In maart is het weer vaak erg wisselvallig. Twee dagen zonneschijn, dan weer regen en dit weekend zelfs weer kans op sneeuw. Nee, beslist geen maand om duiven te spelen in Nederland.

Vaak is het zo dat wanneer de derde week van maart goed is, we een mooie aprilmaand krijgen. Nu ziet dit er nog niet veelbelovend uit. De Belgen hebben vorig weekend alle trainingsvluchten geschrapt en zullen dat dit weekend weer moeten doen, vrees ik.

Goede ideeën van onze voorzitter

Nationaal Morlincourt is van de baan en er zal in sectoren op verschillende losplaatsen gelost worden, vergelijkbaar in afstand.

Onze voorzitter Maurice is slimmer dan wij denken. Ik raak steeds meer overtuigd van zijn denkwijze en strategie. Mocht het kloppen wat hij in zijn hoofd heeft, dan kan het weleens zo zijn dat de duivensport eindelijk positief gaat veranderen na een halve eeuw.

Kijk, meer leden zal het niet opleveren en dat kan ook niet. Er vallen er teveel weg door ouderdom/ziekte en er is niet voldoende aanwas te vinden om dit in evenwicht te houden.

De stappen die Maurice en enkele fanatiekelingen met het hart bij de duivensport nu nemen, hadden eigenlijk 40 jaar geleden al genomen moeten worden.

Na 1990 hebben ze de touwtjes binnen de NPO laten vieren en in de afdelingen ook trouwens. Hierdoor is een te grote “ikke” cultuur ontstaan , waardoor de duivensport stil is blijven staan. Simpelweg doordat mensen niet op tijd de juiste beslissingen namen.

Laten we hopen dat het tij snel zal keren met meer gelijkwaardigheid in vluchten, afstanden en concoursgebieden. Hierdoor kunnen de terechte kampioenen zich laten zien en zal er een eerlijker kampioenschappenbeleid ontstaan.

Duivensport in de toekomst

Dat we zullen moeten fuseren met verenigingen, samenspelen, Rayons en zelfs afdelingen is een onvermijdelijk feit. Een voordeel hiervan is dat de concoursen groter worden en de spreiding beter, wat de overheersing bij de grotere hokken wegneemt.

Een ander voordeel is dat het vervoer beter te organiseren is en vooral voordeliger. Men sleurt nu met een duiventrailer door kleine dorpen heen om bij de kleinere verenigingen één of twee mandjes op te halen. Dat is natuurlijk niet meer van deze tijd.

Het is beter om op één of twee plaatsen per gemeente in te manden, daar waar genoeg ruimte is of er een verenigingsgebouw is.

En de afstand dan? Hier moeten we niet over zeuren. Ik kom mensen van 80 jaar en ouder tegen op losplaatsen 40 kilometer van hun huis vandaan. Als ze zo ver kunnen rijden om hun duiven te trainen, kunnen ze dit ook wel om ze in te manden.

Daarnaast kan men ook carpoolen. Tegen een kleine onderlinge vergoeding kunnen diegene die niet over een auto of rijbewijs beschikken zo alsnog inmanden. Zolang we samenwerken en elkaar helpen, komt alles goed.

Een honderdtal jongen zitten eraf. Gisteren heb ik nog zes Belgen gehaald bij Peter van Oerle, dit zijn overigens de enige bijgehaalde duiven. In totaal al een hele ploeg dus, maar er komen er zelfs nog een paar bij.

Enten & selecteren

Volgende week ga ik enten en selecteren. Ik steek dan alles in de mand en de duiven die in de hand niet aanvoelen zoals ik dat wil, verdwijnen dan. De kweek is super verlopen, dus verwacht ik dat de schade beperkt zal blijven.

Adeno

Ik hoorde dat er in België momenteel veel problemen zijn met Adeno. Zelf heb ik altijd wel wat Belgamco en Cobel op voorraad, mocht het de kop opsteken.

Ik moet zeggen dat sinds ik om de dag Naturaline + knoflook geef, ik geen zware Adeno meer heb gehad. Een enkeling braakt wel eens, maar hier gelukkig geen half hok dat bagger schijt.

Maar goed, zoals met alles hoeft het daar niet aan te liggen en kan ook ik volgende week met problemen zitten.

De zin en onzin van entingen

De entingen tegen Adeno en Herpes heb ik jaren terug al eens getest, maar zonder resultaat. Weggegooid geld dus. Hetzelfde geldt voor het tweemaal enten van jongen tegen Paramyxo, één keer is afdoende.

Duiven hoef je ook maar één keer in hun leven te enten tegen de pokken, maar dan moet je het wel goed doen. Dit houdt in dat je voldoende veren moet wegtrekken en stevig moet borstelen.

Verder

Naar mijn mening kun je duiven die herhaaldelijk niet fit zijn beter opruimen dan hiervoor de medicijnenkast open blijven trekken.

Ook is het raadzaam de jongen af en toe eens in de hand te nemen, jonge duiven moeten altijd mooi rond staan.

Onlangs las ik ergens dat men een ruimengeling gaf aan de jongen, omdat ze de kleine pluimpjes lieten vallen. Kijk, zij maken dus al de eerste fout van het nieuwe jaar.

Jonge duiven moeten uit kunnen groeien en netjes in kunnen pluimen, vaak zijn ze als jaarling pas volgroeid. Een goede mengeling geven dus en geef ze hiervan ook genoeg (met dien verstande dat ze wel alles op moeten eten).

Conditioneren heeft niets te maken met schraal voeren. Dit heeft meer te maken met de duiven ruim voeren en een duidelijk signaal geven dat ze naar binnen moeten.

Hier voer ik ze ruim, maar alles moet eerst op zijn voordat de tafel opnieuw gedekt wordt. Het fluitsignaal betekent hier dat ze naar binnen moeten.

In het vliegseizoen trainen hier drie ploegen jongen en twee ploegen oude duiven, allemaal afzonderlijk van elkaar. Het is dus noodzaak dat hier goed geluisterd wordt.

Alles gaat hier op tijd, dus de ene ploeg moet binnen zijn voordat de volgende losgelaten wordt.

Jongen die in het begin van het seizoen niet op tijd naar binnen komen, slapen een nachtje buiten. Daarna moeten ze ervan geleerd hebben, anders belanden ze voorgoed op de reservebank.

Nu alle prijsuitreikingen voorbij zijn, kan het seizoen beginnen.

Verzorging in de ochtend

Hier worden ze dagelijks op dezelfde wijze verzorgd, dus ook op zaterdag en zondag. Om 7 uur ’s ochtends begin ik bij de kweekduiven. Hier zet ik dan alles zuiver, voer ik ze, ververs ik het water en kijk ik wie er gelegd heeft of geringd moet worden.

Rond kwart voor 8 gaat de verduistering bij de oude vliegduiven eraf en laat ik ze los. In de ochtend kijk ik niet naar een beetje motregen. Ook hier zet ik vervolgens alles zuiver en ververs ik het water.

Om 8 uur gaat de verduistering bij de jongen eraf. Vervolgens maak ik daar alleen de zitschappen zuiver en ververs ik het water in de drinkgoot. Doordat ik de zitschappen zuiver maak met de duiven nog in het hok, raken ze gewend aan mij en zijn ze totaal niet bang.

Om 9 uur gaan de oude vliegduiven weer naar binnen. Op het moment zitten zij met jongen van 10 dagen, dus voer ik ze flink zodra ze binnen zijn.

Rond half 10 gaan de jongen eruit tot een uurtje of 11. De jongen krijgen dan om 11 uur de eerste maaltijd van de dag. Soms ligt er dan nog wel wat voer van de dag ervoor, dus ze komen niet tekort.

Op dat moment voer ik de oude duiven nog wat bij en dan zit de ochtenddienst erop.

Verzorging in de middag

Rond 4 uur ’s middags voer ik de duiven nogmaals en dan gaat om 6 uur ’s avonds de verduistering er weer op.

Verzorging in het piekseizoen

Over een maand wordt het wat drukker met de verzorging, dan begin ik een uurtje eerder. Over twee maanden wordt de verzorging pas echt intensief, dan start ik om 6 uur ’s ochtends tot ongeveer half 10 ’s avonds.

Hier zitten in het vliegseizoen circa 200 duiven, dus wil je het goed kunnen overzien dan moet je er veel tijd in steken. Natuurlijk ben ik vrij tussen half 11 ’s ochtends en half 3 ’s middags. Vaak ben ik dan in de tuin bezig of ben ik andere dingen aan het doen.

Wat als je niet zoveel tijd hebt?

Als je dagelijks moet werken of niet in de gelegenheid bent, is het niet raadzaam om meer dan 100 duiven te houden. Het is dan simpelweg onmogelijk om alles rond te krijgen. Je kunt echter wel veel tijd besparen door structuur aan te brengen in de dagelijkse verzorging en alles simpel te houden.

Eén mengeling zoals de Championsmix hanteren zorgt ervoor dat je niet dagelijks hoeft te mengen. Lavakorrel op de bodem zorgt ervoor dat je niet dagelijks hoeft te krabben. Dit soort zaken besparen je al snel een uur of meer per dag die je vervolgens in je duiven kunt steken.

Mijn advies is om jezelf bij gebrek aan tijd te specialiseren op enkele vluchten. Het is beter om die paar vluchten excellent te spelen in plaats van alles half.

Het is altijd moeilijk te bepalen wat de échte goede duiven zijn. Eén ding is zeker: Nationale of WHZB duiven zijn niet altijd de beste. Vaak zijn dat duiven – en dan denk ik vooral aan de Competitie de Allerbeste of WHZB – die toevallig op die paar vluchten die tellen op tijd waren.

Olympiade duiven dan? Hmm. Het gros van de liefhebbers stuurt niet eens in of kent de spelregels niet. Nee, voor mij zijn de beste duiven de Asduiven over een heel seizoen. Daarbij vind ik dat een Asduif zeker een 1e moet spelen, alvorens hij tot de goede hoort.

Kijk, er zijn al duiven verkocht voor €300.000,- die niet eens een 1e gespeeld hebben. Eén ding is dus duidelijk: de Chinezen, Taiwanesen en het gros van de overige buitenlanders laten zich maar al te vaak foppen door mooie verhalen die niet kloppen.

Ik haalde dit al eens eerder aan. Er zijn hokken die gigantische gemiddelde prijzen op PIPA halen, maar in Nederland amper op de lijst geraken. Dit tot frustratie van hokken met slechte gemiddelde prijzen die hun in het seizoen zoek vliegen.

Ik heb regelmatig contact met Engelsman Ian Vernon, iemand die dit uitpluist en precies weet in welke hoek van Nederland de beste duiven zitten (zelfs in welk Rayon).

Ook is het eenvoudig kampioen worden in een afdeling die geen tegenstand biedt. Hier zal iedere liefhebber het zijne van vinden, maar er zijn wel degelijk rayons waar de tegenstand minder is dan bij andere.

Maximal Rocket

Maar terugkomend op het onderwerp. Wat zijn nu de échte goede duiven? Heel eenvoudig: mijn Maximal Rocket werd 1e Asduif in de PIPA Rankings, maar won ook gewoon 5x 1 op 100 in Rayon 2 van Brabant 2000 inclusief 1e tegen 2.419d van de tien vluchten waar ze aan deelnam.

In de gehele afdeling Brabant 2000 speelde ze 4x 1 op 100, hoewel het overwegend westenwind is geweest met de jonge duivenvluchten en ik westelijk gelegen ben in de afdeling.

Zo lopen er nog enkele met 3x 1 op 100 van de tien vluchten over heel Brabant 2000. Voor mij zijn duiven pas goed wanneer ze als jong minimaal 3x 1 op 100 spelen in het spel dat volgt op het verenigingsspel. Zulke duiven hebben bewezen iets in hun mars te hebben.

Eerste prijzen vorig jaar

Afgelopen seizoen won ik 36x de 1e prijs, maar zoals ik al aangaf: als je in de vereniging 1e speelt, wil dat niet zeggen dat je ook in het samenspel de 1e wint. Dit geldt ook voor het rayon.

In totaal ook ongeveer 75 kampioenschappen en Asduiven in alle spelverbanden in 2017, dus mocht 2018 hetzelfde verlopen, dan teken ik daar graag voor.

Laat al die superhokken in Nederland en België daar hun resultaten maar naast leggen en we zullen zien of hun prestaties en verhalen gegrond zijn.

1e Quiévrain 752d 142 km
1e Péronne 609d 216 km
1e Morlincourt 756d 248 km
1e Melun 628d 356 km
1e Creil 364d 298 km
1e Creil 266d 298 km
1e Fontenay 227d 417 km
1e Duffel 247d 52 km
1e Limoges 97d 675 km
1e Quiévrain 626d 142 km
1e Péronne 603d 216 km
1e Morlincourt 574d 298 km
1e Pont-Sainte-Maxence 506d 289 km
1e Fontenay 407d 417 km
1e Orléans 342d 447 km
1e Orléans 241d 447 km
1e Quiévrain 1041d 142 km
1e Péronne 505d 216 km
1e Quiévrain 5263d 142 km
1e Orléans 2386d 447 km
1e Orléans 1652d 447 km
1e Creil 3274d 298 km
1e Morlincourt 7152d 248 km
1e Quiévrain 1893d 142 km
1e Péronne 1552d 216 km
1e Morlincourt 2152d 248 km
1e Creil 979d 298 km
1e Limoges 277d 675 km
1e Creil 898d 298 km
1e Quiévrain 1471d 142 km
1e Pont-Sainte-Maxence 1005d 289 km
1e Fontenay 737d 417 km
1e Quiévrain 2419d 142 km
1e Orléans 628d 447 km
1e Péronne 1129d 216 km
1e Orléans 478d 447 km

Om nog even op de roofvogelpetitie terug te komen. Ik denk dat het een goed idee is om dit stevig te onderbouwen, op een zodanige manier dat het niet alleen om onze duiven gaat.

Willen we geen schietschijf worden voor allerlei milieu- en/of diergroeperingen, dan moeten we hier de in het algemeen afnemende vogelpopulatie bij betrekken.

Een huis mag tegenwoordig alleen gesloopt worden wanneer aantoonbaar is dat er geen vogel in broedt.

Ook mag je niet zomaar de dakpannen van een huis vervangen. Zo’n huis moet eerst enkele maanden van tevoren hermetisch afgesloten worden, zodat er nergens een mus een nest kan maken.

In de tussentijd vreten al die kromsnavels wel alle wild- en zangvogels weg. Als zij hun kop buiten een nestkastje steken, zijn de rovers er al mee weg. Daar kijkt men dan weer niet naar om.

Persoonlijk ben ik erop tegen om allerlei beesten te kweken en uit te zetten, wij mensen kunnen onszelf beter niet met de natuur bemoeien.

Het is inmiddels wel duidelijk dat we met een te grote roofvogelpopulatie zitten. Gisteren telde ik hier vijf buizerds op amper 200 meter van elkaar vandaan.

Zo zal het dus ook met allerlei haviken en sperwers zijn, het zijn er gewoon teveel. Het extra stimuleren van broedhokken heeft zijn werk gedaan, maar laten we dit niet nog verder uitbreiden.

Laten we ons in plaats daarvan gaan richten op de aankweek van merels, lijsters, vinken etc. die haast verdwenen lijken te zijn. Hierdoor komen onze duiven nu op het menu te staan.