Als je redelijk speelt, ga je wel eens over de tong en moet je een olifantshuid hebben.

Neem nu een speler uit Brabant 2000, iemand die ik respecteer overigens. De beste man komt wekelijks in België en op de vraag over mijn prestaties wist hij te zeggen: “hij speelt redelijk dit jaar, beter dan vorig jaar.”

Nu hoef ik niet opgehemeld te worden, maar ik hou wel van oprechtheid en de waarheid. Schijnbaar heeft hij vorig jaar een kapotte computer gehad of weet hij niet dat je bij Compuclub ook de uitslagen van vorig jaar terug kan zien.

Het mooie van alles is dat hij de laatste 15 jaar zelden of nooit voor me heeft gezeten en ook dit jaar na zeven vluchten nog niet in de schijnwerpers staat. Ik heb hem dan ook al 15 jaar niet gezien op een kampioenen huldiging van Brabant 2000, terwijl er in alle categorieën 15 hokkampioenen gehuldigd worden.

Je moet oppassen met wat je zegt, zeker over iemand die zelf ook vaak in België te vinden is. Mijn respect voor de desbetreffende persoon is inmiddels iets afgenomen.

Komend weekend

Verder gaat het naar behoren dit jaar. Al 3x 1e in het samenspel, dus we liggen op koers. Aankomend weekend belooft zwaar te worden met een oostenwind en 30 graden. Dit zijn omstandigheden voor sterke duiven die in vorm zijn en voorzien worden van de juiste voeding en vetten.

De jonge duiven zijn gisteren ondanks de oostenwind op 20 km gelost. Mand voor mand, oftewel in groepen van twaalf.

Ze draaiden bijna allemaal enkele minuten, om vervolgens hoog in de wolken in de goede richting te vertrekken. Eén mand, waarin een bonte en drie oude duiven zaten, stoof er gelijk vandoor zonder eerst te draaien.

Eenmaal thuis aangekomen, kwam na een half uur een oude duif thuis. Een minuut of 10 later een jonge duif. Dan wordt het bibberen, kan ik je vertellen. Uiteindelijk kwamen ze. Eerst eentje, toen weer twee en af en toe vier. Dat was dan ook gelijk de grootst aankomende klad.

Om een lang verhaal kort te maken: binnen drie uur na lossing waren er 105 van de 114 terug en in de avond nog één, dus negen stuks bleven weg. U raadt het al: inclusief die bonte die in één streep vertrok zonder zich eerst te oriënteren.

Het is een voorjaar met redelijk veel oostenwind, dus als ik daar naar moet kijken hoef ik nooit op pad te gaan. Over 6 weken is de eerste prijskamp en dan houden ze daar geen rekening mee.

Ik los ze altijd mand voor mand. Ik neem veel manden mee, zodat er niet teveel in één mand gaan. Normaliter moet dus op iedere twaalf geloste duiven om de vijf minuten minstens één zichzelf goed kunnen oriënteren.

Wanneer je één grote klad loslaat en deze verkeerd slaat, dan zijn de verliezen vaak niet te overzien. Dat geldt ook voor de vele draden waar ze langs moeten. Met één voor één lossen beperk je dit risico.

Ik had van tevoren contact gehad met Maarten Huijsmans, de man in vorm. Maarten meldde zijn duif op 13 door, dus de rekensom was snel gemaakt: ik moest op 28 pakken.

En inderdaad: de eerste kwam op 28, maar ging achter de lokker aan. Toen kwam er een kladje van vijf, en haastte hij zich alsnog snel naar de klep om als eerste binnen te zijn. Bij dat kladje van vijf vielen overigens drie vreemde en twee waren van mij.

De Kannibaal

Gelukkig alsnog 1e, 3e en 4e tegen ruim 1.600d. De Kannibaal tekent voor de 1e prijs, hij is een zoon uit Cavendish van Dirk Van Dyck en zijn moeder is Amazing Nugget, de 3e WHZB. Mijn tweede duif is een kleinzoon van Super Rossi en mijn 3e is die wonderduif Maximal Rocket.

De Kannibaal is een duif die graag treuzelt, doordeweeks gaat hij ook als laatste het hok in. Het is echter wel een goede en enorm grote duif, vandaar dat hij vernoemd is naar zijn bekende grootvader, de Kannibaal van Dirk Van Dyck.

Dirk heeft geweldig huisgehouden op Vierzon met aan de 9e prijs alle drie zijn gezette duiven thuis. Hij heeft vorig jaar flink gesukkeld met zijn gezondheid, maar het ziet er nu allemaal weer rooskleurig uit voor de sympathieke Dirk.

Het weer in het oosten van Brabant 2000 was duidelijk beter dan bij ons. Aan de vroege duiven te zien, zijn ze min of meer daar langsgegaan.

Het was een juiste en geduldige beslissing om de duiven te lossen. Als het vertrek goed is, kan een duif veel aan. De duiven zijn hier allemaal weer thuis, dat zal in het noorden van Nederland jammer genoeg niet het geval zijn, denk ik.

Ook bij John van Dongen in Roosendaal zijn de duiven top in orde, ik verwacht hem zeker komend weekend op de Dagfond.

In de duivensport is een hoop haat en nijd onderling. Kijk, ik speel ook het liefst iedere week eerst, maar dat wil zeker niet zeggen dat ik het een ander niet gun.

Wat dat aangaat, heb ik altijd respect voor mensen die een mooie uitslag maken of concoursen winnen. Of dat nu vriend of vijand is of een grote of kleine liefhebber, dat maakt me allemaal niet uit.

Zo probeer ik ook altijd netjes alle binnenkomende vragen te beantwoorden, ook al zijn er mensen die me al jaren dezelfde vragen stellen en er schijnbaar niets van leren of moeite hebben met onthouden.

Keep it simple

Ik hanteer hier één systeem, en dat houd in dat ik het mezelf niet te moeilijk maak. Eén mengeling en de NPO-mix erbij om bij te kunnen sturen.

Aan voedingssupplementen hecht ik steeds minder waarde, hetzelfde geldt voor medicijnen. Ik geloof meer in de natuurlijke weerstand van duiven en in kwaliteit.

Morgen staat er waarschijnlijk wind aan kop, dan zullen er een boel getekende duiven gepakt worden overal en dat is tevens het enige waar het écht om draait: goede duiven.

Het nadeel is dat iedereen maar één of enkele duiven heeft die net dat beetje extra kunnen geven en waar je op kunt rekenen wat kopvliegen betreft. De meeste duiven zijn ‘lucky shots’ zoals ze dat vandaag de dag noemen. Eén dag komen ze vroeg en dan weer wekenlang laat.

Zo zijn er vaak ook maar enkele kweekduiven die 1e prijswinnaars geven en het gros geeft prijsvliegers of minder, zo simpel is dat.

Om die reden is de zoektocht naar versterking enorm moeilijk, vooral in België. Daar lijken ze steevast overtuigd dat het allemaal goede zijn of dat ze allemaal goede hebben.

Aanstaande zaterdag 248 km met een NO wind, een kort vluchtje dat zo’n 3 uur zal duren. Hier gaan alle duiven mee, ook degene die een week later naar de dagfond gaan.

Ik heb geen goede ervaringen met duiven thuishouden. Daarnaast zullen ze van 3 uur vliegen niet zoveel last hebben.

Ik ben er nog niet aan uit wie of wat er op de dagfond gaan, het zullen vooral duiven van twee jaar zijn. Mocht het een gemakkelijke vlucht worden, dan zet ik misschien wel wat meer jaarlingen in.

We hebben dit jaar zes dagfondconcoursen, dus is het een kwestie van doseren en niet op één paard wedden. En zoals ik al eerder vermeldde: duiven die er nog niet klaar voor zijn en op de midfond een kwartier tekortkomen, gaan op de dagfond een half uur te laat zijn.