Binnenkort zijn er weer verschillende zaalverkopingen, zoals die van Willem de Bruijn in Thorn op 28 december en die van Pearls of the Sky in Gilze op 29 december. Op deze events worden tal van topjongen verkocht. Eén ding hebben ze gemeen, een mooie stamboom en dus goede genen.

Je kan natuurlijk niet zien welke duif een topkweker wordt, maar je kan wel zien of ‘ie bij je eigen duiven past. Vervolgens is e.e.a. afhankelijk van je budget. Ik verwacht dat je in Thorn hoog moet inzetten om iets te kunnen kopen. In Gilze daarentegen zal voor ieder budget iets te koop zijn.

Niemand kan in een duif kijken, anders zouden er geen slechte aankopen zijn. Een voorbeeld. Ik mocht in 2019 voor de verkoop bij Willem een kind van Uranus uitzoeken. Deze zouden later in Thorn geveild worden. Uit zes exemplaren koos ik een klein doffertje dat tevens de jongste was. Aan Willems gezicht kon ik aflezen dat hij dacht: “Die heeft er dus ook geen verstand van.”

Dat kleine doffertje was een dertien in een dozijn duif, maar hij geeft wel goede jongen dankzij zijn genen. In het najaar van 2020 mocht Willem hier een jong uitzoeken uit het Golden Pair (Grey Millennium x Golden Ace). Ook hier stond een mand met zes kinderen klaar, waaronder twee laatjes.

De twee laatjes schoof Willem meteen aan de kant. Het ene laatje werd moeder van Pure Gold (1e Asduif WHZB en 1e Asduif PIPA Rankings) en is als vervangduif naar mijn Chinese vriend gegaan die er ook succesvol mee is op de eenhoksraces aldaar.

Conclusie, mocht Willem dat hebben gezien, dan had hij ongetwijfeld dat laatje genomen. Dus nogmaals, niemand kan in een duif kijken, ook de absolute top niet. De meeste superduiven vallen niet eens op. Vaak zijn ze wel mooi van bouw en pluim, maar zeker niet groot. Althans, de allround types.

Zo kocht ik destijds de kinderen van Rocket van wijlen Marijn van Gastel. Ik zette die op de kweek vanwege hun genen. Moest ik ze op bouw selecteren, dan gingen ze meteen weg. Wat aankopen betreft is het dus ook vaak een lot uit de loterij.

Daarbij heeft elke kweekduif een wederhelft die gelijkwaardig moet zijn aan de partner. Moet je gaan compenseren, dan is dat al het begin van een mislukking.

Er zijn daarnaast liefhebbers die het in de vingers hebben om met duiven te kunnen omgaan, maar er is ook een grote groep die je de beste duiven ter wereld kunt geven waarmee ze nog geen steek verder zullen komen.

Zo kan een goede fotograaf ook met het grootste gemak van een gedrocht een prachtduif maken, inclusief wat glans van het verenkleed.

Wat prestaties betreft interesseert mij alleen nog het afdelingsspel. We lazen dat onlangs in Willems stukje in De Duif. Heel wat nationale kampioenen en Asduiven zijn dat geworden dankzij de zwakte van hun rayon/samenspel. Vergelijk je hun spel op afdelingsniveau, dan ligt de waarheid totaal anders.

Zo zou een nationaal kampioen bijvoorbeeld ook 1e hokkampioen in de afdeling moeten zijn. En een nationale Asduif zou minimaal in de eigen afdeling ook 1e moeten zijn. Je kan toch immers ook niet in de eigen vereniging de 2e prijs winnen en in de afdeling de 1e prijs?

Zo zouden ze ook in geen enkel nationaal kampioenschap de totale aantallen duiven mee moeten tellen in de berekeningen, want dan zouden alle kampioenen uit de grootste afdeling komen. Het is beter om de gemiddelde deelname over elke afdeling te delen door 11 per vlucht en dat als leidraad te nemen in de berekeningen.

Zijn er 50.000 duiven verzonden dat weekend in een bepaalde spelcategorie (bijvoorbeeld midfond), dan is het deelgetal 50.000 gedeeld door 11 = een gemiddelde deelname van 4.545 duiven.

Ik heb respect voor de goede spelers om hun tomeloze inzet en voor de mindere spelers voor hun doorzettingsvermogen. Daarbij praat ik niemand naar de mond, want ik heb van niemand iets nodig. Vandaar de eigen mening en die is zeker niet altijd juist, dat weet ik ook wel.

Als duivenliefhebber denken we nu eenmaal bekrompen. We wonen allemaal nadelig, spelen allemaal in het sterkste samenspel en hebben altijd de wind tegen. Maar soms zou logisch nadenken toch niet zo moeilijk hoeven te zijn.

Of ik mij geen zorgen maak over het vliegseizoen van 2023, wordt me wel eens gevraagd. Ik verander daar toch niets aan, dus waarom zou ik ervan wakker liggen?

Ik hoop natuurlijk dat we eerder starten met de jonge duiven. We starten nu ook te laat met de oude, vind ik. In april kan het prachtig weer zijn. Ook slecht, maar dat geldt voor mei ook. Je kunt bij slecht weer altijd nog de start opschuiven, maar een seizoen verlengen gaat blijkbaar niet.

Ik ben dus voor een flexibel vliegprogramma met voldoende mogelijkheden om te schuiven in het seizoen, zo heb je wat veiligheidsmarge voor de weersomstandigheden. Als je half juni met de jonge duiven start, kan je nog wat verschuiven of vluchten laten vervallen (hitteprotocol), zonder dat dit gevolgen heeft voor de opleiding van onze jongen.

Maar zoals gezegd verander ik er toch niets aan. Ik ben net als ieder ander een roepende in de woestijn. Ook hier gaan de jaren snel, dat realiseer je je wel als je kinderen richting de 30 lopen. Ik kies er dus voor om nog maar te genieten van die paar jaar duivensport die ons resteert.

De bon voor een koppel eitjes bij P.V. De Griffioen bracht €1.910,- in het laatje. Een goed teken dat de duiven gewaardeerd worden, een minder teken is dat de aanvragenstroom nu nog meer toeneemt. Daarnaast voel ik me verplicht om de koper van de bon goed te bedienen.

De eitjes van de kweekboxen zijn inmiddels verlegd, binnen no time lopen de piepers weer op het dak en kan het nieuwe sportseizoen beginnen.

We beginnen met een schone lei aan een nieuw seizoen, dat vast weer duurder wordt dan het vorige. Het is daarom tijd voor een extra selectieronde. Wie verdient het om verder te mogen, wie is perfect van bouw, netjes ingepluimd, niet lastig en heeft al mooie dingen laten zien? De woonbakken hoeven niet vol, reserveduiven hoor je niet te houden. Je moet één credo aanhouden: je hebt altijd duiven teveel en komt er nooit één tekort!

De eerste koppels heb ik inmiddels verlegd. Of ze bevrucht zijn, check ik later. Ik wil uit de eigen duiven een mooie ploeg jongen kweken. Met ‘mooi’ bedoel ik niet groot, maar goed. Enkel uit de beste duiven, dus. Bij Jan willen we diezelfde kant op, al wordt hij wel wat meer geteisterd door roofvogels.

Verder valt het me op dat onze mineralenemmer steeds meer voet aan de grond krijgt in België. Erwin van der Linden (info@vanderlindenbirdfood.nl) bezorgt ze in heel België aan huis en ze zijn ook verkrijgbaar in de winkel van Ronny van Tilburg.

Verzorging

Mijn duiven krijgen elke dag één deel Champions Mineralenmix op vier delen voer. Als de duiven tegen de leg zitten geef ik iets meer, maar wel altijd over het voer. Hier dus geen losse potjes op het hok of in de bakken, alle duiven eten uit één gezamenlijke voerbak.

Ik hoef ook geen circusaapjes die het voer of de nootjes uit mijn mond pikken of in de handen pikken wanneer je de woonbak zuiver maakt. Dit alles is vaak een kwestie van hongerige duiven. Dieren met honger kan je alles aanleren, behalve sneller naar huis vliegen.

Hier krijgen de duiven dus altijd genoeg te eten. In de maanden dat er niet gevlogen wordt en ze geen jongen hebben, voer ik ze eenmaal daags. Per 40 duiven geef ik 1 kilogram voer (4 delen à 250 gram) + 250 gram Champions Mineralenmix + 1 eetlepel Origanum Red. Tweemaal per week nog een schepje Prestavit. Hiermee blijven mijn duiven perfect op gewicht.

De ochtend erop is de voerbak compleet leeg, er ligt zelfs geen korrel grit of roodsteen meer. Bij temperaturen rond het vriespunt voer ik natuurlijk ietsje meer. Zouden er ’s ochtends wel nog restjes liggen, dan krijgen ze iets minder. Alles wat ik verstrek moet opgaan, inclusief de mineralenemmer.

Ik heb een hekel aan wintervet, de zogenaamde gele randen naast het borstvlees. Aan verspilling heb ik ook een hekel, dat geldt ook voor de drinkpot. Bij de kweekboxen ververs ik die om de twee dagen, dus twee dagen Naturaline met knoflook en vervolgens twee dagen zuiver water.

Bij de vliegduiven ververs ik het water elke dag, die krijgen vandaag Naturaline met knoflook en morgen Sedochol. En zo verder. Deze duiven drinken van half september tot half januari dus geen zuiver water. Daarna maakt de Sedochol plaats voor zuiver water. De kwekers krijgen vanaf het koppelen geen Sedochol meer en de rest van het jaar alleen nog om de dag Naturaline met knoflook.

Op deze manier houd ik mijn duiven al zo lang dat ik weet gezond en komen ze prima door de rui heen. Hier zijn bijna alle jonge duiven aan hun laatste pen bezig.

Medisch

De kweekduiven krijgen net als de vliegduiven een kwart Flagyl in oktober. Daarna krijgen de kweekduiven een jaar lang niets meer tegen tricho. Hier ook geen gele druppels. Ooit eens geprobeerd, maar dat was zeker ook de laatste keer.

Daarbij ben ik van mening dat hoe meer je tegen tricho doet, hoe zwakker je duiven worden. Hokken met paratyfus hebben ook als eerste tricho, puur omdat hun duiven verzwakt zijn.

Mijn advies is dan ook om er zoveel mogelijk vanaf te blijven. Hier vindt men ook wel eens lichte tricho tijdens de zes jaarlijkse controlebeurten, maar vaak doe ik daar niets aan. Enkele weken later ga ik wel met diezelfde duiven terug om te zien of het weg is of verergerd is. Indien het laatste, gaat er alsnog een pil in.

Na twee nachten mand geef ik de vliegduiven preventief 1,5 dag B.S. bij thuiskomst, samen met Belgasol of een bruistablet vitamine C van de drogist. Voor de luchtwegen rook ik ze in het vliegseizoen eens per maand uit, al ben ik van mening dat de vernieuwde Koudijs tabletten een andere uitwerking hebben op de duiven. Verder grijp ik alleen in wanneer dat nodig is na een controle bij De Weerd.

Zo heeft iedere topspeler zijn eigen systeem, maar veel daarvan zetten anderen graag op een dwaalspoor. Ik daarentegen schrijf precies op wat ik doe. Dit doe ik voor de onervaren liefhebber die niet met alle winden wil meewaaien.

Maar goed, zonder goede duiven kom je nog nergens. De mindere kwaliteit duif lijkt ook vatbaarder voor van alles en nog wat. Ook dat heb ik in het verleden meegemaakt. Duiven die met vierkante koppen en de ogen dicht gepikt thuiskwamen, ontredderd in het hok. Een goede duif in goede conditie overkomt dat niet, die vreten ook hun duivin niet op tijdens het koppelen.

De eerste eitjes liggen hier weer. Dat is vroeg, maar ik kan de jongen nog prima ringen als ze ouder zijn dan tien dagen. Een beetje WD-40 aan de pootjes en de ring schuift er zo omheen.

Of er weer kampioentjes bij liggen weet ik niet. Alle ouders hebben zelf topprestaties geleverd op het vlieg- en/of kweekhok. Ondanks dat heb je altijd nog wat geluk nodig met de nakweek.

Vanaf 1993 heb ik alle top 10 NPO-winnaars en Asduiven naar de kweek gebracht, zodoende kwam ik er snel achter dat de meeste duiven dat gewoon doorgeven aan hun nageslacht.

Dat zijn dus duiven die in het allerhoogste verbond kopprijzen hebben gewonnen. Het verenigingsspel of een of ander zwak samenspel is toch even andere koek dan het afdelingsspel.

Tegenwoordig kan ik niet meer al die duiven op het kweekhok plaatsen. Afgelopen seizoen bijvoorbeeld speelde ik 12x top 10 NPO (sommige duiven wonnen zelfs 2x top 10 NPO), maar die moeten toch nog een jaartje vliegen.

De superexemplaren daarentegen worden voortaan wel als kweekduif ingezet, zoals:

  • Turbo Millennium (2x top 10 NPO).
  • Mathieu (3x per duizendtal en top 10 NPO).
  • Super Millennium (3x top 10 NPO en 4e nationaal Asduif dagfond bij Jan).
  • Miss Rossi, vloog bij Rene Roks en won dit jaar als jonge duif de 1e, 2e en 8e NPO. Driemaal top 10 NPO dus, evenals:
  • Super Millennium.

 

Bij Jan en mij zitten ook nog duiven op het vlieghok die bij de top 10 nationale Asduiven stonden, één of twee keer top 10 NPO hebben gewonnen en verschillende keren per duizendtal hebben gespeeld. Dat laatste wordt steeds moeilijker met de alsmaar kleiner wordende deelnames.

We willen aankomend voorjaar weer kunnen genieten van de aankomsten en dat moet met goede duiven gebeuren. Die enkele echt goede duiven gaan in het nieuwe vliegseizoen ook weer het verschil maken op de hoogste podia.

Vandaar dat we allebei zuinig zijn op onze beste exemplaren en ze niet van de hand doen. We wisselen de eitjes uit van elkaars tien beste koppels. Ook verplaatsen er jaarlijks nazaten van topduiven heen en weer. Een duif die zich in Friesland ontpopt tot sterkweker blijft daar. Ik haal die niet terug, maar haal er wel jongen uit.

Meermaals de eerste 10 of 20 prijzen winnen in een vereniging of samenspel zegt mij niets over het presterende hok, maar wel iets over de concurrentie waartegen men speelt. Wil je bij de top des lands geraken, dan moet je tijdens het selecteren de lat hoger leggen dan je eigen vereniging.

Ik heb het geluk gehad dat ik het Millennium koppel tegen elkaar zette. Daar zijn inmiddels meer dan 40 verschillende (klein)kinderen uitgekomen die top 10 NPO wonnen, alsook top 10 nationale Asduiven, een Olympiade duif en zes duiven die de 1e NPO wonnen.

Op de verschillende kweekhokken in Brabant en Friesland zitten 20 kinderen waarbij degene die gevlogen hebben top 10 NPO behaalden of meerdere 1e prijzen in groot verband wonnen. Die niet gevlogen hebben gaven top 10 NPO-winnaars en top 10 nationale Asduiven, waaronder meerdere 1e prijswinnaars.

Bij Bas Verkerk zit een zoon die hem dit jaar de 1e Asduif dagfond gaf. Grey Millennium, Olympic Millennium, New Millennium, Miss Millennium en Avatar zijn allen kinderen die qua kweekkwaliteit ver boven de rest uit steken. Zij gaven elk al meerdere top 10 NPO-winnaars.

Avatar bijvoorbeeld won zelf in Friesland als jong de 1e NPO Quiévrain tegen 13.331 duiven en de 41e NPO Niergnies tegen 11.597 duiven. Hij is inmiddels vader van deze zes kinderen:

  1. Avatar’s Girl (2e NPO Sens 8.754 d. en 8e nationaal Asduif)
  2. Millennium Ava (3e NPO Chateaudun 6.277 d.)
  3. Special Ava (4e NPO Melun 16.023 d.)
  4. Mad Max (7e NPO issoudun 7.183 d.)
  5. Super 62 (7e NPO Issoudun 2.472 d.)
  6. Fighter Avatar (6e NPO Sens 8.754 d.)