Ad Schaerlaeckens had het er al over: bij Frans Maris (Itegem, BE) vliegt er één. Het toeval wil dat de vader van mijn witte raaf ook daarvandaan komt.

Bij John van Dongen zit er ook één die momenteel 1e Olympiade Asduif staat. Ik heb die duif enkele weken terug in mijn handen gehad en inderdaad, het is een echte.

Waar ook een vliegend wonder zit, is bij de Comb. van Wanrooij in Geffen. Die gasten beschikken over een super jaarling met op dit moment 3x teletekst op de dagfond. Wie gaat die kloppen voor beste dagfond duif dit jaar, zou je zeggen.

Het verhaal wil dat die vorig jaar alleen de nalijn gedaan heeft, maar wel nog op de laatste Orléans mee geweest is om ervaring op te doen. John kennende gaat hij ook nog mee naar Ruffec, iets wat ik niet zou doen. Iedere duif heeft zijn breekpunt, vooral een jaarling.

Zuid-Holland en Oost-Brabant gaan dit weekend gewoon vliegen en de sectievlucht, data en afstanden blijven schijnbaar gehandhaafd. We moeten dus door om niet op achterstand te komen.

Zaterdag houdt hij buien en mindere temperaturen. Zondag zou ook een uitkomst zijn als we op zaterdag inmanden, maar dan komen we automatisch met de Belgen in het gedrang. Van mij mag het op zaterdag, ik voorzie geen enkel probleem.

Zelf hebben we vanochtend om 7u gelost op 35 km en geloof het of niet, ze moesten door stevige regenbuien huiswaarts maar waren thuis voordat onszelf.

Het blijft voorlopig nog wel even warm. Dit is iets waar we steeds vaker mee te maken zullen krijgen. Als duiven (jong of oud) gewoon op tijd gelost worden, hoeft dit geen problemen op te leveren. Ze weten immers hoe ze er mee om moeten gaan.

Duiven passen zich snel aan

Châteauroux op de verste afstanden verliep ook goed met relatief geen verliezen. Bergerac en Narbonne zullen ook normaal verlopen, alhoewel daar een boel jaarlingen op zitten die vorig jaar amper gespeeld zijn.

Ligt het wel aan het weer?

Er gaan altijd duiven verloren, maar ligt dat alleen aan het weer of kan het bij sommige ook aan een gebrekkige voorbereiding liggen? Of is er meer aan de hand? Problemen met de luchtwegen, een te afgesloten hok, Tricho?

Allemaal oorzaken die met dit warme weer op de loer liggen, maar niet snel herkend worden door de gemiddelde duivenmelker.

Het weer de schuld geven, is de gemakkelijkste weg. Gezondheid, of erger nog: kwaliteit, wordt vaak over het hoofd gezien. Ik zie dat op mijn eigen hok: van sommige koppels zit alles er nog, van andere koppels is alles weg. Dit ligt natuurlijk niet alleen maar aan het weer.

Daarnaast kunnen bepaalde stammen duiven niet goed overweg met dit zware weer. Ook dat zie ik terug op mijn eigen hok. Bepaalde lijnen maken hier de dienst uit dit jaar en enkele lijnen komen er niet aan te pas. Laatstgenoemde lijnen zullen steeds verder uitgeselecteerd worden.

Jaren ‘90

In de jaren ’90 had ik de lijn van het Teletekst koppel met stevig Meulemans bloed erin. Die jongen konden probleemloos de NPO vluchten van toen (455 t/m 560 km) aan en kwamen met 30 graden en wind op kop, fris thuis.

Wat ik toen (en nog steeds) deed, is heel veel elektrolyten geven en veel vetrijk voer. Ik gaf enorm veel popcornmaïs weet ik nog wel, tot wel 3 à 4 dagen per week. Daarnaast gaf ik elke dag een handje rijst, iets wat ik nu overigens niet meer doe.

De hokken stonden toen hoog en altijd open. Zelfs ‘s nachts stonden de ramen open met alleen kippengaas ervoor.

De jaren daarna leek het klimaat te veranderen met vaker regen. Toen de afstandsbeperking kwam, moest ik op zoek naar snellere duiven. Nu heb je die taaie rakkers weer nodig: allround duiven die het op korte en lange afstanden kunnen met wind mee of tegen, koude of warmte.

Dit kost nu eenmaal een boel duiven, vandaar dat er hier jaarlijks veel gekweekt en geselecteerd wordt op prestaties en gezondheid.

Bij de oude duiven is mijn 2e getekende gelukkig teruggekeerd. Verder waren er afgelopen weekend geen verliezen bij de jonge duiven, althans niet in mijn directe omgeving. Dit ondanks het feit dat de duiven weer een half uur later gelost werden.

Het late lossen roepen we over onszelf af. De afdelingen moeten harder aangepakt worden. Durf je niet te lossen? Dan mag een andere afdeling die niet angstig is, eerst.

Zoals gezegd, geen verliezen afgelopen weekend. Dit is het teken dat de duiven zich perfect kunnen aanpassen aan de warmte en dat ze in al hun onervarenheid vorige week ergens tussen verzeild zijn geraakt.

Bij Jan Timmermans ook geen verliezen met de jonge duiven van hun eerste africhting (150 km).

Angstige liefhebbers

Er is een groep liefhebbers die niet gespeeld heeft dit weekend, uit angst voor nog meer verliezen. Ongegrond dus. Nu zitten ze wel in hun piepzak: de sprong wordt alsmaar groter en dus gaan ze druk uitoefenen om alsnog de vluchten in te korten of af te lassen.

Brabant 2000 moet daar geen gehoor aan geven. Laat die mensen alsnog starten op de nalijn over twee weken of haal die een week naar voren. Hierdoor hoeft niet iedere keer het vliegprogramma overhoop gegooid te worden.

Als je niet uitkijkt, krijg je een straks een programma dat gelijk loopt met de nalijn en dat wil dus zeggen dat het gehele jonge duivenprogramma vernield is en die klagers alsnog op de nalijn gaan spelen.

Het voltallige bestuur van de afdeling moet zich sowieso niet laten beïnvloeden door jammerende personen van buitenaf. We hebben een vliegprogramma gemaakt en dat blijft zo. Wie niet durft omdat het te zwaar is, kan op de nalijn starten.

Hardheid

Het is enorm belangrijk dat de jonge duiven hardheid krijgen door 3 à 4 keer boven de 400 km te spelen. Deze ervaring hebben ze nodig.

Die grote kampioen uit Zuid-Holland verliest ieder jaar een boel jaarlingen, doordat hij ze op de nalijn speelt. Hij jammert daar echter niet om, omdat hij dit incalculeert zoals iedere overnacht- of ZLU speler dat doet. Hen zal je niet horen dat ze 75% van hun jaarlingen verspelen door onervarenheid.

Jelle Roziers

Ik sprak nog met Jelle Roziers, die zijn jonge duiven van 200 km naar 360 km had gestuurd om ze hardheid aan te leren voor de Nationals. Hij was er een boel achter, maar maalt daar niet om. Het gaat hem om de taaie duiven, die heeft hij straks nodig bij de nationale vluchten: vier stuks boven de 500 km en dan nog de provinciale tegen de 400 km.

Het oude duiven seizoen zit er weer op voor mij. De laatste dagfond vlucht viel niet bepaald mee. Mijn 2e getekende, waar ik een rotsvast vertrouwen in had, is als enige nog kwijt. Snel weer vergeten dus, deze vlucht.

De jonge duiven kwamen een stuk beter. Ik had er 66 mee en 56 prijzen, te beginnen in de vereniging met 1e, 2e, 3e, 4e, enz.

De 1e was een dochter van Fast Rocket (2e, 11e, 11e NPO). De 2e was een dochter van Dragon Star (9e NPO). De 3e was een kleinzoon van Super Rossi, oftewel een broer van het duifje dat bij Maarten Huijsmans al 3x top 10 Provinciaal won.

De 4e komt uit Super Star met een 1e en 2e op zijn conto. Hij is ook een kleinzoon van Super Rossi en zat gekoppeld aan een dochter van Super Rossi.

Dure aankopen niet altijd succesvol

Dit jaar een paar erg dure aankopen gedaan in België en deze gekoppeld tegen mijn allerbeste. Daarbij nog op meerdere gezet van elk 8 jongen en niet één zit er nog. Zo moeilijk kan het dus zijn. Die duiven vliegen er dus weer uit, ondanks hun prijskaartje.

Vanaf volgend seizoen haal ik mijn beste vliegers naar het kweekhok en koop ik niets meer aan. Ze komen vaak toch alleen maar uit mijn eigen bewezen duiven (enkele uitzonderingen daargelaten).

Jan Timmermans won in Friesland de 20e NPO met dezelfde jaarling die twee weken terug de 17e NPO won. We praten dan over dik 700 km. Deze jaarling is ook een kleindochter van Super Rossi.