Alle dagen los

De jonge duiven gaan nu hele dagen naar buiten. Natuurlijk zit ik ook met roofvogels, al zijn die hier niet de grootste veroorzakers van het verliezen van jonge duiven.

Al mijn jongen worden gestempeld, dat doe ik meer voor de particulier die zo’n verdwaald jong in de tuin opraapt. De meeste jongen die opschrikken van een aanval lopen in een straal van 10 km bij andere hokken binnen. Die denken kennelijk dat ik louter goede kweek, want daarvan krijg ik zelden of nooit bericht.

Ik heb de jonge duiven in het verleden op verschillende tijdstippen losgelaten, maar als een rover eenmaal weet dat er wat te halen valt, maakt het tijdstip niet meer uit. Hij komt elk dagdeel langs. Enkele dagen vasthouden heeft ook weinig nut, want die beesten hebben alle geduld van de wereld.

Van de oudere ploeg jongen pakt hij er geen meer, die zijn inmiddels alert genoeg. De jongen die pas net buitenkomen daarentegen, vormen een gemakkelijke prooi. Tellen doe ik niet, want daar schiet je niets mee op.

Ik schrik nog vaak van het hoge aantal leden dat jaarlijks afhaakt. Op dit tempo is er over 5 jaar geen spel meer onder de 300 km, omdat we in steeds grotere spelgebieden komen en 30 km zullen moeten rijden om in te manden.

De duivensport zal niet snel uitsterven, maar de sport zal er binnen nu en 5 jaar wel heel anders uitzien. De trend lijkt onomkeerbaar en we moeten ons hoofd hiervoor niet in het zand steken.

Heeft het nog wel zin om te investeren in snelle duiven, kun je je afvragen. Als we in spelgebieden komen waar de afstanden 75 km of meer uit elkaar liggen, heeft het spel onder 300 km geen zin meer.

Zo hoorde ik onlangs een voorstel om in de afdeling alleen de eerste drie kampioenen per categorie nog een trofee te geven en de rest een diploma, omdat alles te duur wordt. Begrijpelijk, maar ik denk niet dat er dan nog veel mensen op de prijsuitreiking afkomen.

Ik werd nog gebeld door iemand die een woning had gekocht waar ooit een duivenhok in de tuin stond. Hij vroeg zich af of hij zich ongerust moest maken over vervuiling van de grond door bacteriën en of hij daardoor last van zijn longen kon krijgen.

Nu kwam er onlangs een stukje bij Hart van Nederland over overlast van zwerfduiven in steden, en dat die allerlei ziektes zouden verspreiden. Misschien dat de beller dat heeft gezien en dus ongerust werd. Uiteraard heb ik hem verteld dat hij zich geen zorgen hoeft te maken. Immers, in de natuur vliegen overal vogels die overal poepen. Dan zou niemand ooit nog naar buiten kunnen…

Het is wel jammer dat buitenstaanders kennelijk zo over onze mooie hobby denken. Enerzijds werken we daar natuurlijk zelf aan mee. De duivensport komt zelden positief in beeld, of er moet ergens een hele dure duif verkocht worden, daar vindt men wel zendtijd voor.

Misschien een idee voor het NPO om een programmamaker eens iets te laten maken over de mooie kanten van onze sport. We zouden een breed bereik kunnen hebben.