De enige nationale

Zaterdag is de enige nationale dagfondvlucht uit Issoudun met een overvlucht van meer dan 250 km op de kortste afstanden. Normaal niet te doen met een kopwind, maar ditmaal lijkt het anders met tot nu toe een overwegend WZW wind.

In de lager gelegen gebieden Zeeland en Brabant zullen de vroegste duiven waarschijnlijk niet vallen. Vandaar dat men beter alle dagfondvluchten sectoraal over vier sectoren kan spelen, de kansen zijn dan beter verdeeld en er is geen enorme overvlucht.

Ik vermoed dat de twee in topvorm verkerende hokken in Afdeling 10 flink zullen uitpakken, al weet je dat natuurlijk nooit zeker. Als er overwegend west in de wind zit, speelt de ligging van een hok ook mee. Hoe oostelijker, hoe meer kans je maakt bij een westenwind. Maar goed, een vroege duif kan overal vallen.

Mijn jonge duiven lijken verlost te zijn van one eye cold en vertrekken naar Quiévrain (143 km). Ze zijn echter nog verre van in de vorm waarin ik ze graag wil zien.

De Belgen spelen volgende week Bourges met hun jonge duiven. Wat kijken veel Nederlanders met jaloerse blikken naar het spel in België. Ze krijgen het daar elk jaar weer voor elkaar terwijl in Nederland in principe helemaal niets kan.

Er is in België spel voor iedereen op elke afstand. Instapmogelijkheden zijn er elke week en nationale en provinciale vluchten kan men ook zo goed als wekelijks spelen.

Een groep fanatieke 40/50-ers zou in Nederland aan de macht moeten komen om het spel en het tij in onze sport te keren. Momenteel stevenen we versneld af naar het einde ervan.