In recent years we have been regularly asked whether our products were available in Ireland.

Therefore, we are happy to announce that Sandyhill Pigeon Supplies has now included all our products in its range.

Available as of next week.

De meeste kweekduiven zijn inmiddels klaar met de rui. De vliegduiven staan gemiddeld nog op 2 à 3 pennen en beginnen er langzaamaan beter uit te zien. Zij mogen nu om de dag naar buiten en kunnen terug naar binnen wanneer ze dat willen.

Alle ramen en plafonds staan altijd open en zijn voorzien van nertsengaas. Hier geen windbreekgaas meer op de hokken.

Ik krijg veel vragen uit binnen- en buitenland over de voeding en de begeleiding. Ik geef al jarenlang hetzelfde voer, namelijk 80% Championsmix + 20% NPO-mix. Daaroverheen gaat elke dag Champions Mineralenmix + Origanum Red. Tweemaal per week voeg ik daar nog een maatschepje Prestavit aan toe.

Ik verander niets aan mijn systeem, zo gaat het hier dus 12 maanden per jaar. Heel wat nationale winnaars op alle afstanden doen het inmiddels op dezelfde manier. Natuurlijk zijn goede duiven de eerste vereiste, gevolgd door een goede verzorging.

Momenteel krijgen ze eens per 2 dagen ander drinken en eens per 3 dagen maak ik de hokken schoon. Verder eenmaal per week een bad en tot het kweekseizoen begint eenmaal daags eten (tijdens en na de kweek tweemaal daags en dan gaan de Origanum Red en Prestavit alleen ‘s ochtends over het voer).

P40, eivoer, tovo of iets dergelijks is niet nodig voor een goede, gezonde opkweek van de jongen. Wel gooi ik tijdens de kweek nog een halve schep gemengd grit extra bij de schep Champions Mineralenmix.

Ze hebben nu 2 dagen Sedochol in het water, opgevolgd door 2 dagen Naturaline met extra look. In het kweekseizoen wordt dat 2 dagen Naturaline met extra look, dan 2 dagen schoon water en dan weer 2 dagen Naturaline met extra look. Dit gaat helemaal door tot september, dan komt als de rui begint de Sedochol weer in plaats van de 2 dagen schoon water.

Op de jaarlijkse paratyfuskuur- en enting na zijn de kweekduiven niet gekuurd. Tegen pokken krijgen mijn duiven alleen in hun geboortejaar een enting met het kwastje, nadien nooit meer iets.

De mest was oké, zei De Weerd. Er ligt ook nog wat mest ter controle bij Schroeder. Twee weten immers meer dan één. De Weerd vond geen tricho, wormen of coccidiose, dus blijf ik overal vanaf.

Tijdens de kweek ga ik nog eens met zes duiven op controle. Mochten ze dan wel iets vinden, dan krijgen ze een week B.S.. Ook als er eitjes of jongen liggen, daar kijk ik niet naar. Maar nogmaals, alleen áls ze iets vinden. Hier geen blinde kuren. Idem bij de vliegduiven.

November is de maand waarin veel hokken opnieuw gaan koppelen, al moeten de duiven daar natuurlijk wel klaar voor zijn.

Hier gaan de 24 kweekkoppels – die stevig verjongd zijn – eind november of begin december samen. Er is ook ruimte voor vier testkoppels. Zoals gezegd heb ik geen voedsterparen meer.

Ik heb alles al eens getest en van al dat verleggen kweek je geen betere duiven. Je belangrijkste duiven verslijten alleen sneller. Kunstmatige inseminatie (KI) of hengstenkweek heeft ook nooit meerdere goede duiven in een jaar opgeleverd.

Mijn kwekers brengen daarom zelf hun jongen op en de tweede leg wordt verstoken onder de vliegduiven. Na een weekje rust worden ze opnieuw gekoppeld. Ik heb twee identieke hokken met 12 koppels, dus de duivinnen gaan dan van hok #1 naar hok #2. Ze brengen dan nog twee koppels groot, al zal de vierde ronde te laat komen om nog mee te kunnen.

Uiteindelijk heb ik dan van elke duif zes jongen met twee verschillende partners. Hier zouden naar mijn maatstaven voldoende bruikbare tussen moeten zitten.

Ik was gisteren bij Lex de Jongh om vier duiven voor de Pearls of the Sky te laten fotograferen. Lex haalde hier vorig jaar zeven zomerjongen en uit vier daarvan kweekte hij top 10 NPO-winnaars, zelfs een 1e NPO. Mocht ik zelf een hok kunnen vinden waar ik dat kon, dan sta ik daar dit voorjaar op de stoep om zeven zomerjongen op te halen.

Dit najaar wordt met enkele topduiven van bekende liefhebbers nog samenkweek gedaan en dat zijn NPO/nationale winnaars. Van deze samenkweek, alsook van die met mijn Chinese vriend, moeten de jongen me 200% aanstaan om het jaar erop ingepast te worden op het kweekhok. Zo probeer ik de kwantiteit verder te verlagen en de kwaliteit te verhogen.

Pure gold is een topper op de kweek en heeft met meerdere partners top 10 NPO-winnaars gegeven. Pure Gold is zelf ook tweemaal 1e nationaal Asduif. In de zaalveiling van de Pearls of the Sky zitten twee zonen met twee verschillende partners en zij zijn beide even mooi.

De kweekresultaten van de kinderen en kleinkinderen van Olympic Millennium zijn inmiddels niet meer te tellen. Ook zij is 1e nationaal Asduif en 2e Olympiade duif. Haar nazaat doet het super op de dagfond. Zo won dit jaar een jaarling zoon van beide sector dagfondvluchten top 10 NPO.

Er zitten dan ook al vier kinderen op het kweekhok die allen top 10 NPO op de dagfond hebben gewonnen. Drie daarvan stonden zelfs in de top 3 Asduiven van de afdeling op de dagfond. Eén gaf dit jaar de 1e tegen 10.000 duiven in de afdeling en een andere een 1e NPO/Grand Prix winnaar.

Ook Lex de Jongh had dit jaar een superduif uit een dochter van Olympic Millennium. Een zoon van Avatar (broer van Olympic Millennium) x zus Super Daisy gaf dan weer een 1e NPO bij Lex.

Zo verwacht ik ook veel van Olympic Dragon, driemaal 1e nationaal Asduif en 2e Olympiade duif. Zij heeft al een top 10 NPO-winnaar gegeven, maar door allerlei verplichtingen heb ik er vorig jaar maar met enkele kunnen spelen.

Super Dragon – haar bijna identieke onbevlogen zus – is een jaartje jonger en heeft als jaarling vorig jaar drie top 10 NPO-winnaars gegeven met twee verschillende partners. Eén stond zelfs tot de laatste twee vluchten als 3e nationaal Asduif, maar werd jammer genoeg verspeeld.

Al met al komen uit de echte topduiven dus vaak ook weer topduiven en daar hoef je er jaarlijks geen tientallen voor te kweken.

Binnenkort wagen we ons weer aan een nieuw kweekseizoen. De vraag is natuurlijk welke doffer tegen welke duivin.

Bij mij zitten 24 kweekkoppels klaar. Deels bewezen vlieg- en kwekers, deels zomerjongen geselecteerd uit mijn beste kweekduiven.

Hier raakt alles elkaar wel ergens, maar daar heb ik weinig moeite mee. Vroeger had ik dat wel met inteelt vader, dochter, moeder, zoon of broer x zus. Het keerpunt was mijn experiment in 2021, toen ik de beste kinderen van Super Rossi onderling paarde.

Van die zeven inteeltjongen werden er vier uitgeselecteerd wegens teveel zichtbare inteelt. De overige drie hebben allen top 10 NPO-winnaars voortgebracht. De moeder van de 2e nationaal Asduif PIPA Rankings van de gebr. van Belzen komt ook uit zo’n inteeltproduct. Eén van die drie noem ik New Super Rossi, omdat hij in mijn ogen zijn opvolger wordt.

Verder maakt het eigenlijk weinig uit wie ik tegen wie zet, want zoals gezegd raken ze elkaar overal wel ergens. Het is dat ik geen broer x zus koppelingen wil, anders zou ik gewoon de deur open kunnen trekken en de duiven het zelf uit laten zoeken.

Zo kweekte ik Pure Gold – tweevoudig 1e nationaal Asduif – uit een bewezen kweker en een laat september jong. Ik zette die kweekdoffer enkele weken op rust in een hok waar enkele laatjes zaten en daar werd Pure Gold geboren. Ook Witbuik van 1997 – waarvan ik dacht dat hij niet meer bevruchtte – zat in een hok met enkele laatjes en daar kwam Young Witbuik uit voort. Het was hem dus toch gelukt om te bevruchten.

De duivin van het Millennium koppel had ik het eerste jaar als voedster zitten, omdat het een zomerjong was. De doffer van het Millennium koppel wilde niet aanparen, dus besloot ik er dat zomerjong bij te laten. Het Millennium koppel was geboren.

Kortom, als de duiven over voldoende kwaliteit beschikken, maakt de koppeling op zich weinig uit.

Mijn duiven zijn vrij uniform qua formaat. Een doffer is hier makkelijk van een duivin te onderscheiden, dus compenseren is niet nodig. Ik vind duiven die je moet compenseren in de kweek überhaupt niet de moeite waard om door te houden. Mijns inziens kan je die beter verwijderen.

Een aangeschafte duif moet goed in elkaar zitten en zacht gepluimd zijn. Topduiven op aangeschafte duiven zetten doe ik niet meer, want als je aanschaf niets waard blijkt te zijn, heb je van je topduif ook niets. Ervaring heeft mij geleerd dat je beter een zomerjong uit je beste daartegen kunt koppelen.

Zoals gezegd heb ik goede kwekers gehad die nooit hebben gevlogen. Ook onbevlogen zomerjongen tegen elkaar hebben hier vaak goed gekweekt. Twee bevlogen duiven op elkaar om met de jongen te vliegen is hier vaak minder. Wel waren die jongen vaak goede kwekers nadien. Uit ervaring lijkt het me beter om een bevlogen duif te koppelen aan een zomerjong.

Bonnen

Voor wie er wat aan denkt te hebben; er staat nog een bon van mij op TopPigeons en op de website van RCC Roosendaal ten bate van de rolstoelbus.

Het blad valt van de bomen en dan gaan we snel weer denken aan het koppelen van onze duiven. De jaarlijkse verkoop van Willem de Bruijn zit er ook weer op en was wederom een groot succes.

Diezelfde Willem vroeg onlangs of ik echt de Verkerk-manier van selecteren ging toepassen. Nee, ik geef daar mijn eigen draai aan. Duiven waar ik niets in zie vertrekken wel degelijk. De rest mag rustig uitruien en gaat nu ook weer enkele dagen per week los.

Op dit moment zitten er nog 40 duivinnen en 28 doffers. Zij krijgen niet allemaal hun chip om, want de roofvogel zal deze winter heus nog zijn best doen om mijn plannen te verzieken.

Deze duiven krijgen voor de koppeldatum half januari nog een extra selectie. Wie redelijk gepresteerd heeft, maar minder mooi is opgedroogd na de rui, gaat er dan alsnog uit. Wel heb ik ca. 10 duivinnen extra om toch een vorm van extra jaloezie te krijgen.

Bij de vliegduiven wordt de deur rond Kerstmis 5 dagen opengezet, zij mogen dan zelf een partner kiezen. Ditmaal dus geen gestuurde koppeling. Na 5 dagen worden de koppels die samenzitten genoteerd en alles uiteen gehaald tot medio januari. Zij die nog niet gepaard zijn krijgen dan een partner toegewezen. Bij de kweekduiven bepaal ik de koppeling uiteraard wel zelf.

Ik heb nog maar twee duiven die niet hier gekweekt zijn. Dit betekent dat ik er steeds minder bijhaal en haast alle bijgehaalde duiven reeds heb verwijderd. Sommige stalde ik bij Jan, maar ook daar lieten de meeste zich niet zien.

Overal in Nederland en België zitten wel enkele goede duiven. Of België nog altijd de boventoon voert qua kwaliteit, betwijfel ik steeds meer. Tussen de nationale Asduiven en overwinningen vind je tenslotte steeds meer Nederlandse genen.

Ik streef naar het allerbeste en dat valt niet altijd mee. Bij tal van tophokken heb ik duiven gehaald, maar vaak waren ze gelijkwaardig of zelfs slechter. Andere raakten gemakkelijker verloren of konden zich moeilijk gezond houden.

Natuurlijk heb ik uit bijgehaalde duiven ook enkele toppers, die zijn overgebleven na selectie. Ik houd dan liever die duiven aan dan hun ouders waaruit ik er tientallen moest kweken voor die ene goede.

Uit drie duiven – aangekocht door mijn Chinese vriend – kwamen ook enkele superjongen, maar zijn duiven verblijven hier maximaal een jaartje alvorens ze naar China gaan.