De eerste trainingsvlucht zit erop. Veel goede spelers schudden gelijk aan de boom, waaronder onze Kroaat Oliver Sabol die op de Eijerkamp hokken gelijk de 1e en 2e wegkaapte in Afdeling 8 tegen ruim 4.000 duiven.

Zelf heb ik mijn duiven om half 8 in Reusel gelost. Het was erg bewolkt bij de lossing en aankomst, maar dat deerde de duiven niet. Ik heb meer schrik voor ’s middags lossen wanneer de zon hoog aan de hemel staat.

Verder zijn er hier en daar veel adeno problemen, soms met dode duiven als gevolg. Hier lijkt het ergste achter de rug, al kan schijn vaak bedriegen.

Vandaag kreeg ik een tip van een Belgische liefhebber die 1 gram Virkon S op 1 liter water deed. Na enkele dagen was hij van adeno verlost. De fabrikant van Virkon S had hem dit aangeraden. Degene die daar zijn voordeel mee wil doen, probeer het zou ik zeggen. Het zal vast minder kwaad kunnen dan sommige medicijnen.

Op de website van A.S. las ik dat de kromsnavel nog actief is. In ‘94 had ik een doffer die al jaren op de midfond top kwam. Ik noemde hem James Bond, zijn ringnummer eindigde immers op 007. Ik had de weduwnaars los en was ze aan het binnenhalen toen de rover James Bond greep. Ik snelde erheen. Hij mankeerde gelukkig niets, maar heeft daarna niet één prijs meer gewonnen.

De duiven trainen goed zonder vlag. Bij de doffers staat nooit een vlag op, die mogen af en aan vliegen. De meeste doffers trainen een vol uur. Bij de duivinnen wordt in het vliegseizoen wel een vlag gezet, zij trainen nu zonder ook met gemak een vol uur zonder te landen. Duiven die niet graag trainen gaan toch wel ergens anders zitten.

De jonge duiven hebben adeno 2.0 zullen we maar zeggen. De eerste keer verwijderde ik er een paar en leek het voorbij. De mest was super en ze trainden hard en hoog. Toen volgde dus de echte uitbraak en was het een bende van jewelste. Braken, slechte mest, noem maar op. Ze zijn op enkele na wel weer aan de beterende hand, maar blijven binnen totdat ze volledig hersteld zijn. Daarna moeten ze eerst maar weer hoog en hard trainen voor ze weer op pad gaan.

De Colinol / Colicontrol producten bleven adeno dus niet voor. Wat ik wel vreemd vind is dat het bij Jan in Friesland nooit zo’n probleem is. Hetzelfde geldt voor one eye cold, dat kent hij daar ook niet. We zien dat ook met corona, dit virus greep hier in Brabant harder om zich heen dan in het noorden.

Wij zitten kort tegen België en ik heb meerdere hokken in de omtrek gesproken met hevige adeno. Ik geloof niet in enten tegen adeno of herpes, hetzelfde geldt voor tweemaal enten tegen PMV. Weggegooid geld. De Rota enting moet zich ook nog bewijzen.

Morgenochtend brengen we de duiven zelf naar Reusel. Ze worden daar voor 08.00 uur gelost als het weer het toelaat. Volgende week hoop ik dat ze over de antenne kunnen, anders doe ik niet mee met de vereniging.

Dit weekend starten veel afdelingen met hun eerste trainingsvlucht na zeven weken vertraging. Duif en liefhebber staan te springen om zich te testen, hier doen we het immers voor.

Afdeling 9 en 10 hebben het seizoen al afgetrapt met een mooi vluchtverloop op Compuclub. Zo konden de liefhebbers hun klok en duiven testen en vergelijken. Dit is noodzakelijk na zo’n verlate start. Je wil immers zien wat de aankomsttijden van je duiven zijn tegenover die van andere liefhebbers. Zo kun je bijsturen in training of gezondheid.

Jammer genoeg stellen niet alle verenigingen zo’n lijst op. Vaak wordt dit niet gepolst bij de leden en maken de bestuursleden die nergens belang aan hechten deze keuze. Ik vind dat een bestuur met de leden mee moet denken en de duivensport een warm hart moet toedragen, ze zijn immers in het leven geroepen om naar de meerderheid te luisteren.

Deze eerste trainingsvluchten zijn een mooie manier om de klokken en ringen te testen. Bij ons in de vereniging gaat het bestuur er echter niet in mee om de duiven over de antenne te halen, wat ik erg jammer vind. Wij zijn één van de grotere verenigingen van Brabant 2000. Het is dan zuur om op zaterdagavond op Compuclub andere wel vooruitstrevende verenigingen hun vluchtverloop te zien.

Het is jammer dat er zoveel verschil in de duivensport is. Ik doe niet mee als men niet de moeite neemt om de duiven die men toch al in de handen heeft over de antenne te halen. Iedereen beleeft duivensport op zijn eigen manier, maar zoals ik vaker aangegeven heb wil ik mijn duiven trainen en vergelijken met anderen, dat is immers de beleving van onze mooie hobby.

Dit duivenseizoen draait uit op een soap. Er mocht in Frankrijk gelost worden tot een minister van Transport daar een stokje voor stak. In België mag opgeleerd worden vanuit de lokalen, maar wedstrijden met dieren zijn verboden. Wat die beslissing met corona te maken heeft, ontgaat mij een beetje.

In Nederland mogen er trainingsvluchten gehouden worden zonder verplichting de klok uit te lezen. In gebieden met veel overnachtspelers dus weinig tot geen duiven in concours, er zijn immers veel overnachthokken die het gehele jaar opleren om aan twee of drie wedvluchten mee te doen.

De duivensport stond al aan de afgrond, maar dat lijkt deze crisis nog eens te gaan versnellen.

Het lijkt erop dat we over twee weken België in mogen, maar eerst nog één of twee trainingsvluchten vanuit het oosten. Daarop gaan misschien alleen mijn 20 overnachtduiven mee die ervaring missen. Met de programmaduiven wacht ik vermoedelijk op België.

De jonge duiven hebben hun tweede training achter de kiezen. Na twee keer afzonderlijk lossen ben ik er 5 van de 145 kwijt. Beter nu dan wanneer ze hun chip om hebben. Ze doen het goed, maar dat is al vanaf het begin. De kweek en alles daarna verliep probleemloos. Toch zegt dat niet altijd iets, zo denk ik wel eens terug aan 2012, wat een topjaar was met de jonge duiven.

Op beide Orléans vluchten had ik er vijf op teletekst en zo goed als alle ingekorfde jongen vielen in de prijzen. Toch kwam daar een klote najaar achterop met stevige paratyfus waarbij een hoop duiven verwijderd moesten worden.

Het kweekseizoen van 2013 verliep ook slecht. Ik had ze gevaccineerd tegen herpes, maar toch kregen ze het (sindsdien heb ik dat nooit meer gedaan). Alle 2012 jongen die paratyfus overleefd hadden, bleven achter op de vluchten in 2013.

Mijn hoop in de medische wereld was weg. Ik werd te lang aan het lijntje gehouden en niets hielp, dus heb ik radicaal geselecteerd in 2013. Alle duiven waar ik maar iets bij vermoedde, ongeacht prestaties of kweekresultaten, verwijderde ik. Nadien was het weer opbouwen en heb ik er gelukkig geen last meer van gehad.

Het leven van een duivenmelker gaat niet altijd over rozen, maar bij de pakken neerzitten is niets voor mij. Ik begon opnieuw te bouwen. Veel jongen kweken en verleggen van de beste duiven, hard selecteren en in 2014 stond ik weer waar ik daarvoor stond.

Vanaf toen wist ik dat je genoeg jongen moet kweken en je betere duiven op tijd moet laten stoppen. Selecteren uit 100 is makkelijker dan uit 20. Maar goed, alles heeft zijn voor- en nadelen. Vaak is het wel zo dat hoe meer duiven je houdt, hoe groter de problemen zijn als er iets mis gaat. Een kleine kolonie is overzichtelijker en gemakkelijker te motiveren.