17 nov Een goed begin is het halve werk
Een succesvolle kweek begint bij jezelf. Overal kan je wel iets lezen over hoe tophokken hun duiven voorbereiden richting het kweekseizoen. Ondanks dat bakt 75% van de duivenmelkers er niets van. Zij slingeren de duiven maar bij elkaar wanneer ze daar zin in hebben.
Het gevolg: duiven die laat of niet op eitjes komen, kapot gevochten nesten, gedemotiveerde duiven op de grond die uit hun bak zijn gejaagd, veel onbevruchte eieren, jongen die slecht opkomen, enzovoorts.
Sommige leren het nooit, terwijl het niet moeilijk hoeft te zijn. Het is een kwestie van voorbereiding en die start na de laatste vlucht. Hier hebben alle duiven een paratyfuskuur- en enting achter de rug, alsmede een paramyxo-enting, geeltablet en luisdruppel.
De bakken staan al een week open en ik ben ze nu vijf dagen aan het bijlichten om alles op gang te brengen. Mijn duiven eten 12 maanden per jaar 80% Championsmix en 20% NPO-mix, daar zijn ze op ingespeeld. Ze vreten zich daar niet vet aan waardoor ze het gehele jaar in conditie zijn.
Als je ze nu aan een rui- of lichte mengeling hebt zitten en dan overstapt op kweekvoer, dan hebben de ingewanden en darmflora van je duiven daar moeite mee. De meeste duiven zullen zich dan overeten aan de andere granen die ze opeens krijgen voorgeschoteld of de vaak erg aanwezige erwten. Het gevolg: binnen no time zijn ze blauw van vlees.
De aanwezige vetten in onze mengelingen laten de duiven glanzen en daarbij zijn ze zijdezacht van pluim. Wie inmiddels om is en 12 maanden per jaar onze mengelingen verstrekt, weet waar ik over praat.
En dan nog dit: duiven waaruit je kweekt moeten kweekwaardig zijn. Hier is vaak één van de twee partners een topper op de vluchten geweest en de andere een zomerjong uit de beste kwekers.
Zomerjongen die hier naar de kweek gaan zijn vaak aangeschaft uit het allerbeste of ik pak er één of twee uit een gekweekte ronde zomerjongen. Ik zal nooit een zomerjong meenemen dat me niet aanstaat. Vaak weet ik al waar dat jong tegen gekoppeld wordt als ik het ergens meeneem.
Duiven die niet presteren op de vluchten én geen superieure afstamming hebben, doen dat vaak op het kweekhok ook niet. Heb je maar één echt goede duif zitten, zoek daar dan een passende partner bij en verleg ze maar meerdere keren.
Het belangrijkste is dat je uit een goede duif kweekt in plaats van een voddenbaal. Een jonge duivenhok vol prullen brengt namelijk meer ergernis dan plezier. Ik heb zelf altijd deze instelling gehad: als ik toch iets moet doen, dan maar gelijk goed.