Met dit weer lijkt de winterkweek meer op herfstkweek, het is een natte bende. Het rare is dat de pas gespeende jongen er toch voor kiezen om de gehele dag in de spoetnik in de regen te zitten. Ook de oude duiven zitten hele dagen in de spoetnik in de regen als ze niet op hun nest zitten. Duiven kunnen hier dus beter tegen dan ons.

Zodra het open weer wordt gaat de spoetnik open en kunnen de jongen het dak op. Eten doen ze goed. Ik leer ze meteen aan dat ze alles moeten opeten. De oude duiven worden ook pas bijgevoerd als alles op is. Het voer is duur genoeg, dus morsen sta ik niet toe.

Deze week ben ik met een goede vriend bij snelheidsvirtuoos Herman Bevers in Sint-Job-in-’t-Goor geweest. Herman is een brave, zoals ze dat in België zeggen. Hij doet me denken aan wijlen Dirk van Dyck.

We hebben de kinderen van zijn 1e nationaal Asduif Zeb bekeken. Eén van de dochters van Zeb zal dit voorjaar worden benut voor samenkweek. Ook met Davy Tournelle wordt er wat samengekweekt, uiteraard met gesloten beurs. Hopelijk kunnen we zo de hokken nog wat sterker maken.

Vandaag kwam men nog langs voor een reportage voor Het Spoor der Kampioenen en de top 100 beste liefhebbers. Dit zijn van die typische winteraangelegenheden. Nog twee prijsuitreikingen en dan zit ook dat ‘seizoen’ er weer op. Zelf heb ik mijn vizier alweer een tijdje op het aankomende vliegseizoen.

Hier zijn de eerste 40 jongen gespeend en die worden gewoon in het hok op de voerplaat gezet. Die voerplaat bestaat uit een oude verwarmingsplaat die ik 35 jaar geleden in St. Willebrord heb gekocht. De stekker ging er destijds in en is er nooit meer uit gegaan.

Als je je hand op de plaat legt, voel je dat hij een beetje warm is. De jongen zet ik daar zonder broedschotel op, alleen met een drinkgoot en een bakje voer met wat Origanum Red en Champions Mineralenmix erover. Het voer vul ik pas bij wanneer het helemaal op is.

Op de vloer ligt een dun laagje schelpenzand van nog geen millimeter dik, wat ik dagelijks ververs. Geen stro, hennepvezel of wat dan ook, dus. Ze zitten hier in no time in de bakken. Anders zouden ze maar op de vloer in dat stro of vezel blijven liggen.

Voor wie nog hokversterking zoekt; voor de Grootmeesters competitie heb ik een zomerjong 2025 van de kwekers geschonken. Met deze competitie zelf heb ik overigens niets. Ze mogen hem van mij afschaffen met al die schaduwkampioenen.

Mensen geven steeds minder duiven mee, het liefst maar een stuk of tien, anders komt men niet bij de Grootmeesters en de daaraan gekoppelde kampioenschappen. Dit is slecht voor de sport, want minder duiven in concours. Maar goed, dat is slechts mijn mening. Ik heb de bon geschonken omdat Lex mij dit vroeg.

Enkele jaren terug had ik een witte duif op het hok van een bekende liefhebber uit Belgisch Limburg. De man kweekte regelmatig van die sierlijk witte duiven, dit zat in zijn soort.

Die witte viel goed op in mijn duivenbestand, dat enkel uit kras en blauw bestaat met een enkele witpen of bonte. De witte viel ook op wanneer hij van de vlucht arriveerde, want als hij thuiskwam wist ik dat ik met de klok weg kon gaan.

Hij arriveerde steevast net na de prijzen. Het was een mooie duif om te zien, maar blijkbaar niet zo slim. Vandaar dat ik geen enkele waarde hecht aan het keuren van een duif. Als alle mooie duiven goede waren, was het allemaal niet zo moeilijk.

Ik laat het keuren liever aan de mand over, al ben ik bij de jonge duiven wel wat milder geworden door de gemakkelijke vluchten van de laatste jaren. Als jaarling daarentegen beslist de mand wie mag blijven.

De selectie hier is hard. Van de 64 waarmee ik in 2024 begon bleven er 14 over toen het seizoen voorbij was. Een deel werd verspeeld, de rest werd verwijderd. Mensen die zeggen verstand te hebben van duiven neem ik dus niet al te serieus.

Zo was hier eens iemand uit Afdeling 10, die al jaren super speelde. Ook hij dacht de beste aan te kunnen wijzen. Hij wees hier een hele mooie aan, maar die wist geen enkele prijs te winnen.

Je ziet vaker dat mindere spelers over hele mooie duiven beschikken, die zijn immers op uiterlijk geselecteerd. Zo ken ik ook liefhebbers die hun hokken nu vol hebben met grijze. Puur voor de verkoop, niet om mee te vliegen. Op het internet blinken ze namelijk uit, maar op het vlieghok niet.

Zoals zo vaak gezegd staan de hokken hier altijd open en waait de wind er gewoon doorheen. Je blijft hier echt niet lang voor je plezier in de hokken staan, maar mijn duiven kunnen er prima tegen. Ze zijn hier tenslotte op geselecteerd en weten niet anders.

Duivinnen zitten hier los op het hok, maar aanparen doen zij nooit. Ook hier heb ik op geselecteerd. Moddervette duiven tref je hier ook niet, terwijl er altijd voer te vinden is. Ook dat heeft te maken met selectie.

Op bouw daarentegen selecteer ik niet, tenzij het een echte voddebaal is of de duif zó ver openstaat dat ze moet leggen. Toch zijn al mijn duiven van gelijke grootte, waartoe de mandselectie dus heeft geleid. De kleintjes en de hele grote vallen tijdens de vluchten schijnbaar als eerste door de mand.

Na enkele rustige maanden wordt het langzaamaan drukker op het duivenhok.

Hier zijn de eerste jongen inmiddels gespeend en de eitjes van de belangrijkste kweekduiven zijn onder de vliegduiven gegaan. De kwekers gaan nu enkele dagen uiteen en worden daarna aan een andere partner gekoppeld, wat ook weer wat tijd vergt.

De jongen gaan binnenkort naar buiten. De eerste weken blijf ik dan graag in de buurt. De vliegers gaan pas naar buiten wanneer hun jongen gespeend zijn. Als ik dat eerder doe, vrees ik dat enkele ten prooi zullen vallen aan de roofvogel.

Ik ben blij dat de mist weg is. Zoals gezegd staan mijn hokken altijd open en mist maakt ze erg vochtig. Als er straks jongen bij de vliegers liggen is de hokbezetting verdubbeld, wat alles nog vochtiger maakt. Daarom hoop ik op licht vriezend weer met een zonnetje erbij, dan zijn de hokken in no time droog.

Maar goed, goede hokken in de winter zijn slechte hokken in de zomer. Duiven kunnen beter tegen kou en vocht dan wij mensen. Hoe koud het ook is, ze duiken gewoon in een bad, al ligt er een ijslaag op.

Dit jaar heb ik eigenlijk teveel bonnen geschonken, wel meer dan tien. De eerste kopers beginnen al te bellen, wat ik niet echt begrijp, want bij elke bon stond ‘april in overleg’. Dat de telefonische vragers om een bon daar hun eigen draai aan hebben gegeven, kan ik niet helpen.

Voor de ongeduldige kopers is er de keuze uit twee koppels eitjes van de vliegduiven rond eind februari. Daarvoor alsjeblieft half februari per e-mail contact opnemen. Of voor wie ze van de kweekduiven wil, dan geldt één koppel eitjes rond april. Daarvoor alsjeblieft begin maart per e-mail contact opnemen.

Eind juni gaan alle kweekduiven uiteen, daarna is er dus niets meer beschikbaar. Ik hou vanaf dit jaar minder kweekduiven, daarom is het een beetje schipperen met wat beschikbaar komt.

De eerste jongen komen dit weekend op eigen benen te staan. Een e-mailer wilde weten of ik nog iets in het water doe. Elektrolyten bijvoorbeeld, tegen spuiters in de nest. Nee, dus. Door de dagelijkse toevoeging van Origanum Red en tweemaal per week Prestavit, ken ik geen spuiters.

In het water gaat bij alle duiven om de dag Naturaline. Ik verander nooit van voeding of bijproducten, daarom raken de darmen van mijn duiven niet verstoord. Mocht ik het allemaal niet meer kunnen betalen, dan zou ik eerder de duiven harder selecteren en er minder gaan houden dan dat ik concessies doe in voeding of bijproducten.

Onze duiven moeten immers 12 maanden per jaar topprestaties leveren. Is het niet in het kweek- of vliegseizoen, dan is het wel tijdens de rui. Vandaar dat alles wat ze hier nodig hebben van topkwaliteit is. Daarbij volop zuurstof, ook 12 maanden per jaar! Wie het daar niet mee redt, kan vertrekken.

Op de website van GPS-Auctions staat nog een bon van Jan Timmermans bij P.V. de Griffioen. Jan heeft dezelfde soort duiven als mij, maar deze bon zal misschien wat betaalbaarder zijn.