Alle hokken zijn van binnen en buiten met een hogedrukreiniger onder handen genomen, dus al het stof is weer van de wanden en plafonds. Daarna heb ik de hokken stevig ingespoten met Vircon S. De hokken van de jonge duiven staan tot de 3e week van januari leeg, de oude duiven zitten op hun plaats.

Bij de vliegduiven moet ik nog beslissen wie van de drie doffers en twee duivinnen moet vertrekken. Ze hebben in principe allemaal voldaan of hebben mijn vertrouwen. Ik laat eerst de rui zijn gang gaan. Ze komen regelmatig los, wat al een jaarling gekost heeft, dus er zullen er vast nog meer sneuvelen.

Er zijn nog 30 koppels aanwezig. In principe heb ik aan 20 koppels genoeg om het oude duivenseizoen af te werken en ik vind 40 een mooi getal om mee te spelen. Daarbij heb je om vluchten te winnen gewoon kwaliteit nodig. Om hele concoursen op te rollen, moet je met massa komen.

Ik ben nooit een liefhebber geweest van veel oude duiven. Het draait immers alleen om de beste en daar steek ik graag mijn aandacht in. Jonge duiven daarentegen wil ik wel genoeg hebben, daar wil ik in kunnen selecteren en uiteindelijk 75% overhouden die voldoet om de oude vliegploeg te verversen.

De selectienorm bij de jonge duiven ligt in een normaal seizoen hoog hier: minimaal een à twee keer 1 op 100 en meer dan 50% 1 op 10, anders geen verblijfsvergunning. Ik moet wel bekennen dat ik dit jaar de selectienorm bij heb moeten stellen door alle ellende in het voortraject en te weinig selectieve vluchten.

Ik zie graag een aantal vluchten boven de 350 km met 1100 tot 1250 mpm, dat zijn de vluchten waar ik op selecteer. Duiven die daar als jong vroeg kunnen vliegen, kunnen als jaarling vaak de zwaardere dagfondvluchten aan.

Let wel: met de oude duiven is het vaker wind op kop dan met de jonge duiven, is de laatste jaren gebleken. Om die reden heb ik nog steeds niet begrepen waarom die minimale afstand met de jonge duiven nog niet opgeschroefd is naar 550 km midden in de afdeling.

Liefhebbers die dit niet willen of durven spelen, kunnen daarbij uitwijken naar de nalijn. Voor de jonge duivenspelers is dit echter de ultieme droom, wat de duivensport ten goede zal komen. Nu we het er toch over hebben…

Nationaal vliegprogramma

Een nationaal vliegprogramma zal in mijn ogen nooit slagen. We kunnen beter Nederland in tweeën delen of desnoods in vier sectoren spelen (Nederland door de lengte en dan nog eens doormidden). Alle vluchten boven de 300 km kunnen we dan sectoraal vervliegen.

Dit zal er op den duur toch van komen. Er zullen dan minder problemen zijn met het vinden van losplaatsen of kruislossingen en alles zal goedkoper worden. Ook zal er dan sneller gelost kunnen worden, zonder dat we moeten wachten tot alle groepen per afdeling los zijn of dat we elkaar in de weg staan tijdens het lossen.

Die korte snertvluchten waar ze mee willen beginnen van amper 145 km gaan onder de rivieren een hels probleem worden. In België zijn bijna geen losplaatsen te vinden en daar zullen afdelingen 1, 2, 3, 4, 5 enz. toch moeten lossen, willen ze 145 km spelen.

Zoals het nu gaat met al die afdelingen en stugge kiesmannen die nergens voor willen wijken, gaat de gehele duivensport in Nederland richting ondergang, vrees ik.

Erwtenstro en tabakstelen

Vanaf heden weer nieuwe voorraad erwtenstro en tabakstelen 2,5 kg verkrijgbaar aan ons adres in Hoeven. Wees er snel bij, want vooral voor erwtenstro geldt: op = op.

In België discussieert men om naast het elektronische systeem ook de controlegummi in te voeren. Persoonlijk heb ik personen die de duivensport op een oneerlijke manier willen bedrijven, nooit begrepen.

Je moet jezelf een hele bink voelen als je iemand op een oneerlijke manier van zijn prestatie af wilt houden. Ik dacht zo ook altijd over dopinggevallen, maar fraude moesten ze 10x zwaarder bestraffen. Zo’n iemand zou nooit meer duiven moeten mogen houden.

Enten tijdens de rui

Onlangs las ik op de website van de allerbeste een interessant stukje van Hans van der Sluijs over het kuren en enten van duiven tegen paratyfus. Het is de moeite waard om dat eens aandachtig door te lezen.

Ik ben het oneens als het gaat om het niet enten tijdens de rui. Ik doe dit namelijk al jaren tegen zowel pokken, paramyxo als paratyfus en heb hier nooit nadelige gevolgen van ondervonden. Sterker nog: de duiven zijn dan op hun zwakst, wat alle ziektes de kans geeft om de kop op te steken. Juist op dat moment moeten we dit aanpakken.

Baytril

Hetzelfde geldt voor een kuur met Baytril, het beste middel als je vermoedens van paratyfus hebt. Ik doe dat hier eens per drie jaar, maar ik ken genoeg Belgische tophokken die het elk jaar direct na de vluchten doen. Zij kuren dan 10 à 14 dagen met Baytril. In het seizoen moet je er vanaf blijven, het blijft natuurlijk een ontzettend zwaar middel.

De kweekduiven zitten hier weer netjes in hun eigen bak. De vliegduiven gaan met dit weer dagelijks even los, om hun conditie op peil te houden en scherp te blijven.

Het is een genot om ze met dit mooie weer (vorst in de ochtend en zon erbij) hoog in de wolken te zien klimmen. Wel is het zo dat wanneer ze uitgevlogen zijn, ze gelijk naar binnen gaan. Als ze binnen komen stormen, weet ik dat er op hun gejaagd is.

De meeste verduisterde duiven moeten nog twee à drie pennen ruien, maar die worden dan ook pas begin februari gekoppeld.

De meeste kampioenschappen zijn inmiddels bekend. Bij de Nationale kampioenschappen moet ik nog drie trofeeën ophalen en Jan volgens mij ook drie. Bij WHZB twee stuks, waaronder 10e beste liefhebber en 3e Asduif. Vorig jaar was ik 11e meen ik, dus één plaatsje opgeschoven. Ook Jan mag op het podium klimmen, dus dat is geslaagd.

Duivenvoer succesvol

De Championsmix en NPO-mix doen op steeds meer plaatsen hun intrede. We krijgen er steeds meer complimenten over en ook vanuit het buitenland komt er steeds meer vraag naar. Kampioen Van der Stouwe-Douna uit het noorden lijkt ook te zijn overgestapt.

Kampioenen…

Ik hoorde van een Engelsman dat de Golden Ten wederom een succes was met gemiddeld hoge prijzen.

Je ziet onder andere op PIPA dat steeds meer Nederlandse kopers het gevecht aangaan met buitenlandse kopers en ook nog eens aan het langste eind trekken. Zij hebben het voordeel dat ze weten wat ze kopen. Buitenlanders geloven iedereen hier nog steeds op hun blauwe ogen.

Als je toch ziet wat voor bedragen ze neertellen bij sommige vermeende kampioenen die al jaren niet meer op een podium hebben gestaan, waar dan ook… Dan kun je alleen concluderen dat ze slecht op de hoogte zijn van de echte kampioenen en deze niet kunnen onderscheiden van de commerciële, neppe kampioenen.

Het postduivenseizoen 2018 is voorbij en de voorbereidingen voor 2019 zijn alweer in volle gang.

Ik kijk terug op een superjaar als 1e Provinciaal hokkampioen bij de oude en 1e Provinciaal hokkampioen bij de jonge duiven. Voeg daar nog acht teletekstvermeldingen (waaronder 3x de 1e NPO) aan toe, en je mag niet mopperen.

Ook bij Jan in Friesland ging het fenomenaal met diverse teletekstvermeldingen bij de oude en jonge duiven. Tevens 1e Provinciaal en 2e Nationaal Asduif bij de jonge duiven. Ook bij Jan is nog volop verbetering mogelijk, dit is iets waar we in 2019 zeker aan gaan werken.

We werken samen toe naar een ijzersterk kweek- en vlieghok bij de oude en jonge duiven. Om die reden dat er geen topduiven verkocht worden, deze verhuizen direct naar de kweek.

Men heeft nog drie dagen de gelegenheid om te bieden op een bon op TopPigeons. Dit zal ongeveer de laatste zijn dit jaar. Ook op PIPA komt dit jaar niets te koop, maar daar zullen ergens in februari circa acht jonge duiven uit de beste geveild worden.

Maximal Rocket werd vorig jaar 1e beste Vitesse duif bij de PIPA Rankings, dit jaar 2e. Ik durfde haar op de nalijn niet meer te spelen, ze zit nu op de kweek.

Gisteren nog naar de provinciale prijsuitreiking geweest. Een lange zit zoals altijd, maar het eten was perfect. Ik verkeerde in goed gezelschap van de bijna 91-jarige Geert Kouters, die nog op het podium klom met de eveneens bijna 91-jarige Jan Ernest.

Bij zulke veteranen van de duivensport zou men eens een kerstreportage moeten schrijven, nog allebei springlevend en in het bezit van postduiven. Zo zijn er nog wel enkele bekende liefhebbers op leeftijd met een roemrijk verleden en nog steeds actief, zoals bijvoorbeeld Jan Theelen.

Het is ronduit jammer dat niet één duivenkrant of website bij zulke mannen een reportage maakt. Zij hebben hun prestaties behaald in een tijdperk dat er nog echte toppers waren.

Ik herinner me toen ik eind jaren ‘80 serieus ging spelen met de jonge duiven, dat er amper te spelen viel tegen vader en zoon Kouters uit de Noordhoek. Nadien zijn ze op de overnacht verder gegaan en stonden ze ook daar weer op het hoogste podium, zonder ook maar iets met commercie van doen te hebben.

Ook Rien van Beers uit Zevenbergen is zo’n iemand. Hij heeft een duif op het hok, zo’n goede heeft nog nooit op de overnacht gevlogen. Wat denkt u van 1e, 2e, 4e, 7e, 7e, 14e, 21e NPO zonder dubbelen. Ook nog even de beste overnachtduif van Nederland, een topper in de hand en natuurlijk Olympiade kandidaat.

Ik heb hem mogen beoordelen en vier prachtige kinderen van hem kunnen bemachtigen. Rien is een liefhebber zonder kapsones. Op de ouderwetse manier duiven klokken, gewoon nog met de hand op hokken die de tand des tijds hebben doorstaan. Zelden heb ik het zo eenvoudig gezien.