Ik heb het geluk gehad dat ik het Millennium koppel tegen elkaar zette. Daar zijn inmiddels meer dan 40 verschillende (klein)kinderen uitgekomen die top 10 NPO wonnen, alsook top 10 nationale Asduiven, een Olympiade duif en zes duiven die de 1e NPO wonnen.

Op de verschillende kweekhokken in Brabant en Friesland zitten 20 kinderen waarbij degene die gevlogen hebben top 10 NPO behaalden of meerdere 1e prijzen in groot verband wonnen. Die niet gevlogen hebben gaven top 10 NPO-winnaars en top 10 nationale Asduiven, waaronder meerdere 1e prijswinnaars.

Bij Bas Verkerk zit een zoon die hem dit jaar de 1e Asduif dagfond gaf. Grey Millennium, Olympic Millennium, New Millennium, Miss Millennium en Avatar zijn allen kinderen die qua kweekkwaliteit ver boven de rest uit steken. Zij gaven elk al meerdere top 10 NPO-winnaars.

Avatar bijvoorbeeld won zelf in Friesland als jong de 1e NPO Quiévrain tegen 13.331 duiven en de 41e NPO Niergnies tegen 11.597 duiven. Hij is inmiddels vader van deze zes kinderen:

  1. Avatar’s Girl (2e NPO Sens 8.754 d. en 8e nationaal Asduif)
  2. Millennium Ava (3e NPO Chateaudun 6.277 d.)
  3. Special Ava (4e NPO Melun 16.023 d.)
  4. Mad Max (7e NPO issoudun 7.183 d.)
  5. Super 62 (7e NPO Issoudun 2.472 d.)
  6. Fighter Avatar (6e NPO Sens 8.754 d.)

De duiven gaan zo hun eerste leg leggen. Binnenkort bekijk ik van welke koppels ik de eitjes wil en verleg. Vaak laat ik me daarin leiden door gevoel. Welk koppel past goed op elkaar en waar zie ik potentie in.

Ik las het stukje van A.S. over bonnenschenkingen en daar heeft hij een punt. Ik schenk al jaren niet meer aan verenigingen. Bij hoge uitzondering deed ik dat vorig jaar in de eigen vereniging en dit jaar op aandringen van Jan in zijn vereniging, welke nu op GPS-Auctions staat.

Deze bon werd al snel hoog ingezet en dus stroomde de mailbox vol met aanvragen van allerlei verenigingen. Ik had immers aan één vereniging iets geschonken en dan krijg je inderdaad de vraag: waarom zij wel en wij niet? Achteraf gezien heb ik dus spijt die ene bon te hebben geschonken.

Elke vereniging zit in nood, dat weet ik wel, maar dat kan je beter oplossen door sponsoren te zoeken of het lidgeld te verhogen. Kom je dan nog niet uit, dan is fuseren met andere kleine verenigingen het overwegen waard.

Mensen die een bon kopen moet je netjes ontvangen en als het kan iets goeds meegeven. Ik schenk bijna altijd één koppel eitjes, maar de meeste gaan met twee koppels naar huis. Enerzijds omdat ze er veel voor moesten betalen bij de organisatie, anderzijds omdat ik nadien geen gezeur wil dat er een kapot is, onbevrucht is of niet uitkomt. Zou ik 40 bonnen schenken dan zijn dat 80 koppels eitjes. De meeste zullen anders denken, maar ik heb hier geen legbatterij.

Vaak hebben de bonnenafhalers ook nog talloze vragen. Ze komen om een bon en zitten er uren later nog. Een paar keer per jaar is dat niet erg, maar zou je 40 bonnen per jaar schenken zoals sommige doen, dan houd je geen vrije tijd meer over.

Dit jaar kwam men in oktober nog een bon verzilveren, ik was dat zelfs al vergeten. Over al deze dingen moeten de organisatoren ook eens nadenken. Zelf schenken die hoogstwaarschijnlijk ook maar één bon per jaar.

Natuurlijk is er een categorie mensen die om bezoekers verlegen zit wegens de gezelligheid en dat is prima. Ik daarentegen niet, mijn dagen zitten tjokvol bezigheden. Duivensport beoefenen, een tuin en gezin onderhouden, fietsen voor mijn rugklachten, etc.

Dit jaar dus drie kansen om een bon te bemachtigen bij P.V. De Griffioen, de FZN en de Nationale Fondspiegel. Dan kan men denken ‘de eitjes die je wegsmijt’. Inderdaad, eitjes van ouders waarin ik niets zie gaan de prullenbak in. Met de eitjes waarin ik wel vertrouwen heb maar zelf niet nodig heb, help ik andere mensen achter de schermen, zoals mijn 87-jarige schoonvader. Ik wil wel graag zelf blijven bepalen wie wel en niet.

Zo word ik ook vaak benaderd om onze producten te sponseren, maar daar ga ik niet over. Het voer en de supplementen die ik gebruik koop ik net als een ander gewoon bij mijn zoon. Het is zijn bedrijf, ik heb daar niets mee te maken. Geen aandelen, niets. De marges op duivenvoer zijn zó klein dat om enkele zakken te sponseren hij al een volle pallet moet verkopen om het terug te verdienen. Vandaar dat men beter bij de producent om sponsoring kan gaan dan bij tussenhandels zoals onze zoon.

Zoals men inmiddels wel weet staat hier elke dag alles open. De plafonds gaan nooit dicht, alleen wanneer ik de duiven uitrook in het vliegseizoen. De vliegers maak ik nu eenmaal per week zuiver en die gaan om de dag naar buiten voor hun training. Of ze nu 5 minuten vliegen of een uur, dat maakt me niet uit.

Ik heb een hekel aan stramme vliegduiven, elke topsporter werkt ook in de winter aan zijn conditie. Zit er een rover in de buurt, dan moeten ze maar opletten. Als je daar naar moet kijken, kan je ze in het voorjaar ook niet loslaten.

De kwekers slapen ‘s nachts in de buitenlucht, hun voorkant is volledig van gaas. Bezoekers die hier langskomen staan vaak versteld dat die duiven er altijd perfect uitzien, glanzen en krijtwitte neuzen hebben.

Dit is het resultaat van langdurig selecteren op gezondheid, dat vind ik zeer belangrijk. Er wordt hier eerder verwijderd dan naar medicijnen gegrepen. Nogmaals, ik kom zelden duiven tekort, ik heb er eerder teveel.

Een bezoeker had bij hem thuis ook de hokken open, maar zag een enkele duif met een bruine neus. Ik vertelde hem dat hij zulke duiven beter kan verwijderen. Zitten er 10 in een openhoksysteem en heeft er één een bruine neus, dan moet je jezelf niet gaan afvragen of de duiven in de trek zitten. Die andere 9 hadden daar dan ook last van moeten hebben. Daarom weg met die ene.

Ik heb dat toch al snel, ook duiven die liggen te vervelen met het koppelen zijn hier geen lang leven beschoren. Voor buitenblijvers en bange duiven geldt hetzelfde. Iedereen moet naar mijn maatstaven in de pas lopen en anders zijn ze gezien.

Ik wil me in het duivenhok nergens aan hoeven te ergeren, het is voor mij een hobby en dus moet het wel leuk blijven. Aangezien ik niet snel in een goede duif geloof hebben ze voor mij weinig waarde, zeker als ze zichzelf niet aanpassen.

Ik heb dat in het verleden ook gehad met duur aangeschafte duiven. Liepen die niet in de pas of hielden ze zichzelf niet gezond, dan was mijn animo meteen weg.

De basis voor een goed hok duiven begint met weinig duiven op een goed verlucht hok. En met een natuurlijke gezondheid. Moet je in het vliegseizoen dan toch een keer medisch ingrijpen na onderzoek, dan zal dat een enorme boost geven.

Vandaar dat ik heilig overtuigd ben van de eigen middelen, te weten Origanum Red en onze mineralenemmer. Die dragen bij aan een natuurlijke gezondheid en een perfecte ondersteuning van hun conditie.

Daarbij krijgen ze al 30 jaar dezelfde uitgebalanceerde, vetrijke en eiwitarme mengeling, zodat ik zelf met eiwitten (Prestavit of Octavit) kan bijsturen waar nodig. Mijn tip aan alle duivenmelkers is dan ook: houd de verzorging simpel, het komt immers elke dag terug. Ik volg al jaren één vast systeem van verzorgen waar ik nooit van afwijk.

Ik haalde al eens aan dat volgens Bas de kopduiven onderweg het eerste doelwit zijn van kromsnavels. Duiven die alleen of in een kleine groep vliegen. Ook ik ben afgelopen seizoen vijf echt goede duiven kwijtgeraakt en een aantal duiven kwam met broek- en staartpennen eruit thuis.

Jan stond de laatste vlucht in Friesland tevergeefs op zijn favoriet te wachten die mistte. Extra balen, want ze stond bij de eerste Asduiven. Nu 3 maanden later kreeg hij bericht dat ze haar ring hebben gevonden in een weiland in Someren.

Kortom, ontbreekt er ’s avonds een favoriet, dan komt ‘ie vaak niet meer. De kans is groot dat ze ergens op het menu van een kromsnavel staan.

Een winter zonder duivensport duurt lang. Het kweekseizoen is een aardige invulling, maar daar heb ik niet zoveel mee. Datzelfde geldt voor prijsuitreikingen. Begonnen die maar aan het einde van de ochtend of in het begin van de middag. De meeste liefhebbers worden ouder en die moet je ’s avonds laat niet meer naar huis laten rijden.

Veel liefhebbers komen nu regelmatig bij elkaar over de vloer om over duiven te praten. Zo zijn er ook nog de wintertentoonstellingen, het is goed dat ze die erin hebben gehouden. Veel mensen vinden dat namelijk een mooie bezigheid.

Jans uit het noorden had de mooiste duivin van het geheel met een dochter uit Fast Rocket. Henri Vennix had in Oost-Brabant de 1e bij de jonge doffers met een rechtstreekse van mij. Nu hoop ik voor hun dat mooi en goed samengaan, dat is zeker niet altijd het geval.

Duiven keuren op bouw en pluim, het zal wel, maar ik zou mijn vingers niet graag branden aan de vliegkwaliteiten van een duif. Keuren heeft in mijn ogen ook te maken met iemands persoonlijke voorkeur voor een duif. Maar goed, ook hiervoor geldt dat het een mooie bezigheid is voor velen.

Veel mensen gaan met een goed gevoel naar huis. Vaak lukt het ze in het vliegseizoen niet om bij de kampioenen te geraken, maar op de tentoonstelling wel. Dit is verklaarbaar. Duiven die niet verduisterd worden of verder vliegen dan 250 km zien er nu beter uit dan hun soortgenoten die wel verduisterd zijn en veel kilometers achter de rug hebben.

Zo heb ik enkele duiven met een slechte broekpen, een teken dat ze boven hun kunnen hebben gevlogen of enkele dagen hebben gezworven. Ze komen daar nooit meer vanaf. Voor het vliegen en kweken is zo’n pen geen probleem, maar het is wel een teken dat de zware dagfond net teveel was voor ze.

Mijn jaarlingen vliegen op alle vluchten, dus vaak ook vier dagfondvluchten. Aan de topjaarlingen zie je niets, maar alles daaronder kan wel eens een slechte broekpen zetten. Bij duiven die als 2-jarige vlogen zie je dat dan weer niet zo snel.

Je moet ook oppassen wanneer je de bakken openzet bij duiven die net hun laatste pen hebben gegooid. Door het vechten kan een bloedpen ontstaan en dat zit die duif en de broedbak onder het bloed. Beter is om ze heel vroeg open te zetten, hier zitten ze al vanaf half oktober op een halve bak. Ze hebben inmiddels hun eigen bak, vechtpartijen komen dan niet vaak meer voor.

Verder worden de vliegers gekoppeld goed x goed en minder goed x minder goed. De laatste categorie vliegt eruit wanneer mijn geduld opraakt en dat kan snel zijn. Ik heb een hekel aan duiven verzorgen waarvan ik niets hoef te verwachten. Ik ben ook niet van de aantallen die ik moet spelen, het liefst speel ik alleen de duiven waarop ik kan rekenen.

De voedsterkoppels zijn gepaard, maar te dom om hun bak te vinden. Ik kijk dat nog even aan en dan weg ermee voordat er onnodig eitjes sneuvelen van belangrijke koppels. Dit was altijd één van de redenen dat ik geen voedsters wilde. Vaak zijn die te slecht op de vluchten en te dom om als voedster te dienen.

Willem de Bruijn is daar slimmer in, die gebruikt al jaren dezelfde voedsters. Bas ook, volgens mij. Dus ook hiervoor geldt: je krijgt waar je op selecteert. Wil je goede voedsterkoppels, dan moet je alleen de beste houden.

Wat de kweek aangaat ben ik nog steeds van mening dat de koppels zelf hun cyclus moeten afwerken. Broeden, jongen grootbrengen en aan hun nieuwe nest beginnen.

Dit jaar werk ik met tien koppels die alleen maar eitjes krijgen, de voedsters brengen ze vervolgens groot. Er zijn ook tien koppels die zelf de gehele cyclus doorlopen. Ik ben benieuwd of er verschil zit in de kwaliteit van de jongen. De duiven in het kweekhok en in de kweekboxen beschikken over dezelfde kwaliteiten en doen niet voor elkaar onder.