Het was slechts 52 km, maar door de noordwestenwind verliep de eerste trainingsvlucht zeker niet vanzelf. Hier vielen er drie tegelijk en na een klein gaatje een hele ploeg. Zij maakten er wel een feestje van. Onervarenheid, zullen we maar denken. Al bij al ben ik wel tevreden. Nu maar afwachten of er enkele talenten opstaan die het verschil gaan maken dit jaar.

Een liefhebber wilde weten of ik wel mee zou doen, vanwege de gedeeltelijke eclips. De duiven zouden daardoor wel eens verstoord kunnen raken. Ik heb geantwoord dat ze er dan maar een dag langer over moeten doen om thuis te geraken. Sommigen zijn ware meesters in het zoeken van excuses om niet te spelen.

Ik ben normaal geen liefhebber van trainingsvluchten met de vereniging, maar bij mooi weer speel ik ze liever zo dan dat ik er zelf mee op pad ga. Ze komen namelijk meer één voor één thuis dan wanneer ik ze zelf wegbreng.

Smile for the camera

Het complete terrein hier, waaronder alle duivenhokken, het huis en de loods, wordt al tientallen jaren van binnen en buiten beveiligd met diverse camera’s en alarmsystemen. Helaas is dit nodig. Weet dus dat alles wat hier gebeurt of wordt ontvreemd, tot zo klein als een potje capsules, wordt geregistreerd.

Moesten we hier in de lager gelegen afdelingen 1:1.000 selecteren, dan hadden we niet veel duivenvoer nodig. De aantallen duiven dalen met de week hard en veel grote inkorvers kennen we hier niet. De NPO-vluchten op de dagfond of de overnacht halen amper de 3.000 duiven, dan kun je per duizendtal selecteren wel uit je hoofd zetten.

Veel liefhebbers zijn ongerust omdat hun jongen nog niet trainen. Men maakt elkaar gek. Zelf speen ik nog steeds bij en dan trainen ze natuurlijk ook niet. Toch doe ik het zo al 30 jaar en ik heb daar geen seizoen minder om gepresteerd. Als ze niet trainen kan je ze ook niet verspelen. Nu al volop trainen, terwijl we pas in juli starten, is nergens voor nodig. Kortom, blijf rustig en laat je jonge duiven eerst eens goed uitgroeien en aan de omgeving wennen.

Vandaag ben ik op controle geweest bij Belgica de Weerd en zoals verwacht was alles in orde.

Voor mezelf zit de kweek er inmiddels op. De laatste jongen worden begin april gespeend. Op de vechtpartijen in de eerste ronde na verliep het kweekseizoen perfect.

Hier zitten 24 kweekkoppels en vier testkoppels van mijn Chinese vriend. Natuurlijk zijn dit niet allemaal sterkwekers. In mijn hele leven heb ik maar enkele kweekduiven gehad die met verschillende partners ieder jaar redelijk goede gaven. De meeste gaven af en toe een redelijke.

Zo heb ik ook kweekkoppels gehad die in één jaar drie (van de vier) goede gaven, maar in de jaren erop niet één meer. De meeste lijken 1 of zelfs 2 jaar over te slaan. Het Gouden koppel bijvoorbeeld gaf de eerste jaren louter goede, daarom bleven zij bijeen. Plots kwam er 2 jaar niets fatsoenlijks uit, om vervolgens de draad weer op te pakken en met grote regelmaat goede te geven.

De leeftijd lijkt niet uit te maken. Mijn beste kwekers gaven tot het einde van hun vruchtbare periode goede duiven (vaak wel met een jongere partner). Dus ja, wat kwekers betreft: eens ze enkele goede hebben gegeven zou ik ze niet te snel verwijderen wanneer ze een mindere periode hebben.

Echte kweekkoppels heb ik er in mijn hele leven trouwens maar twee gehad: het Millennium koppel en het Gouden koppel. Vandaar dat ik de term ‘superkoppel’ nooit te serieus neem.

Vroeger zei iemand die graag verkocht tegen mij: “Een kweekkoppel moet je maken”. Bij hem kwam zogezegd alles uit dat ene koppel, waarvoor men flink geld betaalde voor de jongen. Met de DNA-testen van nu gaat deze vlieger gelukkig niet meer op.

Zo zijn er ook mensen met een bekende topvliegduif die grof geld ontvangen voor jongen, broers, zussen of kleinkinderen daarvan. Ik zou de vijf best presterende jongen van die topvliegduif wel eens willen zien. Hun prestaties, uiteraard.

Daarbij zou ik zelf de pluimpjes van die superduif en de jongen wel eens willen trekken en opsturen voor DNA-onderzoek, want dit kan wel eens een koude douche zijn. Dat er wel eens met DNA gerommeld wordt, waarbij de liefhebber zelf de pluimpjes kan trekken en opsturen, is inmiddels wel duidelijk.

De oude duiven hebben hun eerste training van 30 km gehad. Als het weer het toelaat gaan ze met alle trainingsvluchten mee. Normaal doe ik dit niet, maar de dagfond begint op 24 mei en de eerste drie vluchten zijn meteen het zwaarst. Daarbij gaan ze hier elke week mee en tussen de dagfond zijn ook nog de 450 km vluchten, dus het is bijna elk weekend 6+ uur vliegen.

Wil je met zo’n programma wekelijks aan kop vliegen, dan moeten je duiven super worden verzorgd en goed worden opgevangen na iedere vlucht. Hiervoor zijn de juiste vitaminen, eiwitten (Prestavit) en vetten (NPO-mix) onmisbaar!

Ik wil dat ze goed zijn ingevlogen voor de eerste dagfondvlucht, daarom traint alles hier maar 1x per dag. Als ze goed zijn ingevlogen, gaan ze alleen op maandag, dinsdag en woensdag een uur los. Ik denk dat je het zo wel een heel seizoen kunt rekken. Duiven die tweemaal daags trainen en waarmee men ook nog rijdt, halen het einde van het seizoen niet.

De duiven moeten nu kogelrond staan. Als ze te scherp aan het seizoen beginnen, krijg je dat er niet meer aan als het de eerste weken geregeld kopwind is. Ze moeten nu ook kerngezond zijn om in conditie te kunnen komen. Als je nu al achterop raakt, kom je er niet gemakkelijk meer bij. Vandaar dat de start van het seizoen voor een allround speler zo belangrijk is.

Jonge duiven

De jonge duiven doen het erg goed. Ik speen wekelijks bij, dus er zit inmiddels toch een forse ploeg. Hier worden ze direct na het spenen gevaccineerd met rota/PMV en in een later stadium doet de dierenarts nog de verplichte PMV-enting.

Ze krijgen om de dag Naturaline met look in het water en dagelijks Origanum Red en Champions Mineralenmix over het voer. Tweemaal per week doe ik daar nog een schepje Prestavit bij.

Verder geen preventieve kuurtjes hier. Wie zich niet gezond kan houden, vertrekt gewoon. Zo’n 4 weken voor aanvang van het seizoen ga ik – net als bij de oude duiven – om een uitgebreide controle. Mankeren ze niets, dan doe ik ook niets.

Dit jaar geen bodembedekking, want ik ben toch niet zo overtuigd van de beukensnippers die je overal mee naartoe sleept. Daarbij liep alles vol met kleine beestjes onder die snippers. Misschien dat ik daarom de luis slecht van de duiven kreeg vorig jaar.

Ik schraap nu liever eenmaal daags alle hokken. Ik heb een schraper aan een lange steel vastgemaakt en daarmee is dit een fluitje van een cent. Na het schrapen van de vloer strooi ik er wat nieuw schelpenzand over en klaar is Kees.

Binnen nu en 4 weken is de eerste prijsvlucht. Hier zijn veel oude duiven helaas al uitgeschakeld. De meeste hiervan zijn gepakt of geblesseerd geraakt door de dagelijkse roofvogelaanvallen. Ik zou ze wel kunnen opleren elke dag, maar dan wacht hij ze gewoon op bij het thuiskomen.

Bij de jonge duiven kijk ik er niet meer naar, ik zie wel wat er nog zit wanneer er chipringen om gaan. Je doet er toch niets aan, gewoon spelen met wat er nog over is. Zou ik van enkele duiven afhankelijk zijn, dan zag het er toch al slecht uit.

De jonge duiven trekken hun rondjes al goed, dat is dan weer een voordeel van al die jachtpartijen. Ze zijn erg alert en ook de laatst gespeende jongen hangen snel in de lucht. Tellen doe ik ze nooit. Wat weg is, is pech.

Nu scheelt het natuurlijk wel dat ik vroeger altijd maar met een paar duiven speelde, zo’n 18 oude en 60 jonge duiven. Ook toen vloog ik vaak genoeg top 10 NPO. Daarom boeit het me niet zo heel erg met hoeveel duiven ik de wedvluchten aanvang.

De oude duiven zien er goed uit. Ze trainen goed en zijn er dus klaar voor. Ze worden nog verduisterd tot half mei, daarna worden ze gelijk bijgelicht van 05.30u tot 22.30u.

Bij de doffers gebruik ik het warme licht en bij de duivinnen de daglichtlampen, al denk ik dat het warme licht meer sfeer in het hok brengt dan die daglichtlampen. Beide van de bouwmarkt, trouwens.