Ik bekijk wekelijks de afdelingsuitslagen op Compuclub om te zien wie de sterkste spelers zijn in de verschillende afdelingen. Daarnaast lees ik de uitslagen in De Duif of op Facebook.

Regelmatig zie ik liefhebbers hun hele speelgebied domineren met de eerste 10, soms zelfs de eerste 30 prijzen, tegen meer dan 1.000 duiven. Mijn verbazing is dan groot wanneer ik ze opzoek in de afdelingsuitslag van diezelfde vlucht: ze staan soms nauwelijks op het eerste blad.

Natuurlijk kan dat een keer gebeuren, maar meerdere keren per jaar? Dan vraag ik me af hoe sterk de concurrentie is in het gebied waarin men speelt.

In ons rayon heb ik nog nooit iemand de eerste 30 zien pakken. Sterker nog: als je de 5e prijs wint in het rayon, sta je vaak ook in de top 10 van de afdeling. Dit jaar won onze vereniging maar liefst zeven keer de 1e prijs in de afdeling. Meerdere keren stonden de eerste vier van onze vereniging ook in de top 10 van de afdeling – en dan heb ik het nog niet eens over het rayon.

Als men punten haalt uit rayons waar men wekelijks moeiteloos de eerste 10 speelt, dan stellen die nationale kampioenschappen natuurlijk weinig voor. Zoals ik al vaker heb gezegd: die punten moeten uit de afdelingen komen.

Nu is er een nieuwe kans met de invoering van de districten. Laat alleen de vluchten meetellen die binnen de districten vervlogen worden, waarbij de punten ook uit het district komen. Het ene jaar zullen de kampioenen meer westelijk wonen, het andere jaar meer oostelijk. In het vroegere ZNB – dat wij hier kenden vóór de jaarwisseling – was dat niet anders. Alleen dan komt de ware kampioen bovendrijven.

Over België zullen we het maar niet hebben. Nationale Asduiven over drie of vier vluchten… dat gaat nergens meer om.

De beste jonge Olympiade-duif van dit jaar in Nederland zit bij Lex de Jongh – daar valt niet over te twisten. Wat heeft die Hooymans toch een geweldig kweekhok.

De beste marathon Olympiade-duif zit, net als enkele jaren geleden, weer bij Rien van Beers uit onze vereniging. Hij won driemaal de 1e NPO, en die duiven zijn dun gezaaid. Commercie interesseert Rien niet; de duif gaat volgend jaar gewoon weer mee.

Een liefhebber wilde weten hoe vaak ik ze nu een bad geef. Eenmaal per week vind ik meer dan genoeg. Hier doe ik enkele druppels chloor in en that’s it.

De duiven komen nu niet los. Ergens eind november, na de grootste rui, gaan ze af en toe weer naar buiten.

Mijn duiven krijgen alle dagen Origanum Red over de Championsmix/NPO-mix. Hier doe ik elke dag een schep Champions Mineralenmix overheen. In deze emmer zit alles wat ze verder nodig hebben, zoals grit, roodsteen en mineralen. Tweemaal per week voeg ik hier ook nog een schepje Prestavit aan toe.

De eiwitten en vitamines in de Prestavit hebben een gunstige werking op de aanmaak van een nieuw verenpak. Ik wil tenslotte mooie, zachte en goed uitgeruide duiven om het nieuwe seizoen mee aan te vangen.

De Origanum Red gaat hier 365 dagen per jaar over het voer. Dit doet zijn werking in de darmen en bouwt een perfecte weerstand op. Let wel, alleen bij dagelijks gebruik. Ik vind het superspul. Mijn duiven glanzen hierdoor mooi en worden er superzacht van.

Buiten de Baytril kuur en nog een tricho tablet straks krijgen de duiven niets. Er wordt t.z.t. een week lang een uitgebreid mestmonster verzameld en dat gaat naar twee dierenartsen. Als zij niets vinden gaat er ook geen enkel medicijn in de duiven tot aan de controle vlak voor het vliegseizoen. Ook dan geldt: vindt men niets, dan doe ik niets. Hoe minder medicatie je nodig hebt, hoe beter je seizoen verloopt.

Hier voer ik nu eenmaal daags tot er jongen in de schotel liggen. De duiven krijgen gewoon volop voer, maar alles moet wel elke dag op zijn. De rui vergt tenslotte veel energie. Na de rui krijgen ze weer wat minder om ze niet teveel te laten aanvetten.

Ik ben erg tevreden over de tot dusver verbeterde versies van de Championsmix en NPO-mix, die nog niet op de markt zijn. Ik test deze eerst zelf uit. Hopelijk lukt het om ze voor einde jaar voor iedereen beschikbaar te hebben.

De verzorging is erg gemakkelijk nu. Er zitten nog altijd zo’n 150 duiven als ik alle vliegers, kwekers, voedsters en reeds bestelde duiven bij elkaar optel. De komende weken gaat hier nog een deel van weg.

De vliegduiven zijn ruwweg op tal, maar ook die worden na de rui nogmaals geselecteerd. Ik heb nu eenmaal een hekel aan veel duiven, je verliest daardoor snel het overzicht.

Op een enkeling na moeten alle duiven die op het vlieghok worden doorgehouden toch echt per honderdtal hebben gespeeld. De helft heeft zelfs top 10 NPO gewonnen en dan nog vallen er daar jaarlijks duiven af.

Ook afgelopen jaar vielen haast alle aangeschafte duiven door de mand, op twee door mijn Chinese vriend aangekochte Verkerk duiven (kinderen van Ponto) na.

De eigen soort presteert hier nog altijd het best. Dat neemt niet weg dat ik altijd op zoek ben naar beter, al valt dit dus niet mee.

Ik vind het ook belangrijk dat er een klik is met de liefhebber. Wie enkel uit is op verkopen heb ik al snel door. Ik wil ze enkel uit de allerbeste hebben, anders kan ik er niets mee aanvangen.

Zo ben ik al op veel plekken geweest. De duiven die ik wilde hebben verkocht men niet. Die zij wél wilden verkopen, hoefde ik op mijn beurt niet. Dan houdt het ook snel op, natuurlijk.

Samenkweek kan een goede optie zijn, dat heb ik in het verleden ook veel gedaan. Van alle samenkweken is er nog één over waarmee ik het best ben geslaagd. Deze komt uit Olympic Jozef Eijerkamp x Dragon Girl.

Duiven bijhalen en testen is en blijft een belangrijk onderdeel van onze sport. Stilstaan is immers altijd achteruitgaan, net als denken dat er nergens betere duiven zitten.

Goede vriend Davy Tournelle (BE) had een superafsluiting met de jonge duiven. Van nationaal Bourges begon hij met de 2e nationaal en uiteindelijk 14 duiven bij de eerste 100. Hij had natuurlijk best wat ijzers in het vuur, maar dat doet niets af aan deze prestatie.

Hier is de rui in volle gang. Persoonlijk vind ik dat niet zo’n fijne tijd met al die pluimen elke dag. Zoals gezegd zitten de duiven aan een Baytril kuur, en nee, dat heeft geen nadelen voor de pluimen. Ik doe dit al heel lang en het lijkt dat ze er zelfs harder van ruien. Ik geef daarvan 2 ml op een liter. Een week na deze kuur volgt de enting met een levende entstof.

Halverwege oktober vinden er nog wat reparaties en aanpassingen aan het hok plaats. Het aanpalende schuine hokje, waar de vierde ronde in werd geplaatst, wordt afgebroken. Minder plek betekent automatisch minder duiven en die kant ga ik stilaan op.

Dit jaar heb ik het gehele seizoen hulp nodig gehad met de manden het lokaal indragen. De kracht in mijn arm lijkt te zijn verdwenen na die operatie. Mijn rug kan ook alleen maar slechter worden en niet beter, daarom dus minder duiven om het plezier te kunnen behouden.

Tot aan de start van het vliegseizoen heeft mijn overbuurman de verzorging van mij moeten overnemen. Sindsdien ben ik wel weer meer zelf gaan doen, maar het is nog altijd behelpen. Daarom mag ik achteraf gezien niet klagen over de resultaten.

Bij de jonge duiven werd ik in de afdeling 1e hokkampioen onaangewezen en 2e Asduif met Blue Rossi, achter die topduif van Joeyie Heeren, wat een kleindochter is van Avatar.

Blue Rossi is een volle broer van Special Rossi, die vorig jaar als jong 1e Gouden Crack FZN werd.

Special Rossi kwam de tweede vlucht zwaargewond terug en heeft zelfs nu nog een deuk in zijn borstbeen. Even dacht ik dat het einde verhaal was. Na 4 weken besloot ik hem enigszins hersteld toch een nieuwe kans te geven en toen won hij gewoon nog eventjes 7x per tiental.

Goede doffers als deze kweek je niet snel. Dit jaar had ik er verschillende, maar helaas ben ik er ook meerdere kwijtgeraakt.

De naam van deze broers verraadt het al; beide zijn inteeltproducten van Super Rossi. De vader is een kleinzoon en de moeder een kleindochter van Super Rossi.

De vluchten zijn weer voorbij. De afsluiter was een waaivlucht en dan kan je het hier wel vergeten. Ik begon met de 15e prijs in de afdeling, dus geen top 10 deze keer. Het viel me niet tegen dat ik in de vereniging nog wel de 1e en 2e had tegen de achterkant. Ook hier kwam de eerste duif al vanachter en dan weet je het doorgaans wel.

Al bij al viel dit seizoen niet tegen, de verliezen daargelaten. Jan Timmermans won op de laatste vlucht in Friesland nog de 10e prijs in de afdeling met een stevige inteelt Super Rossi, ook daar is dus sprake van tevredenheid.

De duiven zijn al geselecteerd. Althans, de voorselectie. De definitieve selectie volgt na de ruiperiode. Ze moeten hier minstens 1x per honderdtal vliegen om te mogen blijven. Voor een zeldzaam geval wordt een uitzondering gemaakt.

Doordat er dit jaar in Brabant veel duiven wegbleven en veel liefhebbers hun kansen daarom op de nalijn waagden, bleef er een selecte groep jonge duivenspelers over. Zij kwamen uiteraard wel met kwaliteit opdraven en dan zijn er dus weinig duiven in concours, maar wel goede. Probeer dan maar eens per honderdtal te vliegen.

Ik roep al jaren dat er hier in Brabant niet met de massa gespeeld wordt, zoals bijvoorbeeld in Zuid-Holland. Wederom een enkeling daargelaten. Men verliest in Zuid-Holland minder duiven doordat ze veel instapvluchten hebben. Midden in de week staan zij immers altijd wel ergens te lossen. Dit is iets waar andere afdelingen wat van op kunnen steken.

Volgend jaar gaan we naar nieuwe indelingen; voor sommigen een vloek, voor anderen een zegen. Heel wat hokken zullen minder uit de verf komen en sommige juist beter. Eén ding is zeker: wil je concoursen winnen dan moet je óf oostelijk óf westelijk in de afdeling liggen. Met een centrale ligging ben je nooit echt in het voordeel, maar tegelijkertijd ook nooit echt in het nadeel.

Duivensport is natuurlijk een windspelletje, we zagen dat zaterdag in Oost-Brabant en in Afdeling 9. Met massa’s duiven in concours én een gunstige ligging kan je een concours volledig oprollen. Zij kunnen daar niets aan doen, maar het NPO-bestuur is in mijn ogen onvoldoende betrokken bij wat er leeft. Het is niet meer van deze tijd dat de verschillen tussen inkorvers zó groot zijn.

Ik blijf erbij; je mag zoveel duiven inkorven als je wilt, maar er komen max. 80 jonge duiven in aanmerking voor de uitslag en max. 60 oude. Op die manier kom je 95% van de leden tegemoet door ze een eerlijk gevoel te geven.

Over de Grootmeesters wil ik ook nog wel iets kwijt. Sommige hebben daar alles voor over. In Afdeling 5 pakte iemand op BENZING Live zijn 21e getekende. Niets mis mee, maar hij had op de uitslag maar acht duiven mee. De overige stonden als invliegduif, wat volgens mij toch echt niet meer mag.

Zo vroeg iemand uit het buitenland waar hij de standen van de Asduiven Jong kon vinden. “Op Compuclub”, zei ik. Daar staat een hele rij met verschillende competities. Wel vertelde ik erbij dat de Asduiven Jong, waarbij ook de natoer vermeld staat, niet eerlijk is. Het is tenslotte concoursvervalsing dat er ook oude in dat concours zitten, wat het aantal duiven beïnvloedt.

Als er bijvoorbeeld 7.000 duiven in concours zijn en daar zitten 3.000 oude duiven tussen, klopt de formule van het berekenen niet meer. En in mijn ogen kan een jonge duif alleen als “beste jonge duif” worden aangewezen wanneer die enkel tegen andere jonge duiven vliegt.

Wij hebben in Brabant Asduiven Jong tien prijzen behaald op de twaalf vluchten die de jonge duiven hebben gevlogen. Dat zijn volgens mij de beste, want die hebben aan alle vluchten en omstandigheden deelgenomen. Met andere woorden, dat zijn de echte allround doorzetters. Erg jammer dat men daar geen nationale competitie voor heeft.