Sommige liefhebbers halen net wat meer uit een duif dan andere, dat is een feit. Dit zijn vaak de liefhebbers die de hoofd- en bijzaken goed van elkaar kunnen onderscheiden en niet met alle winden meewaaien.

Er is ook een categorie liefhebbers die claimen een ‘slecht hok’ of ‘slechte ligging’ te hebben. Ik ben van mening dat een hok pas slecht is wanneer het overbevolkt en slecht verlucht is. En niet te vergeten: bewoond wordt door slechte duiven. Als je buurman in een straal van 5 km wel een vroege duif kan pakken, mag je niet over een slechte ligging praten.

In België kom je allerlei soorten hokken tegen. Bij sommige durf je amper ergens tegenaan te leunen uit angst dat alles instort. Desalniettemin kan daarop super worden gepresteerd terwijl andere paleizen amper blad raken.

Als de duivensport alleen met geld te betwisten was, viel er tegen rijke liefhebbers niet te spelen. Die kunnen immers kopen wat ze willen. Zelf weet ik dat het zo niet gaat. Jan en ik hebben ook veel – voor ons doen – dure duiven gekocht, voornamelijk uit NPO-winnaars. Daarvan was 95% niets waard, ook al kwamen ze van beroemde hokken.

Uiteraard neem ik dit niemand kwalijk, want een ieder kweekt nu eenmaal veel troep, ikzelf ook. Dat een duif duur wordt verkocht wil niet altijd zeggen dat je er veel aan hebt. Dat weten ze in het buitenland inmiddels ook. Duiven van 100.000 euro en meer hadden weliswaar top gepresteerd, maar kweekten lang niet altijd even goed.

Ik durf te zeggen dat ik zelf redelijk met duiven kan omgaan en dat als het erin zit, ik het er ook wel uit kan halen. Daartegenover staat dat wat er niet in zit, ik er ook niet uit kan halen. Met andere woorden, van een slechte duif maak ik geen goede.

Dat is nu juist het fascinerende van de duivensport; we hebben altijd nieuwe, goede hoop. Na een nieuwe aankoop of een slechte vlucht, bijvoorbeeld. Als je hier niet tegen kan, moet je geen duiven houden. Het is namelijk zelden rozengeur en maneschijn.

De vliegduiven worden weer gekoppeld en dat vergt enkele dagen tijd. Op de drie kweekhokken bevinden zich negen koppels per hok, daar ervaar ik zelden problemen. Die klus is vaak binnen één dag geklaard.

Bij de vliegduiven is dat wat anders. Zij zitten met 24 jaarlingdoffers en tien meerjarige in één hok met 34 bakken. De laatstgenoemde groep zorgt nogal eens voor problemen omdat ze zich alle bakken willen toe-eigenen.

Ik begon tien dagen geleden met bijlichten van 7.30u ‘s ochtends tot 17.30u in de avond. Ik licht nooit langer bij, want dat is nutteloos. Het enige wat je daarmee bereikt is een vroege pennenrui.

De kweekduiven krijgen dagelijks maar elf uur licht. Dat licht staat dan wel altijd aan, dus ook met zonnig weer. Bij de vliegduiven gaat het licht weer uit zodra het in de natuur langer dan tien uur licht is. Daarna start automatisch de verduistering tot half mei. Na half mei worden de dagen op het vlieghok dus pas langer.

Ook heb ik tien dagen terug alle bakken opengezet, zodat ze over de gehele bak konden beschikken. Vijf dagen voor het koppelen ging de met kranten ingepakte broedschaal erin, zodat ze daaraan konden wennen. De meeste felheid van de doffers is dan weg tegen de tijd dat ze worden gekoppeld.

Op de dag van koppelen zet ik de duiven in de middag op gevoel bijeen. Het enige wat ik beoordeel is of het niet teveel inteelt is. Compenseren hoef ik nauwelijks, want hier zitten geen extreem grote of kleine duivinnen. Ogen boeien me niet, de meeste hebben dezelfde. Kleuren al helemaal niet, want bijna alles hier is blauw of kras.

Zodra alles bijeenzit, verduister ik het hok en gaan de lichten uit. In de avond (wanneer het donker is) hef ik de verduistering op, zodat het de volgende dag langzaamaan licht wordt. De eerste drie dagen blijft het licht uit.

De volgende dag is vaak niet één duivin opengepikt en zit alles samen in de broedschaal. Wil er één niet, dan zet ik die enkele dagen in het lege jonge duivenhok zodat ze alsnog gepaard raken. De ochtend na het samen zetten laat ik ze bak voor bak los totdat zowel doffer als duivin in hun bak vliegen. Daarna volgt het volgende paar.

Het gebeurt wel eens dat ze niet allemaal dezelfde dag los kunnen. Doordat ik de eerste drie dagen geen licht aan heb, zijn de dagen namelijk kort. Die moeten dan maar op de tweede dag drinken. Voer krijgen ze de eerste drie dagen in hun woonbak, zodat ze gezamenlijk met hun duivin kunnen eten.

Als alles los is geweest, ga ik over naar twee koppels per dag en dan al snel naar drie koppels tegelijk los. Op de derde of vierde dag zit vaak alles los en zijn er nauwelijks nog problemen. Ze mogen pas weer buiten rondvliegen zodra er eitjes zijn. Ik sluit dan de partner die op het nest zit, op.

Nu hoor ik iedereen denken: waarom niet meerdere hokken? Nou, ik hou van eenvoud en heb een hekel aan geloop met veel drinkbakken. Vandaar één duivinnen- en één dofferhok.

En waarom niet langer bijlichten? Nou, dat is zinloos. Ik heb dat in het verleden bij de kwekers gedaan, het licht stond tot 22.00u aan. De jongen werden gespeend en begonnen dan al hun eerste pen te gooien. Voor het snel leggen hoef je het ook niet te doen. De kwekers krijgen twee keer per dag eten en voeren dan de jongen vol af, dus ook daar hoef je niet langer voor bij te lichten.

Nogmaals, wanneer ze hier binnen 21 dagen allemaal netjes hun tweede ei hebben, ben ik meer dan tevreden. Wie met bewijzen kan komen dat een vlotte leg ook goede jongen betekent, mag ze aan mij komen laten zien. Ik geloof hier absoluut niet in.

In de afgelopen decennia heb ik alles al eens getest en daardoor heb ik de zin en onzin van elkaar leren scheiden. Op mijn hokken gebeurt alles dan ook op basis van eigen ervaring. Want wat wordt er hier en daar toch een partij onzin verspreid door mensen die zelf niet eens blad kunnen raken.

In het algemeen worden de stambomen steeds mooier, daar doe ik zelf ook aan mee. Een stamboom wint echter geen prijzen, dat moet de duif doen. Wat je steeds vaker ziet is dat men uitpakt met andermans duiven. Men koopt een duif om de financiële waarde van zijn kinderen en niet om de kweekwaarde.

Hier gebeurt dat niet. Jan en ik hebben altijd geïnvesteerd in jongen uit NPO-winnaars of nationale Asduiven, anders komen ze niet op de kweekhokken. Alle duiven wiens jongen niet presteren op het vlieghok, vertrekken snel weer. Ik koop geen duiven om daar financieel beter van te worden, ik wil er juist sportief beter van worden.

Veel liefhebbers uit binnen- en buitenland kwamen hier op bezoek en verbaasden zich over de hokken vanwege hun eenvoud. De oude vliegduiven beschikken over 5,5 meter hok en daar werk ik alle oude duivenvluchten mee af (vitesse tot en met dagfond en nalijn).

Ik heb er alle ruimte voor, maar massa’s oude duiven zijn niet aan mij besteed. Ik probeer altijd de balans te vinden tussen hobby en vrije tijd en wil geen slaaf worden van de duiven. Vandaar dat ik jaren geleden gekozen heb voor een eenvoudig systeem en eenvoudige hokken.

Het kweekseizoen is in volle gang en daarom voer ik de duiven nu tweemaal per dag. De voerbak moet wel leeg zijn voordat ik hem bijvul, want ik heb graag dat ze alles opeten.

Voeding en supplementen

Elke ochtend doe ik Origanum Red en Champions Mineralenmix over het voer. Tweemaal per week gaat daar ook Prestavit bij, oftewel gevitamineerd eiwit. In de avond gewoon voer zonder bijproducten erover. De samenstelling daarvan is zoals altijd 80% Championsmix en 20% NPO-mix.

Origanum Red is een topproduct dat steeds meer mensen dagelijks gebruiken. Zij zien de gezondheid van hun duiven sterk verbeteren met mooie mest en glanzende duiven als gevolg. Het is wel van belang deze olie elke dag te geven. Enkele keren per week heeft geen zin, daarmee bouwen je duiven geen weerstand in hun darmen op.

Mijn duiven kregen van eind september tot begin januari om de dag Naturaline met extra look in het water. In de overige dagen ging daar Sedochol in. Ook dat doe ik al jaren. Nu de rui voorbij is, vervalt de Sedochol en is het om de dag Naturaline met extra look. In de overige dagen schoon drinkwater.

In elke fles Naturaline stop ik een halve bol knoflook en die trekt minstens 3 weken in. Ik maak zes flessen per keer aan, dus in de laatste fles zit soms maandenlang knoflook. De kweekduiven krijgen dit goedje het gehele jaar om de dag (10 ml op 1 liter water).

De vliegduiven krijgen dit in het seizoen tweemaal per week op gevoel. Bij thuiskomst met warm weer als ze enkele dagen in de mand hebben gezeten, sowieso. Buiten het seizoen krijgen de vliegduiven dit ook om de dag. Naturaline geef ik al sinds 1990. Het kost bijna niets en doet zijn werk.

Het is allemaal oude koek, maar ik verander nu eenmaal niet of nauwelijks van systeem. Doordat ik alles simpel en elk jaar hetzelfde houd qua voeding, bijproducten en open hok, weet ik zeker dat het daar niet aan ligt wanneer het in het seizoen minder zou gaan. Ook hoef ik niets te noteren, het is immers ieder jaar hetzelfde.

Super Rossi

In tegenstelling tot mezelf kweken sommige duivenmelkers uit één koppel of kweker louter goede duiven en nooit afval. Nu zijn de woorden ‘goede duiven’ natuurlijk betrekkelijk. Goede duiven zijn voor mij duiven die per honderdtal kunnen vliegen.

Super Rossi fungeert inmiddels als voedsterduif. Hij oogt vitaal, maar zijn laatste vier jongen zijn van 2019. Nadien bevruchtte hij niet meer. In 2018 zat hij op een duivin van Jelle Roziers die ik in bruikleen had. Ik kweekte daar zeven jongen van:

  • Twee jongen bleven hier waaronder een duivin die meerdere 1e prijswinnaars gaf en zelfs een 1e provinciaal. Uit haar zus kwam echter niet één goed jong.
  • Naar Jan ging een jong dat een erg goede kweekduivin werd. Een bevriende Chinees haalde daar een doffer uit en heeft daar op diverse eenhoksraces reeds topduiven uit.
  • Twee jongen gingen naar Richard van de Haterd. De duivin is een zeer goede kweekster aldaar. Van de andere – een doffer – kon hij niet één jong op het hok houden.
  • Een doffer ging naar een vriend in Italië en was ook niets waard.

 

Kortom, onder die zeven jongen zaten drie topduivinnen en één topdoffer. De rest was beneden peil.

De laatste vier jongen uit Super Rossi – een doffer en drie duivinnen – zitten op het kweekhok en doen het daar prima. Urana is een dochter uit één van die vier duiven en won de 1e provinciaal Péronne tegen 12.231 duiven en de 1e Quiévrain tegen 7.417 duiven.

Olympic Millennium en Dragon Girl

Voor eigen gebruik kweek ik drie rondes, daar zitten telkens zo’n twee goede duiven tussen. Uit Olympic Millennium kwam bijvoorbeeld Olympic Fairytale, deze duivin won:

  • 1e Asduif in het samenspel.
  • 1e Quiévrain Rayon 2 tegen 4.678 duiven.
  • 3e Niergnies tegen 1.188 duiven.
  • 20e provinciaal Asduif.
  • 55e nationaal Asduif WHZB.

 

Haar zus Olympic Rosa won:

  • 1e Gouden Crack FZN.
  • 9e NPO Melun tegen 4.903 duiven.
  • 28e NPO Melun tegen 4.903 duiven.
  • 66e NPO Châteaudun tegen 3.796 duiven.
  • 11e Ace in Combine.
  • 21e nationaal Asduif PIPA Rankings Middle distance.

 

Een andere uitstekende kweekduivin – Dragon Girl – kweekte dit jaar Atlantic Dragon, die won:

  • 2e provinciaal Asduif.
  • 7e NPO Pontoise tegen 9.082 duiven.
  • 31e Morlincourt tegen 3.383 duiven.
  • 39e nationaal Asduif WHZB.
  • 58e Quiévrain tegen 1.153 duiven.
  • 67e Quiévrain tegen 1.211 duiven.

 

Dragon Kate komt ook uit Dragon Girl en won:

  • 6e NPO Pontoise tegen 9.082 duiven.
  • 9e Quiévrain tegen 1.153 duiven.
  • 35e Quiévrain tegen 4.678 duiven.
  • 81e Morlincourt tegen 1.070 duiven.

 

En wat te denken van Atlantic Warior, die won:

  • 24e NPO Pontoise tegen 9.082 duiven.
  • 46e NPO Châteaudun tegen 3.796 duiven.
  • 42e nationaal Asduif WHZB.
  • 22e provinciaal Asduif.

 

Allen duiven van 2021 die meer in hun mars hebben. Olympic Millennium en Dragon Girl waren zelf op het vlieghok van een buitencategorie. Dragon Girl won in ons rayon viermaal de 1e en ook 4x top 10 NPO. Een evenknie hoef je niet te zoeken, die zijn er simpelweg niet.

Over duiven allerlei prestaties schrijven of roepen kan en doet iedereen. Echter gaan die veelal over een ver verleden. Je moet ze ook kunnen onderbouwen met je hedendaagse prestaties op eigen hok!

“Jij schrijft alleen over goede duiven”, krijg ik wel eens te horen. Wat moet ik anders, denk ik dan. Als ik over alle slechte duiven die ik heb gehad moet schrijven, zit ik hier 24 uur per dag te tikken. Echt goede duiven zijn zeldzaam en blijven je bij omdat ze bijna altijd terugkomen in de stambomen jaren later.

Onlangs ontving ik bericht dat ik bij de PIPA Rankings de 1e en 3e Asduif jong en de 8e beste jaarling van Nederland heb. Aan de PIPA Rankings hecht ik veel waarde omdat men daar gewoon alle vluchten meetelt.

Pure Gold

Die 1e Asduif jong is een superduif zoals ik er maar één eerder heb gehad, Olympic Millennium. Ik noem haar Pure Gold. Ze werd ook 1e Asduif WHZB en dat is tevens de eerste keer dat ik daar de 1e Asduif won. Pure Gold komt uit Bingo x Millenniums Gold.

Bingo

Bingo won zelf meerdere 1e prijzen en werd 22e nationaal Asduif. Hij komt uit een doffer van Dirk van Dyck x Space Girl (halfzus Super Rossi uit Miss Goldnugget (dochter Witbuik)). Bingo kweekt goed door en zit bijvoorbeeld in Witbuiks Best uit de inmiddels vierde generatie:

  • 1e NPO / Grand Prix Reims Afdeling 11 (449 km) tegen 6.769 duiven (1082mpm).
  • 4e nationaal Asduif Fondspiegel.
  • 15e NPO Echternach Afdeling 11 (358 km) tegen 8.921 duiven.
  • 50e NPO Châlons-en-Champagne Afdeling 11 (465 km) tegen 2.445 duiven.
  • 2e Asduif Friese Fondclub.
  • 22e nationaal Asduif halve fond PIPA Rankings.

 

Comb. van Wanrooij uit Geffen had afgelopen jaar de 1e en 2e provinciaal Asduif jong. Die 2e Asduif jong heeft ook Bingo en Olympic Millennium als grootouders.

Millenniums Gold

Millenniums Gold komt uit het nieuwe superkoppel Golden Pair. Hieruit kwamen eerder al de 1e NPO Grand Prix winnaar Blue Diamond en Blue Ace (1e nationaal Asduif Fondspiegel, 4e nationaal en 5e Asduif WHZB). Haar broer Millennium Ace (9e nationaal Asduif en 11e Asduif WHZB) komt ook uit dit koppel en Miss Golden Eye (17e nationaal Asduif WHZB) ook.

Dit Golden Pair bestaat uit Grey Millennium (nooit gevlogen) en die komt uit het Millennium koppel. Grey Millennium is dus een broer van Olympic Millennium en Avatar. De duivin van het Golden Pair is Golden Ace, zij won tweemaal de 1e tegen dik 6.000 duiven en is een volle zus van Lichte Super Rossi (3x top 10 NPO en 8e nationaal Asduif). Beide kinderen van Super Rossi, dus.

Olympic Rossi

Mijn 3e Asduif jong PIPA Rankings heet Olympic Rossi, vernoemd naar zijn grootouders. Hij won verder de 8e nationaal Asduif WHZB en de 11e nationaal Asduif snelheid PIPA Rankings.

Olympic Rossi’s vader is Olympic Lion en die komt uit de Blauwe Leeuw van Herman Bevers. Die Blauwe Leeuw was een Crack en won de 4e Olympiade duif Brussel, 1e provinciaal Asduif ‘14, 2e nationaal Asduif KBDB ’16, 3e nationaal Asduif KBDB ‘14 en 10e nationaal Asduif KBDB ’15. Hij stond gekoppeld tegen Olympic Millennium, de 2e Olympiade duif ‘19, 1e Asduif PIPA Rankings ‘17, 2e Asduif PIPA Rankings ‘18, 1e provinciaal Asduif ‘18 en 3e nationaal Asduif WHZB.

De moeder van Olympic Lion is Athena’s Rossi, zij werd 1e provinciaal en 5e nationaal Asduif en komt uit sterkweker Super Rossi.

Normaliter vliegen top 5 nationale Asduiven of NPO-winnaars niet meer bij mij, maar in Olympic Lion heb ik het vertrouwen dat hij zich nog iets kan verbeteren. Daarom gaat hij nog een jaartje vliegen.

Avatars Girl

Tenslotte de 8e beste jaarling PIPA Rankings, Avatars Girl. Zij komt uit 1e NPO-winnaar Avatar, een broer van Olympic Millennium uit het Millennium koppel. Avatar was gekoppeld aan de zus/nestligger (nooit gevlogen) van Super Daisy (1e NPO Argenton). Beide dochters van Super Rossi.

Goede duiven

Dus ja, waarom ligt mijn interesse bij goede duiven? Topduiven blijven in meerdere generaties terugkomen. Als je enkel op prestaties selecteert zal je zien dat bepaalde lijnen overheersen. Wat dat betreft kan ik me prima vinden in de denkwijze van Willem de Bruijn: “goede duiven, de rest is larie”.

De cirkel moet echter rond zijn en daar hoort ook een goede begeleiding bij. Er zijn genoeg liefhebbers waarbij je de beste duiven ter wereld op hun hok kunt zetten, maar daar alsnog geen blad mee kunnen raken. Vaak komt dat doordat ze met alle winden meewaaien en niet consequent één simpel systeem hanteren om hun duiven te verzorgen.