Argenton

Argenton is de laatste oude duivenklassieker van het jaar. Eerder deze week wilde ik er nog 100% voor gaan, maar de vooruitzichten zijn slecht. Het lijkt er steeds meer op dat het zondag wordt, als ze überhaupt worden gelost. Daarom heb ik besloten om niet 30, maar 20 duiven mee te geven.

De tien beste blijven thuis. Verschillende zijn jaarling, maar toch gaan er zes vervroegd naar de kweek. In de duivensport blijft het vooruitkijken. Wat ook meespeelt is dat ik vorig jaar enkele goede jaarlingen ben kwijtgeraakt op de laatste dagfond vlucht. Deze waren toen ook bestemd voor de kweek.

De duiven blijven nu bijeen en de eitjes gaan naar Jan, daarna leggen ze nogmaals en brengen ze een jong groot.

Een goed kweekhok is de basis voor een goed vlieghok. Beide hokken moeten regelmatig worden verjongd. Eens in de 5 jaar moet je een topjaar beleven, zodat je flink kunt gaan vervangen in het kweekhok.

Uit duiven waaraan ik veel plezier heb beleefd op het vlieghok, is niets verkrijgbaar. Deze duiven wonnen meermaals erg vroeg op de vluchten. Verschillende wonnen minimaal 4x top 10 in de afdeling, net als hun ouders.

Nationale vluchten

Men had de nationale oude duivenvluchten eerder moeten vervliegen, dan waren er veel grotere deelnames. Ik begrijp ook niet dat we in een Olympiade jaar geen attractievlucht over heel Nederland hebben met de jonge duiven.

Nationaal Orléans zette Nederland vroeger wereldwijd op de kaart. Vandaag de dag vragen buitenlanders mij nog steeds wanneer nationaal Orléans is. In 2010 won ik één van de laatste edities. Ik had de snelste tegen 60.000 duiven, al speelde de verdere afstanden vanuit een andere locatie.

Waarom in een Olympiade jaar geen jonge duivenklassieker? Desnoods vanuit twee verschillende losplaatsen. Ergens eind augustus of begin september. Een gemiste kans, als je het mij vraagt.

Onze duiven worden steeds beter begeleid, je ziet dat ook op de meerdaagse vluchten die ondanks het weer steeds vlotter verlopen. Vaak met jaarlingen die als jong amper buiten de landsgrenzen hebben gevlogen.

Kilometerangst

Onze jonge duiven kunnen meer aan dan we denken. Vergeet niet dat zij met die korte loopjes met de wind erachter ver doorslaan en vaak 8 uur in de lucht hebben gehangen alvorens ze goed en wel thuis zijn.

Enkele onbekwame leden hebben ervoor gezorgd dat de eerste vlucht werd ingekort, waardoor we nu op slechts 245 km staan. De kans is groot dat we dit weekend niet losgaan en dan weet je dat je volgende week op dezelfde afstand staat. Een falend beleid, ik kan er helaas niets anders van maken.

Jonge duiven moeten minstens 2 à 3x boven de 400 km op de kortste afstand in de afdeling hebben gevlogen. Gebeurt dit niet, dan hebben ze als jaarling onvoldoende ervaring. Ze moeten als jaarling immers binnen enkele weken naar 350 km. Dan kunnen er plots wel stappen worden gemaakt, maar als jong durven ze de afstand met amper 10 km per week te vergroten.