelijk gaan ze toch weer op oude voet verder en komen ze weer geen steek verder. Aan die mensen besteed ik geen energie meer. Of ze willen gewoon niet geholpen worden of ze weten het toch zelf beter.
Nu al liggen er liefhebbers wakker over de hoge temperaturen deze week en dat ze op donderdag in moeten manden. Diezelfde liefhebbers zeurden ook over de sprong van 100 km afgelopen week. Iemand die zijn duiven voldoende aandacht geeft maalt daar niet om en speelt gewoon. Duiven kunnen meer aan dan we denken, mits ze goed worden begeleid.
Er is niet één atleet die presteert op water en droog brood. De juiste voeding met een hoog vetgehalte en de juiste supplementen zijn nodig als je elke week vluchten tussen de 400 en 600 km wil spelen. Maar ook daarbij geldt: ze kunnen het of ze kunnen het niet.
Hecht geen waarde aan schrijvers die zogenaamd niets meer dan water en kippenvoer geven. Het gros daarvan is bezig een ander op een dwaalspoor te zetten. Ik heb snel door of iemand oprecht is of niet, ongeacht of het wel of geen groot kampioen is. Veranderen van systeem doe ik zelden of nooit. Ik test wel eens wat uit, maar meestal zonder succes.