Mij wordt wel eens gevraagd waarom ik vaak meer over mijn beste duiven schrijf. De simpele reden hiervoor is dat ik net als andere liefhebbers nogal wat duiven verspeel op een jaar. Vaak zijn dat niet de slechtste, die blijven namelijk huiswaarts keren.

Een goede duif kan ook een keer de verkeerde lijn pakken of de limiet bereiken. Al vaker had of hoorde ik van topduiven die niet ver van huis ergens waren binnengelopen. Op is op, zeg ik dan. Als de tank leeg is, kunnen ze de laatste 10 km vaak niet meer overbruggen.

Ik schreef dit eerder over de Winner van wijlen Marijn van Gastel, die dat jaar 1e Asduif WHZB werd. Deze Winner werd de laatste vlucht verspeeld en liep enkele dagen later een gemeentehuis binnen op amper 3 km van zijn thuisbasis.

Dat de vroegtijdige tussenstanden van Asduiven gepubliceerd worden, werkt hier niet aan mee. Loopt zo’n verdwaalde Asduif ergens binnen, dan is de kans groot dat de eigenaar er nooit meer wat van hoort.

Al mijn duiven zijn gestempeld. Zo kreeg ik gisteren bericht over een verloren duif van afgelopen zaterdag. Een particulier had ‘m gepakt op een bouwplaats in Ter Apel. Op zaterdag waaide er dus duidelijk een andere wind, anders vliegt zo’n duif geen 200 km door.

Een particulier nam dus de moeite om via de vleugelstempel contact op te nemen. We zien dit veel van onze collega-duivenmelkers niet doen en dat is natuurlijk best zorgelijk. Wees sportief, verzorg zo’n duif enkele dagen en laat hem los als hij terug in goede conditie is.

Op de website van de NPO staat een zoekmachine waar je het ringnummer en jaartal kan intoetsen. Je kan zo gelijk de eigenaar opsporen en die kan vervolgens beslissen of de duif opgehaald wordt of mag worden losgelaten. Zo moeilijk is het niet.

Veel van die duiven sneuvelen langs de kant van de weg, maar ik weet zeker dat ze niet allemaal dood zijn. Onaangekondigde hokcontroles die men vroeger deed op vreemde duiven zouden beter op hun plaats zijn dan die – in mijn ogen nutteloze – op voorhand aangekondigde dopingcontroles die ze nu doen.

De selectie dit jaar laat wat langer op zich wachten, al werden afgelopen weekend reeds 15 jonge duiven uitgeselecteerd. Het selecteren van de jongen wordt lastig dit jaar en zal meer op basis van vertrouwen dan prestaties moeten gebeuren.

Houd je alleen de prestatieduiven aan, dan hoop ik dat het volgend jaar geen al te zwaar seizoen wordt. Ze hebben als jong namelijk geen enkele zware vlucht gehad. Je zou dus zomaar heel wat goede duiven naar de poelier kunnen verwijzen.

De vlucht vanuit het oostelijk gelegen Gien was hier niet best en enkele van mijn beste jonge duiven bleven achter. Zijn die in meerdere luchtlagen terechtgekomen, gezien de rare snelheden? Wie zal het zeggen.

Dat ze een veel hogere snelheid aanhielden dan de dichterbij gelegen nalijn, was raar. Die nalijn had overduidelijk een oostenwind. Bij de jonge duiven was het een variabele wind, met zelfs heel wat zuidwest erin.

Ik werd deze keer met de oude duivinnen 2e Grootmeester, achter mijn buurman. Het gehele nalijn seizoen is het al 1e of 2e Grootmeester. Doordat ik maar met 14 duiven speel, is dat een stuk gemakkelijker. Je hoeft daarbij niet eens kop te spelen, als ze maar 1:10 prijs winnen.

Het valt op dat dit seizoen haast niemand er met kop en schouders bovenuit steekt, op de professionele teams van Verkerk en De Weerd na.

Referenties

Mijn overbuur won de 10e NPO met een 100% duif van mij en de gebr. van Belzen teisterden opnieuw de nalijn in Zeeland. Zij wonnen ditmaal in de afdeling 8-9-10-11-17-18-19-25-26-27 enz. tegen 3.073 duiven.

Ze hebben met hun 123 een ware crack op het hok. Deze duivin won de 3e tegen 5.777 duiven, de 4e tegen 6.614 duiven, de 11e tegen 3.073 duiven en de 14e tegen 6.067 duiven. Ze komt uit een inteelt zoon Super Rossi x een doffer van Buck de Kruijf.

Zo had ik in het najaar van 2021 de laatste kinderen van Super Rossi tegen elkaar gezet. Van deze broer x zus inteeltkoppelingen werden de mooiste behouden en drie ervan laten zich als ware kwekers gelden.

De topduivin die bij Jan Timmermans 2x top 10 NPO won, komt uit één van deze inteeltproducten. De eerste jaren werd daar verder weinig van gekweekt, maar per heden ga ik die meer in de kweek gebruiken.

Johan de Langhe uit Oostkamp (België) heeft ook een geweldige jonge duivin uit een doffer van mij (Warrior x Golden Millennium) x een kleindochter Luka Modrić van de Fam. Eijerkamp. Zij won dit jaar onder andere:

  • 1e tegen 233 d.
  • 3e tegen 445 d.
  • 5e tegen 3.125 d.
  • 7e tegen 10.379 d.
  • 7e tegen 543 d.
  • 9e tegen 371 d.
  • 9e tegen 5.212 d.
  • 33e tegen 3.851 d.

Het wisselvallige weer lijkt ons tot het einde van het seizoen in zijn greep te houden. Ik hoop dat de jonge duiven op zaterdag worden gelost, maar ik vrees dat het voor de zesde keer dit jaar een zondagsvlucht wordt.

De oude duiven haspelen de laatste twee nalijn vluchten af, vervolgens krijgen ze een tiendaagse paratyfuskuur plus een enting. Daarna krijgen ze om de dag Sedochol of Naturaline tot aan het einde van de ruiperiode.

Verder natuurlijk elke dag de basismengeling (80% Championsmix en 20% NPO-mix), Origanum Red, Champions Mineralenmix en tweemaal per week Prestavit (of Octavit tot de pot leeg is). Op deze manier komen ze hier al jaren perfect door de rui.

Ik heb nooit in vierseizoenen- of ruimengelingen geloofd. Vaak zijn die te arm en worden daarin te goedkope granen gebruikt, wat de aanleg voor een perfect verenkleed in de weg staat.

Een leek heeft het vaak niet door, maar elke topliefhebber merkt en voelt aan de pluim van een duif hoe het erbij staat en of ze goed verzorgd zijn of niet. Vandaar dat het beter is om minder duiven te houden en die kleinere groep juist perfect te verzorgen.

De jonge duiven mogen eerst uitruien voor de definitieve selectie plaatsvindt. De oude duiven zijn al zo goed als geselecteerd op de wedvluchten. De planning is 24 kweekkoppels en 20 vliegdoffers gepaard met 40 vliegduivinnen.

Volgend seizoen wordt hier alleen met duivinnen gespeeld. Ik wil geen slaaf zijn van de duiven en ook mijn rug laat grotere aantallen duiven niet meer toe. Zo verwacht ik zo’n 120 jongen te gaan kweken, in de hoop er met 80 te kunnen starten.

Gebr. van Belzen

De Gebr. van Belzen wonnen in hun debuutjaar met de jonge duiven 20x top 10 in Afdeling Zeeland (jonge duivenvluchten + natour). Soms stonden ze uit principe niet op de uitslag, maar de duiven waren er wel.

Ik ben daar enkele keren geweest en de duiven worden er perfect verzorgd. Het ontbreekt ze nergens aan. Men vindt daar geen schuwe duiven en het hok wordt van binnen en buiten perfect onderhouden.

Tevens kan het hok gestuurd worden naar de omstandigheden wat verluchting of verduistering betreft. Kortom, er werd overal goed over nagedacht, voordat ze definitief startten.

Wij hadden met de jonge duiven een tussenvlucht van 250 km. Het resultaat viel me tegen, maar je kan niet altijd zes gooien. Aankomend weekend is de laatste NPO-vlucht en dan hoop ik er zeker weer te staan. John van Dongen was met deze wind favoriet en won dan ook de eerste twee prijzen in de afdeling.

Jan Timmermans won in Friesland de 4e NPO en de 6e over de gehele lossing (13.944 duiven) met Afdeling 10. Deze komt uit een rechtstreekse duif van goede vriend Davy Tournelle uit België, gekruist met een kleindochter Super Rossi/Millennium koppel.

De gebr. van Belzen gingen op de oude voet verder en wonnen in Afdeling Zeeland 4-6-8-9-11-12-14. Het was deze keer, net zoals in Brabant 2000, geen NPO-vlucht. Hun duiven komen het hele seizoen al top, het zijn daar hoofdzakelijk Embregts-Theunis lijnen.

Team GPS boekte hun zoveelste NPO-overwinning in Afdeling Oost Brabant, deze keer de 1e en 3e prijs. Lex haalde hier afgelopen winter zes zomerjongen. Uit twee daarvan komen deze twee prijsvliegers.

Zo werd ik op de nalijn in Brabant 2000 van de drie vluchten nog 2x 1e Grootmeester en 1x 2e Grootmeester. Ik heb niet veel op met de nalijn en hecht daar verder dan ook weinig waarde aan.

Doordat ik met slechts 12 duivinnen speel die het gehele seizoen al zijn mee geweest en inmiddels stevig in de rui geraken, is dat makkelijker. Zoals ik al vaker zei; als je met weinig duiven speelt lijkt het veel gemakkelijker om Grootmeester te worden.

Het seizoen 2024 is zo weer voorbij. Voor vele was het een baggerseizoen met stevige verliezen als gevolg van het wisselvallige weer.

De jaren van de duivensport gaan tellen. Het was dan ook beter om de sectoren naar voren te halen en daar al in 2025 mee te beginnen. De afdelingen hebben duidelijk hun langste tijd gehad, al zullen enkele nog gezonde afdelingen hier anders over denken.

Zo neem ik mijn petje af voor Ruud Moes, die het in enkele weken klaarspeelde om van een reservevlucht een mooie attractievlucht te maken met grote deelname. De duivensport leeft dus heus wel onder de liefhebbers, maar het ontbreekt aan meer van zulke organisatoren die er wat van willen maken.

Wij hebben als laatste vlucht Melun staan, net als Zeeland. Hoe mooi was het geweest als men hier ook een sector- of attractievlucht van maakte. Nu telt hij nergens voor en is het gewoon een Brabant 2000 concours. Als men hier een attractievlucht van had gemaakt, konden de mensen die nu hun jongen op de nalijn spelen, ook meedoen.

Wij spelen op de nalijn Pont-Sainte-Maxence (285 km) en de week voor Melun 350 km. Die sprong was zeker te doen geweest voor de nalijn spelers, om zo hun jongen alsnog ervaring op te laten doen voor een attractie- of sectorvlucht met twee nachten mand.

Een lossing met grote deelname is voor de duiven ook beter, om zo hun oriëntatie nog wat aan te scherpen. Bovendien kan iedereen een vroege duif pakken bij een grote lossing, ze zitten immers veel meer verspreid.

Mijn jonge duiven kwamen de eerste vluchten ook niet naar behoren en ook ik had last van verliezen. Ik ben echter niet iemand die snel panikeert en hield gewoon vast aan mijn vertrouwde systeem.

Andere liefhebbers vluchtten meteen naar de nalijn en de meeste lopen ook daar achter de feiten aan. Duiven moeten wel de kans krijgen om in conditie te komen. Na enkele vluchten de handdoek in de ring gooien is zeker niet aan mij besteed.

Zo denk ik ook niet in aantallen. Elk jaar hou ik enkele testduiven door die als jong niet voldeden en haast elk jaar zakken die als jaarling ook door de mand. Uiteindelijk sta ik dan toch weer op dat handjevol goede duiven te wachten, die als jong ook mijn beste waren.

De twee halfzusjes bijvoorbeeld, 1e en 2e nationaal in de sector alsook 3e en 4e duifkampioen dagfond in de afdeling dit jaar, werden vorig jaar als jong 1e en 4e Gouden Crack FZN. Die mooie doffer uit Olympic Millennium won als jong top 10 NPO en dit jaar 2x top 6 nationaal in de sector.

Kortom, goede duiven blijven hier vaak goede duiven, dat liegt zelden.