De resterende jonge duiven beginnen stevig te ruien. Na de rui volgt de eindselectie. De jongen hebben voor mijn gevoel geen echte kans gehad om zich te ontplooien, het was dit jaar regelmatig slecht weer en/of de wind vanachter.

Dit jaar hanteer ik dus de Verkerk manier van selecteren, oftewel alles wat er nog zit jaarling laten worden en de oude duiven van het vlieghok af.

De zomerjongen voor PIPA zijn klaar met de rui en daar zitten werkelijk schilderijen tussen. Met name de zoon van Olympic Dragon is een prachtduif geworden. Deze duiven werden vandaag opgehaald voor quarantaine.

Op de hokken vindt nog wat sloopwerk plaats. Alle oude bakken gaan eruit en mestbanden erin. Het kost me met mijn rug steeds meer moeite om alles elke dag te schrapen, daarom ga ik het mezelf wat makkelijker maken. De kweekhokken gaan naar een nog jeugdige liefhebber in Zeeland, daar heb ik dus ook minder werk aan.

Aan de duiven zelf is weinig werk nu, ze krijgen eenmaal daags eten. Op dat voer zit elke dag Origanum Red, daarvan worden ze zijdezacht en het bevordert hun darmflora. Ik geef ze ook tweemaal per week Prestavit voor de nodige eiwitten en vitaminen tijdens de rui.

Het drinkwater krijgen ze in drinkpotten van 5l en daar doen ze twee dagen mee. Dit houdt in twee dagen Sedochol en dan weer twee dagen Naturaline. Ook hier geldt: gemak dient de mens.

Hier dus geen gerst, karig voeren of enkel schoon water. Ja, ook dan zal een duif ruien, dit is tenslotte een natuurlijk proces, maar hoe ze vervolgens inpluimen is een wereld van verschil.

Ik lees overal “tijdens de rui hebben ze niets nodig”, maar geloof mij maar dat ze bij de toppers als Bas Verkerk en consorten nu niets tekortkomen. Duiven hebben wel degelijk behoefte aan goed en genoeg voer, inclusief de nodige bijproducten. Zo kan bijvoorbeeld wat biergist ook geen kwaad nu, of zelfs soepgroenten of wat oud brood. Ook boerenkool verorberen ze graag, met kluit en al zelfs.

Niet iedereen laat het achterste van zijn tong zien, vandaar dat ik bij mijn vele hokbezoeken her en der eerder de ogen de kost gaf dan de oren. Zo las ik ook heel wat reportages over liefhebbers die “nooit wat aan tricho deden”, maar wel om mijn advies vroegen waar ze een goede tricho kuur konden halen. Wat heeft het voor nut om mensen op een dwaalspoor te zetten?

De moderne duivensport kan niet zonder goed eten en de juiste supplementen om top te presteren, vooral als je de duiven elke week speelt op alles tussen de 100 en 700 km. Hier hebben de goede duiven elke vlucht afgehaspeld die op het vliegprogramma stond, inclusief nalijn. Die hebben dus heel wat kilometers afgelegd.

Verenigingen waar de manden mand voor mand worden volgemaakt bij het inkorven, hebben een lagere infectiedruk dan verenigingen die ze over meerdere manden verdelen. Je komt simpelweg bij veel verschillende liefhebbers in de mand terecht en niet iedereen neemt het even nauw met de gezondheid van hun duiven.

Zo zaten wij met de jonge duiven en de nalijn in hetzelfde weekend op dezelfde losplaats. Onze verduisterde jongen die op het jonge duivenspel werden gespeeld, zaten tussen de oude duivinnen en niet verduisterde jongen die op de nalijn werden gespeeld. Ik vind zoiets jammer, want ruiende duiven zijn niet even fris als verduisterde jongen en oude duivinnen die jongen azen hebben vaak last van lichte tricho. Dat laatste kan elke dierenarts bevestigen.

De fout ligt natuurlijk bij de afdeling. Het is kostenbesparend om zowel met de jongen als de nalijn naar dezelfde losplaats te rijden, dat snap ik wel, maar toch hoop ik dat ze hier vanaf gaan zien. We zijn tenslotte serieus met duivensport bezig.

Vandaar mijn pleidooi dat niemand volledig zonder medicatie kan, of je moet alleen je eigen duiven in de mand hebben zitten. Zelfs dan is het lastig om in een jaar als dit je duiven vrij te houden van luchtwegproblemen of tricho, doordat ze vaak 3 dagen in de mand zaten.

De bonnentijd is aangebroken. Zelf schenk ik maximaal 5 bonnen per jaar en daar zit ik al aan. Mij bellen of mailen is dus niet meer nodig.

Ik wil de mensen goed kunnen bedienen. Als ik een koppel eitjes van de vliegers schenk, zijn dat vaak twee koppels. Van de kwekers geef ik maar één koppel eitjes mee, maar alleen als ik kan zien dat ze bevrucht zijn.

Van de vliegers is dat vaak vanaf half januari en van de kwekers na april.

Ik wil minder duiven gaan kweken en ook met minder duiven gaan spelen. Kwalitatief probeer ik natuurlijk wel steeds betere te kweken.

Zo staat er een bon van mij op RCC Roosendaal t.b.v. Rolstoelbus Ylana. Er zijn meerdere bonnen geschonken door topliefhebbers uit binnen- en buitenland voor dit goede doel. Doe er uw ding mee, zou ik zeggen.

De zon scheen, dus heb ik de hogedrukreiniger maar eens door de oude duivenhokken gehaald. Zij vertoeven tijdelijk in het jonge duivenhok. De komende weken krijgen ze hun paratyfusenting en keren ze terug naar hun schoongespoten verblijf.

Daarna spuit ik de jonge duivenhokken schoon. Het is even een bende, maar met een dag mooi weer droogt alles snel op. Je staat ervan te kijken hoeveel stof je wegspuit, vandaar dat ik dit eens per twee jaar doe.

De duiven ruien verder goed. De kweekduiven zijn al bijna klaar, op enkele na waarvan wat langer is gekweekt.

Afgelopen zaterdag ben ik samen met een goede kennis op bezoek geweest bij Bas Verkerk. Zoals altijd zag het er daar spic en span uit. De overnachtsensatie van de laatste twee jaar – Sil van Vliet – was de laatste dingen aan het reinigen.

Wat die jeugdige Sil al gewonnen heeft, krijgen de meeste in hun hele duivencarrière niet voor elkaar. Sil geeft ook de Embregts-Theunis mengeling, wat natuurlijk weer mooie reclame is voor ons.

Bij Bas werden nog enkele jongen voor mijn Chinese vriend uitgezocht. Deze komen uit zijn allerbeste en staan mij ook geweldig aan. Ik mag hier een jaar van kweken voordat ze naar China gaan. Tot op heden kweek ik daar haast ieder jaar enkele goede duiven uit.

Zo zag ik nog een prachtjong zitten en vroeg ik aan Bas of die te koop was. Dit bleek een jong van mezelf te zijn die Bas hier in het voorjaar had uitgezocht uit National Torres x Olympic Dragon. Ook dat kan gebeuren, haha. Ik verwacht dat hij hier heel goed mee gaat zijn.

De Verkerk duiven kruisen goed op mijn eigen duiven. En ja, waar in Nederland haal je betere? Een kweekhok vol nationale Asduiven en winnaars aldaar. Jongen uit nationale/NPO-winnaars of nationale Asduiven zijn ook de enige waarin ik geïnteresseerd ben, de rest heb ik namelijk zelf ook zitten.

Ik wil alleen nog voor het allerbeste gaan en steeds meer streven naar kwaliteit in plaats van kwantiteit. De topduiven hier zijn niet te koop, daar heb ik teveel plezier aan beleefd. Daarnaast komen daar vaak ook weer goede uit voort.

Recent werd wel het kweekhok verjongd. De oudere duiven zijn naar mijn Chinese vriend gegaan, zodat hij daar nog wat uit kan kweken. Ik weet dat hij er goed voor zorgt en dat ze daar alle ruimte hebben in grote volières. Zelf hou ik er geen seniorenafdeling op na, daar heb ik simpelweg geen plaats voor.

Dit jaar had ik ook drie hele goede jongen uit de samenkweek met Eijerkamp (Olympic Jozef x Dragon Girl). Ook hier dus het allerbeste tegen het allerbeste. Het eerste jaar had hij nodig om te acclimatiseren, maar nu belooft het een goede kweker te worden. Niet geheel toevallig komt Olympic Jozef ook uit een Verkerk duif, namelijk een zoon van Olympic Solange.

De goede komen doorgaans uit goede. Zo denk ik dat je een topvlieger beter aan een zomerjong uit een topvlieger kunt koppelen dan topduif x topduif. Dit geeft vaak meer succes, is mijn ervaring. Ik heb meermaals topkoppelingen gehad met twee onbevlogen duiven uit de allerbeste tegen elkaar.

Al bij al geeft zeker niet alles succes en is het ieder jaar weer opbouwen geblazen in zowel het vlieg- als kweekhok.

Een weekje aan de Spaanse zon doet een mens goed. Het was alweer 7 jaar geleden dat ik op vakantie was.

Bij de duiven is er verder niets te zien of te doen. In oktober raken ze de meeste veren kwijt, vaak is het dan één grote bende.

Zo stuurde Falco me nog een stukje tekst door uit 1967. Misschien kunnen onze beleidsmensen dat nog eens doorlezen, voordat ze een ton verkwanselen aan een nutteloos onderzoek.

De conclusie is dat er 57 jaar geleden ook al verliezen waren. Zodanig dat dit artikel werd geschreven:

In Op (de) Hoogte las ik het stukje over de verliezen van jonge duiven. Men is zelfs bereid hier een wetenschappelijk onderzoek op los te laten, dat wij liefhebbers mogen betalen. Voor de losplaatsen oké, maar kunnen we die verliezen niet zelf verklaren?

Begin bijvoorbeeld bij het vervoer en stel jezelf de vraag: welke afdelingen hebben de meeste verliezen en hoe ziet hun wagenpark eruit ten opzichte van de afdelingen met de minste verliezen?

Verder, wanneer zijn de liefhebbers met de meeste verliezen begonnen met opleren? Zijn zij vlak daarvoor met zes duifjes bij de dierenarts geweest om te controleren of ze wel gezond genoeg zijn om op te leren? Heeft men in de 3 weken daarvoor adeno gehad?

Kweekt men uit alle aanwezige duiven of verlegt men alleen de eitjes van de betere onder de koppels die nog niets hebben bewezen? Het is namelijk een kettingreactie; men verliest er veel en kweekt er het jaar erop nóg meer, maar dit moet dan uit alle overblijvers gebeuren om het hok vol te krijgen.

Dan is er nog de groep liefhebbers die het elk jaar presteert om tot het allerlaatste moment te wachten met opleren. “Het zal wel loslopen”, denken ze dan (ten onrechte).

Tenslotte het voornaamste, namelijk het IWB dat ons van lossingsadvies voorziet. Zij zaten zeker niet altijd juist, met soms verliezen als gevolg. Men had dit jaar meermaals problemen met diverse afdelingen die vroeg wilden lossen, maar dit niet mochten. Alles moest zowat gelijktijdig worden gelost met als gevolg voor de ene afdeling te vroeg en voor de andere te laat los. Ging het fout, dan wees men de ander als schuldige aan.

Vroeg los geeft minder problemen dan tegen de middag los, dat is al zo vaak bewezen. Hetzelfde geldt voor het feit dat jonge duiven in hun geboortejaar minstens 10 à 12 vluchten van 100 tot 500 km nodig hebben. Men verliest die aan het begin van hun opleiding, dat heb ik dit jaar aan den lijve ondervonden. Onze jongen mochten vorig jaar niet verder dan 350 km en dat hebben mijn jaarlingen geweten. Heel wat verliezen daar wegens onvoldoende ervaring.

Natuurlijk verspeelt een vitesse speler niet zoveel duiven als een allround speler. Dat is logisch, want die maken die kilometers niet. De overnachtspelers praten nooit over verliezen, terwijl die er daar ook massaal zijn. Zij calculeren die gewoon in.

Ervaring en hardheid in het geboortejaar is de sleutel tot succes. We laten onze kinderen toch ook niet de basisschool overslaan en meteen op het voortgezet onderwijs starten? Met duiven hoort dat niet anders te gaan.

Natuurlijk komen er ook steeds meer draden in de lucht te hangen met bijbehorende stralingen. En wat dacht men van de windmolens, daar liggen stapels gevogelte onder.

Ook Bas Verkerk gaf aan dit jaar veel duiven terug te krijgen met alle broekpennen en halve staarten eruit. Overduidelijk roofvogelaanvallen. Uiteraard bleven ook bij hem veel goede duiven weg, wat geldt voor alle goede spelers.

Zijn die allemaal opgepeuzeld? Nee, dat is een fabel. Met de huidige technologie ziet iedereen snel van wie een duif is en wat hij of zij heeft gepresteerd. Vandaar dat ik pleit voor hokcontroles in plaats van dopingcontroles. Met laatstgenoemde is de afgelopen 10 jaar niemand tegen de lamp gelopen, met fraudegevallen wel.

Over de aantallen duiven waarmee men tegenwoordig speelt, hoor je trouwens niemand. Dit brengt tenslotte geld in het laatje. Misschien kan men daar ook een onderzoekspotje voor reserveren, want wat vinden de liefhebbers in ons kikkerlandje hier nu eigenlijk van?

We zagen vorige week in België de gebr. Vandenheede Châteauroux oprollen met 270 jongen in de korf. Stefaan Lambregts speelde onlangs met 250 jongen op Quiévrain. Hier waren in totaal 510 duiven ingezet, waarvan 50% dus van Stefaan. Hoe lang kan dit doorgaan voordat de kleinere liefhebber, oftewel 95% van de duivensport, er de brui aan geeft?

Met drie coördinaten op één erf kan één melker met 450 oude en 750 jonge duiven spelen. Er zijn genoeg liefhebbers met een team hokverzorgers die hier hun hand niet voor omdraaien. Hun valt natuurlijk niets kwalijk te nemen, ze houden zich tenslotte netjes aan de regels. Maar wie die regels verzonnen heeft???