De kweek voor mijzelf is zo goed als voorbij en verliep super zonder uitvallers. De kwaliteit oogt hoger dan voorgaande jaren, wat ik ook wel verwachtte aangezien ik de toplichting van 2017 op het kweekhok heb gezet. Je kan nu eenmaal beter uit jonge ervaren duiven kweken dan uit bejaarde, al komt daar zo nu en dan ook nog wel iets goeds uit voort.

Bij de meeste jongen heeft minimaal één van de ouders teletekst gevlogen, daar ligt het dus niet aan. Uit alle koppels heb ik zes jongen, dus je zou zeggen dat er toch zeker één goede per koppel bij moet zitten.

De gespeende jongen hebben allemaal hun PMV-enting gehad. Later dit jaar volgt de pokken- en paratyfusenting en daar moeten ze het mee doen.

De meeste bonnen zijn ook voorzien. Of ze een goede hebben, weet ik niet. Ik heb in de jaren dat ik bonnen kocht vaak de mooiste van de twee meegenomen en daarmee ook gelijk de twee slechtste. Hoe vaak komt het wel niet voor dat de minste in het nest de beste wordt en dat de grootste alleen maar de grootste vreter van de twee bleek te zijn.

Hier gaat deze week alles op weduwschap. Ze hebben vijf tot tien dagen gebroed na hun nest jongen. Verder ben ik nog langs De Weerd geweest. Ze hadden net als vorig jaar na de kweek een lichte tricho besmetting. Toen heb ik er niets aan gedaan en was het bij de controle drie weken later weg. Nu zit ik nog ver voor de seizoenstart, dus krijgen ze vier dagen B.S. door het water vanaf dit weekend.

Verder krijgen ze dagelijks 80% Championsmix en 20% NPO-mix. Daarnaast krijgen de jonge en oude duiven iedere dag een stenen pikpot gevuld met Champions Mineralenmix per 25 duiven.

Verder lijkt er mooi weer aan te komen vanaf volgende week, dus kunnen de trainingen goed ingezet worden. Veel rijden met de duiven doe ik niet. Twee keer naar 30 km en dan kunnen ze mee.

Wat heb ik liever, forme of kwaliteit? Doe mij maar kwaliteit. Duiven in forme stijgen boven hun kunnen uit. Een middelmatige vlieger wordt voor enkele weken een goede. Als je eenmaal forme te pakken hebt kan je mooie dingen verwachten, maar helaas is het vaak van korte duur.

Beschik je over kwaliteit en kan je jouw duiven op een natuurlijke wijze gezond houden, dan kan je een heel seizoen goed spelen. Knoeien met medicatie kan op een enkele vlucht een boost geven, maar daarna krijg je een forse tegenslag. Aan mij is dit niet besteed. Ik wil een heel seizoen goed presteren en niet een paar vluchten.

Het nieuwe vliegprogramma

Ik heb het nieuwe vliegprogramma gezien en heb daar natuurlijk mijn op- en aanmerkingen over. We beginnen 11 april op 140 km en amper vier weken later Melun op 355 km. Twee weken daarna zitten we op 550 km.

Het jonge duivenspel start 4 juli op een goede 100 km. Vijf weken later zitten we op 240 km terwijl dan één week later de nalijn start op 100 tot amper 280 km. Voor de jonge duivenspelers wordt er dus drie keer de mogelijkheid geboden boven 300 km te spelen in hun jonge bestaan. Als jaarling krijgen ze zes dagfondvluchten van gemiddeld 600 km en zeven midfondvluchten van gemiddeld 350 km voor hun onervaren kiezen.

Ik had liever drie keer boven de 350 en drie keer boven de 450 km gespeeld met de jonge duiven. De angsthazen onder ons die bang zijn om een duif te verspelen kiezen immers toch wel voor de rondjes om de kerk op de nalijn.

Het spel begint dus 11 april en eindigt vijf maanden later op 12 september. Brabant 2000 zet dan een week later op 19 september zelfs nog een opleervlucht op het programma van 285 km. Wie het weet, mag het zeggen. Mij gaat dit namelijk boven mijn verstandelijk vermogen. Ik begrijp het duivenspel niet meer, maar dat zal vast aan mij liggen.

Ik las onlangs de reportage op PIPA van Dirk van Dyck, één van de sympathiekste Belgen die ik ontmoet heb in mijn zoektocht naar betere duiven. Rechtstreekse Van Dyck duiven heb ik niet meer. Ze waren hier top op de midfond, maar kwamen iets tekort op de dagfond. Wel zitten er nog ingekruiste nazaten met mijn duiven die het voortreffelijk doen.

Bijvoorbeeld de duivin van het Millennium koppel (moeder Olympic Millennium, Avatar en meerdere top 10 NPO-winnaars) die ik samenkweekte met nog zo’n sympathieke Belg, Herman Bevers. De duivin van Herman was rechtstreeks van Dirk van Dyck. Zo ontmoet je dus wel eens wat liefhebbers die je bijblijven.

Ik heb ook respect voor liefhebbers als Christian van de Wetering. Hij is hier wel eens geweest voordat hij bekend werd. Ik had nooit gedacht dat hij zo’n topliefhebber zou worden. Ook hij houdt alles simpel, geen verwarmde hokken maar alles gewoon open net als hier. Hij zit ook in de open vlakte.

Als het over verzorgers gaat hebben ook Oliver Sabol, Brian Bolton en Henri van Doorn mijn respect. Ook zij halen het beste uit een duif en zijn 24 uur per dag bezig met het doorvoeren van verbeteringen.

Jan Hooymans, Evert-Jan Eijerkamp, John van Wanrooij en Erik Reijnen hebben één ding gemeen: het zijn geslaagde zakenmannen, maar werken ook allen samen met een topverzorger wat net zo belangrijk is als het hebben van goede duiven.

De emmertjes met blauwe deksel waren in no time uitverkocht in Houten. De komende weken worden veel winkels bevoorraad. Wij doen dit in de meeste gevallen niet zelf, dus je kan het beste bij je lokale speciaalzaak vragen of ze de emmers willen inkopen. Bij ons in Hoeven zijn ze natuurlijk altijd verkrijgbaar.

De huidige gang van zaken

De duiven gaan nu dagelijks los. Om 08.00 uur gaat het hok open en gaan alle duiven eruit, ook die op eitjes zitten. De spieren moeten los en ze moeten weer leren vallen. De hokken staan hier tegen de loods en met een stevige westenwind valt het niet mee gelijk te landen. Voor kunstenaars als Super Rossi en Olympic Millennium was dat nooit een probleem, die landden direct op de klep al stond er windkracht 10.

Binnenkort haal ik weer Mariën’s producten en ga ik met de duiven op controle bij Belgica de Weerd, dan kan het serieuze werk weer beginnen.

Vercammen

Ik zag het PIPA filmpje van Jos Vercammen en sta er eigenlijk ook zo in. Ik wil ook van april tot en met september altijd spelen en het liefst alles winnen, alleen heb ik daar maar 24 koppels voor. Meer wil ik er gewoonweg niet. Ook heb ik net als Vercammen een hekel aan vluchten met een harde wind vanachter. Dit zijn voor mij geluk vluchten, hoewel de meningen daarover verdeeld zijn.

Ik kijk maar naar de uitslagen. Liefhebbers die normaal geen prijs pakken of zelfs overnachtspelers zitten met een harde wind vanachter ineens van voren. Tegen de achterkant is dan vaak niet te spelen en natuurlijk valt er op de voorkant wel eens een duif uit. Op zich een goede zaak dat ook die liefhebbers er dan staan, maar vandaar dat ik denk dat het meer geluk dan wijsheid is. Ik heb er op de voorkant al menig kampioenschap mee verspeeld.

Onsportief gedrag

Het kweekseizoen loopt op zijn eind, want ik kreeg vandaag twee jongen terug op het hok die vorig seizoen op de eerste jonge duivenvlucht zijn verspeeld. Inmiddels acht maanden later keerden ze perfect door de rui heen terug op het hok met hun chipring nog om.

Wat bezielt mensen die duiven van anderen vangen in de hoop dat het een goede is? Ik zal het nooit begrijpen. En wij ons maar afvragen waarom er zo weinig duiven nakomen en denken dat ze allemaal dood zijn. Niet altijd dus, er schijnen nogal wat onsportieve mensen te zijn.

Nu zijn het hier jonge duiven die nog niets bewezen hebben, maar in Afdeling 5 zijn afgelopen jaar heel wat duiven verspeeld met topprestaties. Zulke duiven worden vaak ergens vermoeid opgeraapt en in een hok gegooid in de hoop dat men er een goede uit kweekt.

Het vliegseizoen staat voor de deur en we hebben nog geen vliegprogramma van Brabant 2000 gezien. Daarbij is er ook nog geen nieuw definitief NPO-bestuur. Over een puinhoop gesproken. Maak maar eens een planning, zou ik zeggen. Wanneer starten en op welke vlucht… Erg belangrijk om te weten, lijkt mij.

De hoklijsten liggen klaar en op de beurs heb ik toch maar een nieuwe BENZING M3 gekocht met BENZING Live! erbij. We moeten vooruit en als je een jaar met ongemakken achter de rug hebt relativeer je dingen nu eenmaal wat makkelijker.

Bij de jongen moet het glas in de rennen nog vervangen worden voor aluminium rekken zoals vroeger. Ik wil die volledig kunnen openen of wegnemen. Met het glas dat er nu drie jaar in staat wordt het te warm. Ik maak het dus weer zoals op de Koerier film van 2015. De zomers worden extremer en daar moet je op inspelen. Vernieuwing is niet altijd verbetering, dus moet je wel eens terug naar het oude.

Verder iets minder duiven op de hokken. Ik heb nu 80 jongen gespeend op het grote (voorheen 100) en 60 op het kleine hok (voorheen 75). In totaal dus 140 jongen en dat is meer dan genoeg. Als de helft afvalt door selectie en verliezen houd ik er nog 70 over om mee te spelen. Bij de oude duiven hebben ik 24 vliegkoppels. Na zes weken worden dat 20 koppels of minder.

Er zitten ook nog negen koppels voor Agen. Ik zie wel wat daar van overblijft na Agen en of ik er mee door ga of niet. Geduld is een schone zaak, maar daar ontbreekt het bij mij aan. Mijn duiven komen niets te kort, maar is mijn vertrouwen in een duif weg, dan kan hij dezelfde dag nog vertrekken.

Alle duiven krijgen hier dezelfde verzorging, voeding en producten. Talentvolle duiven doen het hier uitstekend op, minder talentvolle duiven minder. Vandaar dat kwaliteit altijd de doorslaggevende factor is.