Ik krijg regelmatig de vraag hoe te voeren. Verschillende mensen raken in de war met de grammen. Let wel, ik ben altijd een ruime voerder geweest. Naargelang het seizoen vordert, wordt het voer alsmaar vetter gemaakt middels de NPO-mix.

Ik gebruik een leeg stenen pikpotje als maatschep om mijn voer aan te maken. Ik gooi 4 pikpotjes Championsmix + 1 pikpot NPO-mix + 1 pikpot Champions Mineralenmix in een emmer. Vervolgens doe ik daar een volle eetlepel Origanum Red overheen + tweemaal per week een vol maatschepje Prestavit.

Van dit mengsel geef ik een geslonken Prestavit maatschepje per duif in de ochtend +  een vol Prestavit maatschepje in de avond. Natuurlijk blijft er hier en daar een korrel voer over, maar dat ruim ik dan wel weer op.

Deze dosering blijft hetzelfde, maar naarmate de vluchten zwaarder worden geef ik bijvoorbeeld 3 pikpotten Championsmix + 2 pikpotten NPO-mix, zodat het geheel wat vetter wordt.

Bij mensen heeft de een ook meer eten nodig dan de ander, bij duiven is dat niet anders. Je ziet dat wanneer je ze afzonderlijk in de nestbak voert; de één heeft alles op en de ander laat de helft liggen. Vandaar dat voeren in een voerbak op de grond gemakkelijker is. Wie te kort heeft kan de restjes opeten van degene die genoeg hebben.

Referenties

De jonge duiven die ik na het seizoen zelf niet kan plaatsen, maar die me wel aanstaan, gaan elk jaar naar andere liefhebbers. Hier zijn al heel wat successen uit voortgekomen, tot NPO-winnaars aan toe.

Al mijn jongen komen uit de kweekduiven. Er zijn erbij die als jong wat minder presteren, maar als jaarling super. Ik kan niet alles houden, vandaar dat ik keuzes moet maken.

Marokko

Eén van die jongen ging naar Marokko, waar hij zich ontpopte tot een geweldige kweker.

De NL20-2002165 (uit zoon Millennium koppel x dochter Super Rossi) won hier als jong:

  • 2e Sens 1.376 d.
  • 16e NPO Sens 12.400 d.
  • 40e Quiévrain 2.500 d.
  • 82e Quiévrain 8.248 d.

 

Daarna verhuisde hij dus naar Marokko. Kinderen van hem wonnen dit jaar:

MA 23-122284 M

  • 1e tegen 1.600 d. 277 km ALC
  • 1e tegen 19.371 d. 277 km FCGC
  • 1e tegen 2.190 d. 283 km ALC
  • 6e tegen 24.547 d. 283 km FCGC
  • 5e tegen 3.400 d. 157 km ALC
  • 20e tegen 2.517 d. 205 km ALC
  • 28e tegen 1.889 d. 241 km ALC

 

MA 23-122246 M

  • 2e Asduif Vitesse 2024 Club ALC 10% (4/6)
  • 15e tegen 3.270 d. 126 km ALC
  • 6e tegen 3.400 d. 157 km ALC
  • 64e tegen 2.159 d. 232 km ALC
  • 30e tegen 1.889 d. 241 km ALC
  • 6e tegen 2.190 d. 283 km ALC
  • 21e tegen 24.547 d. 283 km FCGC
  • 21e tegen 1.600 d. 277 km
  • 64e tegen 19.371 d. 277 km FCGC

 

MA 23-122245 M

  • 7e tegen 3.400 d. 157 km ALC
  • 28e tegen 2.517 d. 205 km ALC
  • 7e tegen 1.600 d. 277 km ALC
  • 18e tegen 19.371 d. 277 km FCGC

 

Ik ben zelf enkele keren in Marokko op bezoek geweest. Het vliegseizoen daar is erg zwaar met vaak bewolkt, warm weer en een hoge luchtvochtigheid. Vooral bij de aan de kust gelegen vlieggebieden.

Overige

Er zijn in de loop der jaren Olympiade duiven, nationale winnaars en Asduiven gekweekt uit mijn duiven in landen als Wales, Roemenië, Hongarije en Italië.

Op one loft races in Taiwan, China, Amerika en Thailand werden Asduiven of kopprijzen gewonnen uit kinderen die hier zijn gekweekt. Kortom, goede duiven doen het overal, alleen bezitten we die te weinig.

Verloop kweek

Het gros van de jongen is gespeend, de laatste zijn inmiddels geringd. Ik ben erg tevreden over alles wat gespeend is.

Het kweekseizoen verliep perfect en de kwaliteit spat ervan af. De 46 jongen uit de vliegers die naar Zeeland zijn gegaan, zijn ook plaatjes. Ik ben erg benieuwd wat die daar gaan brengen.

Iemand wilde weten of ik op de zonnige dagen die er af en toe zijn al aan het opleren ben. Nou, nee. Op die eerste zonnige dagen ben ik met mijn vrouw op pad, maar zeker nog niet met de duiven.

De eerste officiële prijsvlucht is hier tenslotte pas op 20 april, dus waarom haasten? Zoals eerder aangegeven leer ik ze toch maar 2x op (ca. 30 km), alvorens ze meegaan op de wedstrijden.

Daarbij moeten mijn duiven eerst zelf aangeven dat ze er klaar voor zijn. Dat merk ik aan de mest met hier en daar een donspluimpje erop. Daarnaast moeten ze graag en speels trainen.

Ze trainen hier eenmaal daags. Wanneer ik het hok open en me omdraai moeten ze al uit het zicht zijn, om na een kwartier terug te keren en speels af en aan te vliegen. Dan zijn ze in mijn ogen goed.

Tenslotte moeten ze enigszins bezweet aanvoelen en zeker niet te zwaar. Als dat allemaal op zijn plaats valt, dan ben ik op de openingsvluchten voor niemand bang.

De jongen van de vliegers zijn deze week opgehaald door de nieuwe combinatie uit Zeeland, die ik tevens probeer te begeleiden. Zij volgen hetzelfde systeem qua voeding en bijproducten, daar gaat het dus niet aan liggen. De kwaliteit is ook aanwezig. Hun hok staat op het noorden, dat kan nog wel een dingetje worden in het voorjaar, maar in een warme zomer is dat zeker een voordeel.

Mijn vliegduiven zitten reeds op schema, wat betekent dat ik de Prestavit daar vanaf nu op zaterdag en zondag over het voer doe. Buiten het seizoen is dat meestal op maandag en vrijdag, wat bij de kweek- en jonge duiven dus nog steeds het geval is.

De voeding is 365 dagen per jaar de basismengeling, oftewel 4 zakken Championsmix om 1 zak NPO-mix. Op de eerste of enige maaltijd van de dag voeg ik daar nog Origanum Red en Champions Mineralenmix aan toe, ook 365 dagen per jaar.

In Houten sprak ik nog iemand die verbaasd was dat ik in de winter van 2022 mijn oude hok tot de grond toe afbrak, daar werd immers enorm op gespeeld. Hij dacht dat 2023 wel eens een slecht jaar kon worden met zo’n vernieuwd hok.

Een andere liefhebber voorspelde juist een superjaar, omdat hij zelf om de paar jaar zijn hok uitbrak om dat vervolgens met nieuw materiaal te betimmeren.

Het hok werd weliswaar gesloopt, maar met dezelfde materialen terug opgebouwd. Er ging alleen een nieuwe vloer in en de indeling werd gewijzigd. De verluchting bleef nagenoeg hetzelfde, grotendeels geïsoleerd met gaas.

Ik heb in al die jaren minstens tien hokken gehad. Op alle hokken werd goed gespeeld en werden vluchten gewonnen. Ze werden ooit aangepakt doordat ik 1) moest verhuizen of 2) alles nog gemakkelijker en meer open wilde maken.

Zelfs het kweekhok ging in 2022 nog tegen de vlakte en werd opnieuw opgebouwd. Daar ging uiteindelijk wel 3,60 meter af, omdat ik minder kweekduiven en voedsterduiven wilde houden.

Dus ja, of het nu altijd in het hok zit… Met de jaren wordt het mij steeds duidelijker dat de kwaliteit van de duiven de boventoon voert en des te meer je er gaat houden, hoe slechter je gaat spelen.

Nu het nieuwe seizoen van start gaat zal ik wat meer van zulke persoonlijke ervaringen delen, voor wie daar wat aan denkt te hebben. Alvast enkele speerpunten:

  1. Bewaar het overzicht, oftewel niet teveel duiven en zeker geen overbevolking.
  2. Selecteer hard op gezondheid en op de vluchten, daar komt de kwaliteit immers vanzelf bovendrijven.
  3. Zorg voor een goed, verlucht hok (dat is ook beter voor jezelf) en timmer hem niet potdicht. Duiven kunnen prima tegen kou.
  4. Plaats geen verwarming of isolatie in je hokken, dat is nergens voor nodig. Overtollig glas in het hok neemt de zuurstof weg wanneer de zon op zijn hoogst staat.
  5. Kies een simpel systeem en hou je eraan. Als je alles wat je leest moet geloven, dan raak je onherroepelijk de weg kwijt.

 

In de winter hou ik 30 vlieg- en 24 kweekkoppels, daar komen nog zo’n 150 jongen bij. Ik kan dit behappen en heb er de tijd voor, maar met minder kan je even hard spelen en meer plezier beleven. Staar je zeker niet blind op de hoeveelheid duiven die sommige liefhebbers vandaag de dag hebben.

Vandaag regent het de hele dag. Toch zijn de oude doffers al los geweest en de jonge duiven volgen zo. Een beetje regen vind ik niet erg, mits dat in de ochtend is. Duiven nat de nacht in laten gaan vind ik namelijk niet zo verstandig.

In 2022 won ik op de laatste nalijn vlucht Roye met de jonge duiven de eerste vier prijzen in het rayon. De hemel zag zwart van de regen, toch kwamen die vier duiven daar als een speer doorheen. Vandaar dat ik ’s ochtends nooit duiven binnenhoud vanwege de regen. In het vliegseizoen moeten ze daar ook wel eens doorheen.

Torres Diamond won toen overigens de 1e prijs. Hij won afgelopen jaar nog 2x de 1e prijs en 4x top 10 NPO. Kortom, een echte doordouwer met karakter.

Zo had ik enkele jaren terug op een donderdag in april de oude duiven los, toen ze in een sneeuwbui belandden. Het sneeuwde zo hard dat ze niet eens konden vallen of hun hok zagen staan. De dag erop moesten we inkorven voor de eerste prijsvlucht en dat ging hier met een bang hart. Toch volgde er een knaluitslag.

In de jaren ‘90 kwamen de jonge duiven met een kopwind en 30 graden thuis van nationaal Orléans. Bij aankomst zakten ze haast door hun pootjes. Toch waren er die dag geen verliezen en gingen ze vijf dagen later weer de mand in voor Chartres, ongeveer dezelfde afstand als Orléans.

In de daaropvolgende weken was het Châteauroux (567 km), Saint-Quentin (215 km) en Bourges (521 km). Dan had je altijd nog wat jongen die nog niet echt voldeden en die mochten nog naar de najaar klassieker Limoges (675 km) met een middaglossing. Toch kende ik die jaren amper verliezen in augustus en september.

Vandaag de dag wordt men steeds banger. Het mag niet te ver, te zwaar of te warm meer zijn. Eén ding is nog wel hetzelfde als 30 jaar terug: de verliezen bij de jonge duiven vinden plaats in de opleidingsvluchten onder de 200 km.

Het was vroeger ook regelmatig 30+ graden, maar er waren nog geen instanties die eerst een positief lossingsadvies moesten geven. Die duiven werden vaak gewoon om 07.00u gelost. Als het echt warm zou worden, zelfs eerder.

Nu werken we met vetten en eiwitten, toen gaf ik veel zonnebloemolie op het voer, extra gele maïs en bijna 4x per week Belgasol. Al leek die toen meer groen van kleur (tegenwoordig blauw).

Met dit mooie weer stijgt de zin naar een nieuw seizoen.

De oude duiven zijn hier uiteen. Een ploeg doffers voert de jongen die op de grond zitten. Wanneer de doffers los zijn, laat ik de duivinnen bij de jongen en die voeren ze nogmaals. ’s Avonds herhaalt dat zich. De jongen worden op die manier dus 4x gevoerd.

Ik laat de oude duiven nog niet lang los, maximaal een half uurtje per dag. Zodra ze wat langer uiteen zitten, ga ik dit opbouwen tot een uur per dag. Scheefvliegers heb ik nooit gehad, ik denk dat de Prestavit daar zeker aan bijdraagt.

Scheefvliegers zie je meestal bij hokken die de duiven in de winter vasthouden en ze pas na de opkweek van de jongen loslaten. Met dit weer – een harde wind en de zon hoog aan de hemel – worden die vaak nog eens opgejaagd door de roofvogel en dan overtrainen ze zichzelf met alle gevolgen van dien.

Ik vind dat vele trainen zwaar overtrokken. Ik heb immers genoeg topduiven gehad die voor geen meter wilden trainen, maar in het weekend wel aan kop vlogen. De duiven die bij andere liefhebbers doordeweeks juist enorm trainden, waren in het weekend te laat.

De jongen slenteren dagelijks enkele uren buiten. Ze kunnen zelf in en uit en mogen doen wat ze willen. De jongen worden eenmaal daags (rond 14.00u) gevoerd. Ze krijgen dan genoeg, zodat er ‘s avonds ook nog wat in de voerbak zit. Doordat de jongen ’s ochtends geen eten krijgen, komen ze snel binnen wanneer ik ze in de middag roep.

Alles zit hier verduisterd, maar toch laten de jongen her en der een pennetje vallen. Zelf zie ik dat als teken dat ze gezond zijn, want meestal blijft het bij dat ene pennetje. Bij de oude duiven mag je gerust zijn wanneer de mest mooi is met enkele donspluimpjes erop.

Het begin van het seizoen wordt hier in alle rust aangevangen. “Hardloopers zijn doodloopers”, zeiden ze vroeger. Vandaar dat ik niets overhaast.

Aan het opleren van oude duiven besteed ik weinig tijd, hooguit 2x op 30 km en vervolgens gaan ze mee op de eerste klokvlucht. Tussen de vluchten door rijd ik überhaupt niet, dat doe ik alleen aan het einde van het seizoen.

Alle duiven eten hier jaar in jaar uit dezelfde mengeling. Opvoeren, detoxen, lichte kost… Dat soort onzin laat ik graag aan de concurrentie over.