27 nov Alles draait om kwaliteit
Zoals gezegd, zitten de duiven hier nu samen. Ik heb best wat kinderen van het Millennium koppel tegen kinderen van Super Rossi gezet. Afgelopen jaar had ik een koppeling van een Millennium kind x een kind van Super Rossi waar zes duiven uit zijn gekweekt. Mijn drie beste jonge duiven kwamen uit dat koppel en de twee nestmaten die Jan eruit had waren ook super.
Eén daarvan werd bij Jan 4e nationaal duifkampioen. Zijn nestmaat deed het nog beter door tweemaal teletekst te winnen en 5e Asduif WHZB te worden. Natuurlijk is het geen garantie dat deze kruisingen weer gaan slagen, maar de tijd zal het leren.
Dit jaar is er niet veel bijgehaald, alleen een duif die ik heb gekregen van Willem de Bruijn uit zijn beste lijnen. Er komt ook nog een doffer van Bas. Beide doffers van deze twee tenoren van Zuid-Holland worden gekoppeld aan twee prachtige nestzusters uit Super Rossi.
De drie samenkweek duiven uit mijn Olympiade zijn ook gekoppeld tegen kinderen van Super Rossi, maar ook daarvoor geldt: als ik uit iedere koppeling één goede kan kweken, ben ik een gelukkig man.
Ik mag van geluk spreken met een topkweker als Super Rossi. Zijn kinderen zijn sterke verervers die gemakkelijk kruisen met andere duiven. Zo is Super Rossi grootvader van twee Olympiade duiven, meerdere nationale Asduiven (zoals de 3e nationaal Asduif van Maarten Huijsmans, de 6e nationaal Asduif van Jouke Elzinga en de 4e nationaal Asduif en 5e Asduif WHZB bij Jan), maar ook de 1e Asduif van Italië dit jaar. Ook in Wales bij Adam Thomas, om er maar een aantal te noemen.
Vandaar dat ik zuinig ben op zijn nazaten en er niet één kind uit Super Rossi meer verkocht wordt.
Ik zag nog een filmpje op PIPA TV van hok Vercammen, waar ze vertelden niet aan inseminatie of iets dergelijks te doen. Zij geloven in de kwaliteit van jonge duiven en niet in kwantiteit. Zo sta ik er ook in, vandaar dat alle voedsterduiven zijn verwijderd en er geen eitjes meer worden verlegd. Het moet met goede duiven gebeuren. Duiven waarvan men niet wil kweken horen niet op het hok te zitten.
Verder bekijk ik dagelijks de vele verkoopsites en kom ik telkens tot de conclusie dat er niet één verkoopsite meer is die de focus op topkwaliteit legt. Zo zijn er ook bijna geen magazines meer die echte reportages vermelden en diep ingaan bij een kampioen over zijn omgang met duiven. Het zijn vaak commerciële kampioenen of ‘vrienden van’ waarover geschreven wordt.
Ik heb plaats voor 24 koppels vliegduiven, maar in die 40 jaar dat ik duiven heb, is het me nog nooit gelukt om daar 24 gelijkwaardige koppels prestatieduiven in te krijgen. Vandaar dat er in het vliegseizoen alle weken afvallers zijn.
Zo snap ik sommige liefhebbers niet (en dan praat ik niet over de commerciële hokken die er hun kost uit halen) om met zoveel duiven te spelen. Leg de focus op je beste, dan zal je zien dat je er meer plezier in hebt en dat de prestaties verbeteren.
In de jaren ‘90 zaten hier aan het begin van het seizoen 12 kweekkoppels en 18 weduwnaars. Daar kweekte ik 80 jongen uit waarmee ik startte. Na zes weken zaten er nog maar acht weduwnaars, maar die zaten wel wekelijks goed in de prijzen. Natuurlijk werd er toen anders gespeeld. In deze hoek werd er nog stevig op de duiven gegokt, waardoor ik nooit geld bij hoefde te leggen. Ik betaalde mijn hobby volledig van het gewonnen prijzengeld.
Ook werd er toen met duiven gespeeld die vijf jaar en ouder waren. Die maakten de helft minder kilometers dan mijn duiven nu, ze werden namelijk alleen vitesse en midfond gespeeld. Nu wordt er veel meer van hun verwacht. Zo speel ik hier nog met driejarige duiven, iets wat de twee kampioenen uit Zuid-Holland niet zullen doen. Drie jaar is wel echt de max als je er tussendoor ook nog dagfond mee speelt.