De bladeren hangen nog redelijk groen aan de bomen en de duiven hebben het najaar van hun leven wat ruien betreft.

Mijn jonge duiven staan gemiddeld nog op twee oude pennen. De kweekduiven zijn inmiddels klaar en voelen zijdezacht aan.

Ik heb de duiven al op de kweekbakken, dus ze wennen alvast aan wat komen gaat. Binnenkort doe ik de lampen aan om ze wakker te schudden. De kweekduiven beginnen zoals elk jaar vroeg. De vliegduiven waarschijnlijk ergens in januari.

Het gaat mij in 2023 niet zozeer om het aantal jonge duiven, maar de kwaliteit ervan. Toch zal je per koppeling moeten afwachten wat er in de broedschotel ligt.

Ik hoop dat Brabant 2000 hetzelfde vliegprogramma voorschotelt als afgelopen seizoen, dus driemaal boven de 350 km en enkele keren boven de 400 km. Zo kun je je duiven stevig aan de tand voelen.

Dit jaar deden de liefhebbers op de verste afstanden in Brabant 2000 het goed met de jonge duiven. Wat afstand betreft dus geen problemen voor de verder wonende liefhebbers in onze afdeling.

Als je buurman ze wel vroeg kan pakken en jij niet, dan weet je waar het aan ligt. Je hoeft dan niet verder te zoeken dan in de sterkte van je eigen hok.

Ik schrijf vaak: “Goede duiven, voeding en producten. De rest is lariekoek.” Dit is nu eenmaal hoe de top tegen de duivensport aankijkt. Wat hen verder onderscheidt is dat ze de feeling hebben om met duiven om te gaan.

Sommige liefhebbers kopen als een kip zonder kop en zouden tegen zichzelf in bescherming moeten worden genomen. Na enkele slechte aankopen moet je eerst eens in de eigen keuken kijken of daar niet iets misgaat. Er is nu eenmaal een groep liefhebbers die met alle winden meewaait en geen vast systeem hanteert. Ze luisteren naar Jan en alleman en veranderen om de haverklap.

In duivenland zijn er ook veel mensen die graag van de daken schreeuwen hoe het allemaal moet, zonder dat ze zelf iets presteren. Om nog maar te zwijgen over sommige topspelers die anderen bewust op het verkeerde been willen zetten.

Asduiven in een samenspel – of dat nu in Nederland of België is – zeggen me weinig zolang die duif niet bij de eerste vijf provinciale of afdeling Asduiven zit.

Hulp

Ik begeleid Jan nu enkele jaren in het reilen en zeilen in de duivensport, maar dat gaat niet met iedereen. Niet alle mensen staan namelijk open voor andere ideeën. Ik heb meerdere personen willen helpen, maar die vielen binnen no time terug in hun oude patroon, evenals hun prestaties.

Sommige mensen weten het nu eenmaal beter, terwijl ze amper of geen blad raken. Verloren moeite is dat. Nu help ik dus alleen Jan en verder beschrijf ik op deze blog hoe ik het op eigen hok doe. Wat een ander met die informatie doet, is volledig aan hem of haar. Overtuigen is niet mijn doel.

Acclimatiseren

Ik besprak onlangs met een Chinese vriend dat duiven soms tijd nodig hebben om te acclimatiseren. Ik merk dat bijvoorbeeld als er duiven van hier naar Jan gaan (van Noord-Brabant naar Friesland). In het eerste jaar presteren die zelden iets.

Andersom is dat natuurlijk ook. Avatar kwam van Jan waar hij als jong een 1e NPO won. De eerste twee jaar kwam daar niet één bruikbare duif uit, maar inmiddels is het één van mijn betere kweekduiven.

De doffer van het Millennium koppel van Frans & Dirk Maris gaf de eerste twee jaar ook niet één bruikbare duif, ik wilde hem zelfs ruimen. Nu komt er bijna alleen maar goud uit.

Onze mooie sport holt snel achteruit en er is bovenin de organisatie niemand geïnteresseerd om daar wat aan te doen. Men is bezig met GPS-ringen waarmee ze de methode SNEL willen onderbouwen. Middels die methode gaan ze de duivensport nog sneller afbreken.

Wat kan men beter doen?

Ik zou zelf beginnen om de duivensport aantrekkelijk te houden voor de leden die we nog hebben en niet alles onnodig duur maken.

De massa inkorvers – ja, nu schop ik heel wat bekenden tegen de schenen – moeten ingeperkt worden. Voor de Belgische lezers: bij jullie gaat dat een nóg groter probleem worden.

Men mag uiteraard zoveel duiven houden en meegeven als ze willen, maar er komen er maar 30 in de uitslag bij de oude duiven (per categorie) en 60 bij de jonge duiven.

De massa inkorver kan zijn hok opsplitsen in twee of drie namen, dat houd je niet tegen. Ook kan men op een weekend 30 duiven op de vitesse/midfond en 30 op de dagfond inzetten, bijvoorbeeld. Doordat de rest als trainingsduif vliegt, kan men elke week 30 duiven uit de grote groep selecteren die in de uitslag komen.

De kleinere liefhebber moet het met amper 30 duiven doen, dus daar heeft de massa inkorver alsnog voordeel, maar we komen wel de grootste categorie in onze sport tegemoet en houden hen tevreden met een gevoel van eerlijkheid.

We moeten de afdelingen samenvoegen tot zes sectoren en alle vluchten boven de 300 km op de kortste afstand daar seminationaal vervliegen. Tenslotte alle kampioenschapspunten voor de nationale kampioenschappen uit die zes sectoren halen om eerlijk spel te verkrijgen.

Verder niet alleen op doping controleren in de mest, maar ook via een bloedstaal en altijd onaangekondigd (ook hier om anderen een eerlijk gevoel te geven). Daarnaast controles op fraude, er zijn systemen waarbij je onder de mand doorgaat en gelijk kan zien of alle duiven erin zitten. Boven de 300 km – de sectorvluchten dus – verplicht mandenlijsten eraan.

Begin juni de jonge duivenvluchten starten met invliegvluchten van 60 km op de kortste afstand en vanaf begin juli met stappen omhoog. Driemaal boven de 375 km op de kortste afstand tot minimaal half september (het mooie weer lijkt zich te verplaatsen tot half oktober).

Op de nalijn alleen oude duiven toelaten, we krijgen daarmee grotere deelnames bij de jonge duiven. Daarnaast zou elke sector vanaf de derde week van augustus tot de eerste week van september taartvluchten moeten organiseren voor de late of overnachtjongen. Zonder meetellende competitie, anders speelt men ook daar de vroege jonge duiven.

Er zal toch iemand met ideeën moeten komen om ons bestuur wakker te schudden, anders is er over 10 jaar geen duivensport meer. De massa inkorver moet dat begrijpen zonder aan zijn of haar eigen gewin te denken.

Hier zijn in de loop der jaren best wat duiven weggegaan op bonnen of wat dan ook.

Ik herinner me 2002 toen een liefhebber uit Rayon 1 een duif mocht uitzoeken uit een nest. Hij nam de ene mee, terwijl ik hem de andere aanraadde. De beste man belde ruim een maand later op of hij alsnog die duif kon ruilen tegen de duif die ik hem adviseerde. Ik maakte daar geen probleem van.

Ik kwam hem daarna regelmatig tegen op prijsuitreikingen, maar over die duif werd nooit gesproken. De beste man werd zelfs nog nationaal hokkampioen op de midfond. Zo’n 10 jaar later ontving ik een e-mail: “Mijn beste kweker is dood”. Dat was dus die duif waar hij al die jaren nooit over gerept had.

Het is niet al goud wat blinkt. Een liefhebber in Oost-Brabant haalde hier destijds ook een duif. Deze was niet goed genoeg voor hem en werd op duivenmarktplaats verkocht. Een vriend van mij kocht hem en die duif is nu zijn beste kweker.

Een andere jeugdige liefhebber uit Rayon 1 haalde hier tien jongen. Drie daarvan werden verkocht of weggegeven, waarvan de nieuwe eigenaren mij vermeldden hoe goed ze daar wel niet mee waren.

Zelf behield hij twee van de tien duiven. Broer en zus waren toppers en wonnen meerdere 1e prijzen. De duivin kweekte ook super, totdat ze verspeeld werd. Op de stambomen staat mijn naam niet vermeld, terwijl ze toch echt hier gekweekt is met mijn ring om.

Zulke types zijn hier niet meer welkom voor duiven, evenals alle liefhebbers die hier met gratis duiven zijn vertrokken en ze vervolgens spoedig hebben verkocht.

Adam Thomas uit Wales haalde hier jaren terug verschillende duiven en had met bijna allen succes, dat kan je bij hem navragen.

Uiteindelijk kweek ik veel meer slechte dan goede duiven en niet iedereen heeft er de juiste partners voor of is duivenmelker genoeg om er iets mee te kunnen.

Ook kreeg ik enkele jaren terug bericht uit Dubai. De man had ergens een duif van mij gekocht en vroeg mij om de stamboom, hij zou uit mijn Super Rossi komen. De duif had een Belgische ring om. Ik ring nooit duiven met Belgische ringen, heb ik hem verteld. Dat is dus duivensport.

De totale verkopingen komen er weer aan. Redenen: rugklachten, weggekocht worden, blind worden, noem maar op. Toch lopen er het jaar erop meestal weer evenveel duiven als men verkocht heeft.

Ik las ergens dat bepaalde namen binnen no time terug staan nadat zij hun duiven hebben verkocht. Toch kan ik meer voormalige tophokken opnoemen die dat niet gelukt is. Met uitzondering van de hokken die ten tijde van hun ‘totale’ verkoop nog ergens 200 jongen uit hun beste duiven hadden gestald, natuurlijk.

Hoe mijn duiven bij anderen presteren vind ik zeker interessant, maar hoe ze op eigen hok presteren nog vele malen meer. Mijns inziens kan dat altijd beter, de jonge duiven vielen me namelijk wat tegen afgelopen seizoen. We vlogen dit jaar zes afdelingsvluchten bij de jonge duiven waarbij ik 5x in de top 10 begon. Op beide vluchten boven de 400 km begon ik met de 2e NPO.

Voor de eerste keer sinds jaren zijn er meer jonge duiven jaarling geworden die dit eigenlijk niet verdienen op basis van hun prestaties. Ik ben benieuwd wat dat brengt volgend jaar.

Bij de Beste Liefhebbers van het voormalige WHZB zien we elk jaar een verloop. Pakt men de top 5 van de afgelopen 4 jaar, dan keren alleen Eijerkamp en Embregts-Theunis elk jaar terug. In 2022 zou dat wel even veranderen, want er kwam een nieuwe opzet. Toch werd ik 2e en voor de zoveelste keer Gouden afdelingskampioen FZN, maar ik heb vast geluk gehad.

Maar nogmaals, een tevreden liefhebber zaagt aan zijn eigen stoelpoten. Ik ben nooit tevreden en zie altijd verbeterpunten.

‘Nieuwe’ hokken

Dit najaar heeft een goede gepensioneerde vriend alle kweekhokken tot de grond toe afgebroken en verkleind teruggebouwd. Ze zijn van alle gemakken voorzien en zijn beter beveiligd tegen mens en ongedierte.

Het vlieghok van de oude duiven is ook tot de grond toe afgebroken. Onder de hokken is een betonnen plaat gelegd, om de ratten te weren die in de wintermaanden gewoon door de bodem heen vraten.

Ratten zijn net zoals wezels en zelfs egels duiveneters. Ratten eten duiven tot aan het bot op, laat staan de ziektes die ze verspreiden. Maar goed, van onze milieuvrienden mag er geen gif gebruikt worden, totdat we straks het sprookje De rattenvanger van Hamelen herbeleven.

Alle materialen van de kweek- en vlieghokken zijn spijkervrij gemaakt en gereinigd met de hogedrukreiniger, daarna is alles opnieuw teruggebouwd. Er is haast geen nieuwe plank gebruikt bij de wederopbouw. Door de verkleining van 4,5 meter bleef er juist veel over.

Het dak is 40 cm verlaagd bij de oude duiven, de nok uit het midden gelegd. Verder hetzelfde als voorheen wat verluchting betreft. De rotte planken aan de voorzijde zijn vervangen voor nieuwe Douglas planken die gewoon vergrijzen zonder dat ze geverfd worden. Ben ik niet bang voor de prestaties op dat veranderde hok? Nee, een goede duif zal het goed doen en een slechte niet.