Geplaatst op 11:09h
in
Blog
In deze tijd krijg ik geregeld vragen over het kweekseizoen. Het enige wat ik kan doen is hier vertellen hoe ik het aanpak. Wat een ieder daarmee doet is aan hem of haar zelf.
Vier weken voor het koppelen worden mijn kweekduiven ingeënt tegen paramyxo. Twee weken voor het koppelen gaan dagelijks de lichten aan van 7u tot 19u en gaan de bakken van de kweekduiven open. Zo kunnen ze er een uitzoeken. Wie er geen gevonden heeft, krijgt er tijdens het koppelen een toegewezen.
De met kranten ingepakte broedschotel gaat drie dagen voor het koppelen de bakken in. Op de dag van koppelen zet ik rond 16u op gevoel de koppels bijeen. Zodra alles bij elkaar zit gaat het licht uit en is het inmiddels bijna donker buiten. Het licht blijft dan drie dagen uit, zodat de duiven niet te fel zijn.
In de drie dagen dat het licht uit is laat ik om beurten een koppel los voor een uur. Op de tweede dag twee koppels tegelijk en op de derde dag meerdere koppels tegelijk. Op de vierde dag – wanneer het licht weer twaalf uur per dag aangaat – zit alles los.
Natuurlijk heb ook ik wel eens een koppige duivin die terug wil in haar bak van vorig jaar. Die sluit ik dan gewoon wat langer op totdat de nieuwe bewoner genoeg zelfvertrouwen heeft om haar eruit te jagen.
Kapot gepikte duivinnen heb ik nooit. Vaak zijn dat duiven waarbij de rui nog niet voltooid is en die er dus nog niet klaar voor zijn. Kapot gevochten eitjes komen hier ook wel eens voor, maar daar blijft het wel bij.
Verder gaat hier nu elke dag onze Origanum Red en Champions Mineralenmix over het voer, zodat ze alles binnenkrijgen wat ze nodig hebben.
De eerste duivinnen begonnen acht dagen na de koppeling te leggen en de laatste duivin na dertien dagen. Van de 28 koppels hadden twee zomerjong doffers niet bevrucht en was bij het Millennium koppel één ei onbevrucht.
Wijzigingen ten opzichte van vroeger
Voorkoppelen doe ik niet meer. Hetzelfde geldt voor het verleggen van eitjes, dat deed ik vroeger zelfs tot 6x van de topkoppels waarna ik uiteindelijk twee à drie bruikbare duiven overhield. Nu brengen ze zelf drie rondes achter elkaar op en kweek ik alsnog twee à drie bruikbare jongen van de topkoppels.
Ook ben ik gestopt met omkoppelen. Als beide ouderparen over voldoende kwaliteit beschikken, hoef je dat niet te doen. Ik kweek uit alle 28 koppels. Het ene jaar geeft het ene koppel betere jongen dan het andere, maar ik heb in ieder koppel evenveel vertrouwen, anders zouden ze er niet zitten.
Kweken uit vliegduiven
Uit de beste vliegduiven ga ik ook jongen aanhouden. Ik heb namelijk gemerkt dat de beste vliegduiven later vaak ook de beste kweekduiven worden. Bij de vliegduiven hanteer ik dezelfde koppel- en belichtingsmethode als bij de kweekduiven, dus zoals hierboven beschreven.
De vliegduiven die tussen eind januari en half februari bijeen worden gezet, brengen één koppel jongen groot. Ze broeden aansluitend tien dagen waarna ze op weduwschap gaan en tot 15 mei worden verduisterd.
Dat tien dagen broeden doe ik om ze zolang mogelijk gekoppeld te houden. Hier heb ik nooit last van duivinnen die aanparen, zij zitten gewoon los op het hok zonder elastieken rollen of wat voor onzin dan ook op de bodem.
Kortom, zo doe ik het dus (al jaren). Ik verdiep me niet meer in hoe anderen het doen, want dit is voor mij na al die jaren de meest succesvolle manier gebleken. Bovendien moet iedereen hier zijn eigen weg in zien te vinden.