Gisteren sprak ik een bevriend liefhebber die me vertelde dat een plaatsgenoot de helft van zijn jongen had weggedaan omdat we toch niet zouden gaan vliegen dit jaar. Ik zei dat het beter was dat hij ze allemaal weg deed, want met zo’n redenatie kan je beter geen duiven houden.

Ik heb al 40 jaar duiven en best wat topduiven in handen gehad en gekweekt. Ik weet inmiddels aardig hoe een goede duif eruit moet zien, maar op de hand selecteren durf ik niet. Wat zou ik veel bruikbare duiven verwijderen en troep aanhouden. Hoe vaak ik al niet een jonge duif in handen had waar ik helemaal weg van was. Vaak was dat de eerste die wegbleef.

Zoals ik al eens eerder aanhaalde met het uitzoeken van bonnen; laat ze de mooiste van de twee maar meenemen, dan blijft de beste vaak zitten.

Als we de grens met België niet over zouden mogen, zijn we nog altijd beter met binnenlandse vluchten. Desnoods naar Maastricht, Roodeschool of wat dan ook, maar alles is beter dan niet vliegen. Een hok vol domme, onervaren jongen aanhouden waarvan je volgend jaar 70% verspeelt en de andere 30% slechts prijsvlieger is, is geen optie.

Hier aan de grens zijn er weinig andere opties dan vanuit een andere richting vliegen. De verder gelegen afdelingen kunnen 200 km en meer vliegen vanuit zuidelijke richting. Iets waar het NPO-bestuur over na moet denken. Nederland bestaat niet alleen uit Afdeling 9, 10 en 11, hoe mooi de plannen van die afdelingen ook zijn.

Plan A is België, maar er moet ook een plan B zijn. Als één afdeling vliegt, dan vliegen we allemaal of anders niemand. We betalen immers allemaal evenveel lidmaatschapsgeld.

“Mijn jonge duiven vliegen niet” hoor ik vaak. “Wat te doen, Peter?” Ik snap niet dat iemand zich daar druk om maakt. Jonge duiven die niet vliegen, kan je ook niet kwijtraken. Laat die beestjes toch rustig ontspannen en uitgroeien. In het gunstigste geval beginnen ze pas half juli aan de wedstrijden.

Ik start pas eind mei met opleren. De week ervoor jaag ik ze buiten en de lucht in. Dat doe ik drie dagen en dan trainen ze vanzelf. Hier trekken ze ook niet urenlang meer weg zoals vroeger. Ik ben daar niet rouwig om, want wegtrekken heeft niets met presteren te maken.

Vaak heb ik in de lucht zitten turen en mezelf gefrustreerd dat duiven van nabijgelegen hokken wel door de lucht vlogen en die van mij niet van het hok te slaan waren. Maar in het weekend waren die van mij vaak al thuis voordat de nabijgelegen hokken nog moesten beginnen.

Dus dat overtollige gedoe in de lucht – vooral bij weduwnaars – is pure krachtverspilling, meer niet. Zo was er ook een liefhebber die me bij het inkorven wist te vertellen dat er dat weekend niet tegen hem te spelen zou zijn. Zijn jongen waren alle dagen twee uur weg. Ik wist wel beter en had achteraf gelijk, ze hadden hun energie al verspeeld die week.

Mochten we met de oude en jonge duiven tegelijk starten en we zouden naar één losplaats gaan, dan is het verstandig eerst de oude duiven te lossen. Oude duiven hangen minder lang rond de losplaats dan jonge en zijn vaak na tien minuten niet meer te zien.

Afgelopen jaar losten ze in onze afdeling oud en jong samen. Voor de jonge duiven was het hun eerste keer. Zoals ik voorspelde werd het een rampvlucht met hier van de 140 jongen 60 kwijt. Die thuiskwamen, raakten niet meer in normale doen. Afgelopen week kwam er weer één terug van die bewuste vlucht, de derde in een maand tijd. Ook deze had gezworven, zo leek het.

Maar dat was niet de enige fout. We stonden in Isnes, waar ze er om 08.00 uur achter kwamen dat ze onder draden geparkeerd stonden. Vol trots stuurden ze een filmpje dat ze zo niet konden lossen. Let wel, de zon was al om 05.30 uur op. Men besloot met een flink stuk om 40 km verder te rijden naar Quiévrain. Daar werden ze gelijk gelost, het was immers 09.00 uur hartje zomer met jonge duiven voor hun eerste opdracht op 145 km. Sommige rayons zaten nog verder weg.

Maar niet getreurd, dachten ze. “Die oude nemen de jongen wel op sleeptouw”. Niet dus. De oude duiven trokken de hele klad uit elkaar. Eén deel moest naar het oosten en één deel naar het westen. Onervaren jongen voor de eerste keer in de grote mand moesten kiezen wie te achtervolgen. Een duif is nu eenmaal een kladvlieger van nature.

Nu las ik in Het Spoor dat het zo op meer plekken is gegaan. Oude duiven samen met de jongen los voor de eerste keer. Zij waren niet omgereden, maar hadden ook veel verliezen. Nu zou een mens van zijn fouten moeten leren, dus neem ik aan dat ze nooit meer oude duiven gelijktijdig lossen met jonge. Ook niet na de jongen, want oude duiven halen hen zo in, al los je 15 minuten later. Kortom, eerst de oude duiven eruit en een kwartiertje later de jongen.

België is net als Nederland flink getroffen door corona, alleen is de berichtgeving omtrent de duivensport daar wel beter. Hier blijft het stil, terwijl de afdelingen en het NPO-bestuur wel degelijk bezig moeten zijn met hoe verder te moeten straks. Ik noem maar wat zaken waar men over na moet denken:

Oude duiven op donderdag inmanden en op vrijdag spelen? Trainingsvluchten doordeweeks? Gepaste inkorfmaatregelen? Er moet een overtuigend plan komen dat de duivensport op gang trekt richting het najaar. Als Frankrijk dicht blijft, is het dan bijvoorbeeld mogelijk om uit te wijken richting Duitsland?

Wat je niet moet doen is net als Brabant 2000 een brief van de KBDB plaatsen dat er Nederlanders massaal aan het opleren zijn in België. De grens oversteken leek mij tijdens de oorlog makkelijker dan nu. Alle binnenwegen zijn afgesloten met betonblokken, je komt er nog niet overheen al zou je het willen. Dus waar die brief op gebaseerd is?

In ‘97 en ‘98 won ik de 1e NPO/ZNB Bourges 520 km en in ‘99 de 5e NPO/ZNB Bourges met de jongen. De vlucht was in het laatste weekend van september, de bladeren vielen van de bomen. Gewoon met verduisterde jongen, niet bijgelicht en zonder cortisone of wat dan ook. Ik werd alle jaren gecontroleerd op doping, de bewijzen heb ik nog liggen. Kortom, eind september 500 km spelen is simpel haalbaar voor hen die dat willen.

Waar een wil is, is een weg, alleen leven we in een sport vol eigenbelangen. Sommige liefhebbers die enkel met oude duiven spelen schreeuwen nu al moord en brand om na eind augustus met de jongen niet verder te trekken dan 350 km.

Bezorging tijdens lockdown

Voor de Belgische liefhebbers die aan onze producten willen geraken: Erwin van der Linden bezorgt alle Embregts-Theunis producten aan huis in de provincies Antwerpen, Henegouwen, Oost- en West-Vlaanderen. Normale hoeveelheden, je hoeft geen pallet af te nemen of wat dan ook. Meer informatie of een bestelling plaatsen? Stuur een e-mail naar info@vanderlindenbirdfood.nl.

We zouden al twee mooie vluchtdagen gehad hebben, maar het is niet anders. Het is veel erger voor de mensen die van dichtbij met het virus te maken hebben (gehad).

Afgelopen weekend heb ik met mijn schoondochter alle jongen geteld en tegen pokken geënt. Alles zat er nog, hoewel ik gisteren gebeld werd dat er één in Terheijden was binnengelopen. Mijn duiven zijn gestempeld. Niet omdat ik ze terug wil als ze wegvliegen, maar als ze bij een particulier zitten kan ik ze ophalen.

Dit jaar zitten de verschillende rondes voor het eerst apart in de hokken. Voorheen speende ik gewoon bij. Doordat ze volop voer krijgen, trekken de jongen niet ver van huis. Dat is ook niet nodig, het duurt immers nog maanden voordat we ermee gaan spelen.

Het NPO zou er goed aan doen om dit jaar niet één kampioenschap door te laten gaan en alleen wedvluchten te houden. Als men de gelegenheid geeft wedvluchten te organiseren tot eind oktober, voelt niemand zich bezwaard mee te doen als hun duiven in de rui vallen. Wie oplet verduistert toch wel iets langer.

Het is wel goed om de duiven te kunnen testen dit jaar. Een jaar niet vliegen zorgt voor uitpuilende hokken vol domme en onervaren duiven. Daarnaast verwacht ik dat dan 30% van de liefhebbers stopt. Bij de meeste staat de klok immers al op vijf voor twaalf.

Vers van de pers is het nieuws dat de combinatie Colijn-Ganus-Fox weer terug is. De sympathieke Mike uit Amerika voegt zich weer bij de combinatie in Nieuwendijk. In het verleden behaalde dit trio mooie resultaten en Mike is niet te beroerd om te investeren in superduiven. Samen met de twee sympathieke Peter’s moet dat goed komen.