Sinds 2017 sta ik in de top 11 Beste Liefhebbers WHZB, maar het is niet zo dat ik daar specifiek voor speel. Ik zal bijvoorbeeld nooit een even aantal duiven meegeven omdat dat toevallig beter uitkomt voor eventuele kampioenschappen. Ook voor de Grootmeesters kijk ik daar niet naar.

Het vlieghok is altijd leeg op de inkorfdag, want ik houd er geen thuis. Ik heb een hok voor de doffers en een hok voor de duivinnen. Tonen voor de vlucht doe ik niet, vandaar dat ik de duiven voor de dagfond gewoon eruit pak en meegeef. Ik start met 28 koppels totaal weduwschap, maar als de dagfond begint zijn dat vaak nog 20 koppels. Of dat nu 25 duivinnen en 15 doffers zijn, maakt me niet uit.

Het is hier één grote afvalronde. Wekelijks verdwijnen zij die het niet aankunnen, want ik steek geen aandacht in duiven waar ik mijn vertrouwen in verloren ben. Dat tussentijds duiven ruimen slecht is voor de moraal van de rest, is de grootste onzin die ik ooit heb gehoord.

In de jaren ‘90 begon ik met 18 weduwnaars op een hok van 5 meter. Halverwege het seizoen zaten er nog zes waar ik kampioen mee werd, de rest was al opgeruimd. Minder duiven op een hok zal de conditie eerder verbeteren dan verslechteren.

Ik speel van april t/m september met dezelfde duiven op de vitesse-, midfond- en dagfondvluchten. Ik heb dus allround duiven nodig, vandaar dat ik veel duiven heb uitgeselecteerd die het op de vitesse super deden, maar bijvoorbeeld op de dagfond niet.

De voeding bestaat uit Championsmix en NPO-mix en de bijproducten zijn Champions Mineralenmix, Mariën poeder, oregano olie, Naturaline en Sedochol in de rui. Dit is al jaren zo, net als de verluchting. Hier kan ik dus geen fouten mee maken, het is een kwestie van het niet te ingewikkeld zoeken.

Medicatie komt alleen voor als er iets gevonden wordt of als ik iets aan de duiven merk. Verder krijgen alle duiven preventief een paratyfuskuur in het najaar en hun entingen tegen paramyxo en paratyfus. De jongen krijgen ook een pokkenenting en vanaf volgend jaar ook een Rota-enting. Eén keer per jaar (medio november) krijgen alle duiven een geeltablet (BelgaMagix of Flagyl) en een luisdruppel van Schroeder. Zo doe ik het al jaren en daar verander ik niets aan.

Vorig jaar lag ik een groot deel van de zomer plat met rugklachten en mijn echtgenote – die verder niets met duiven heeft – verzorgde de duiven. Ook toen werd ik 5e Beste Liefhebber. Dit kan alleen met een simpel systeem. De dingen die je doet, moet je goed doen. Hier gebeurt wat trainen, voeren en bijproducten betreft zoveel mogelijk op schema.

Selecteren is en blijft het belangrijkste medicijn, zo zitten er hier nog 11 vliegduiven van 2019 en worden er 45 jaarlingen bijgeplaatst. Alle duiven van 2017 en 2018 zijn al van de vlieghokken af en naar de kweekhokken verhuist.

Gisteren schreef ik over Witbuik en zijn zoon Young Witbuik. Die Young Witbuik is (groot)vader van een waslijst top 10 vliegers op de NPO-vluchten en zijn doorkweek is nog vele malen indrukwekkender. Zijn belangrijkste kinderen zijn:

  • Blue Star (1e provinciaal Asduif en 1e Gouden Crack)
  • Miss Goldnugget (5e provinciaal Asduif en 6e NPO Orléans (moeder van Super Rossi en Space Girl)
  • Mister Gold (3e NPO Tongeren)
  • Rocket’s Fantasy (3x top 10 NPO)
  • Miss Witbuik (1e NPO La Souterraine)

 

Eind jaren ‘90 vloog Rinus van Gastel uit Roosendaal in kampioenenstijl op de midfond. Eén duif sprong eruit: Rocket. Deze duif won de ene na de andere 1e en zou in 1998 1e Asduif WHZB zijn geworden, ware het niet dat hij niet werd ingestuurd. Het jaar erop ging Rocket op dezelfde voet verder en werd hij wel ingestuurd, waarna hij wel 1e Asduif WHZB werd.

Wie mij kent weet dat ik als eerste op de dam stond om daar iets uit te bemachtigen. Dit mocht alleen als ik ook jongen uit de overige kwekers kocht, dus dat heb ik gedaan. De jongen uit de overige kwekers schonk ik bij thuiskomst aan een buurman en de jongen van Rocket zette ik op het kweekhok.

De doffer van het koppel was een evenbeeld van zijn vader en noemde ik Dragon Rocket. Het was een laat jong van ’99, maar ik koppelde hem in de winter gewoon aan een dochter van mijn teletekstkoppel. Zijn eerste twee jongen waren een blauwe en een witpen. De witpen kreeg een derbyring om en won de 3e NPO Étampes tegen 32.000 duiven. De blauwe won meerdere 1e prijzen en werd 2e nationaal duifkampioen.

Zoals ik wel vaker zeg: wat goed is, komt snel. Vandaar dat ik weinig geduld heb met nieuwe aanwas en het eerste seizoen direct resultaat wil zien. Ik koppel er dan wel mijn beste duiven tegen, anders krijgen we het ezel op een renpaard verhaal en er zal altijd eerder een ezel uitkomen dan een renpaard.

Wegens allerlei omstandigheden heb ik eind 2006 totaal moeten verkopen. De enige duif die ik nooit had mogen verkopen was Dragon Rocket. Amper zes jaar van gekweekt en hij had al een massa toppers voortgebracht, waaronder vijf teletekstvliegers en twee duiven die 1e provinciaal Asduif werden.

Gisteren schreef ik over basiskwekers Dragon Rocket en Witbuik. Halverwege de jaren ‘90 kwam ik in contact met wijlen Bart Kools, een werkmaat van mijn broer. Bart had een hok vol duiven van Cees Gijzen, zijn toenmalige werkgever. Hij was enorm bekend bij de toen nog zaterdagvliegers.

Bart zat enigszins op een dood spoor, dus hielp ik hem aan zes duiven, onder andere uit mijn teletekstkoppel. Daarna begon hij opnieuw goed te spelen, die duiven kruisten namelijk top met zijn Gijzen duiven.

De Gijzen duiven waren vaak bont en Bart had één koppel dat bijna helemaal wit was. Nu ben ik niet meer zo van witte duiven, maar toen wilde ik daar wel eens iets van op mijn hok hebben. We spraken af dat ik een koppel jongen uit dat witte koppel kon halen.

Tegen dat ze goed zouden zijn, ging ik erheen. Eenmaal bij Bart lag er maar één jong in de broedschaal, want het andere ei was onbevrucht. Dat ene jong had wel de gehele schotel nodig, want hij was flink uit de kluiten gewassen. Tot mijn verbazing was dat jong geheel blauw van kleur terwijl de ouders nagenoeg geheel wit waren. Ik besloot hem te spelen, maar hij bakte er niets van en raakte zelfs verloren. Na enkele weken kwam hij broodmager terug.

Ik besloot hem in een slachthok te zetten, maar amper enkele dagen later toen de slachter langskwam, stond dat magere jong weer geheel rond. Om die reden besloot ik hem terug op het vlieghok te zetten en hem op de nalijn te spelen.

Witbuik won gelijk de 1e tegen 3.500 duiven en een week nadien flikte hij dat nog eens. Ik heb er nog drie jaar mee gespeeld en hij was jaarlijks bij de eerste Asduiven met meerdere 1e prijzen. Ik plaatste hem daarna op de kweek en alles wat eruit kwam, leek goed. Een massa Asduiven, o.a. de 3e nationaal Le Mans, de 1e provinciaal Asduif en meerdere toppers.

Meneer stopte met bevruchten toen hij 9 jaar oud was, dus besloot ik hem in 2006 niet op de totale verkoop te verkopen. In 2007 heb ik hem niet gekoppeld, ik was toen even klaar met duiven. In 2008 heb ik hem met een laat jong op het hok van de jonge duiven gezet, zodat hij weer uit kon vliegen.

Laat dat late jong nou gewoon leggen en er twee bevruchte eitjes bij liggen. Witbuik kwam niet meer terug, waarschijnlijk gepakt door een rover. De eitjes kon ik verleggen en er kwam een geweldig blauwe doffer uit. Het leek zijn evenbeeld en ik besloot hem gelijk op de kweek te zetten en hem Young Witbuik te noemen. Young Witbuik is een nog betere kweker dan zijn vader, hij is van 2008 maar bevruchtte dit jaar nog alles.

Bij de voorlopige eindstanden zijn we 3e Beste Liefhebber WHZB. Vorig jaar 5e, het jaar ervoor 10e en het jaar daarvoor 11e, dus er zit een stijgende lijn in. Dat ik in een sterke vereniging zit, blijkt wel uit de mooie 11e plaats voor Comb. Heeren. Nu zit ik wel met één probleem: de ontketende Eijerkampjes zijn niet zomaar van de troon te stoten.

Oliver Sabol is inmiddels een goede vriend geworden en we hebben in het vliegseizoen na de vluchten wekelijks contact. Ik durf best te zeggen dat hij een kunstenaar is met duiven en de kwaliteit waarmee hij zijn kunsten mag vertonen, is natuurlijk ook aanwezig. Daar zorgen Evert-Jan en zijn vader wel voor.

Goede vriend Peter Colijn van Colijn-Fox is ook op de weg terug met een 16e Asduif Jong WHZB en een 1e provinciaal Asduif. Ik had overigens de 2e provinciaal Asduif. Ik heb Peter deze week de nestligger van mijn 2e provinciaal Asduif meegegeven, een machtig mooie duivin.

Bij de verschillende Asduiven WHZB zijn we 22e vitesse/midfond met Blue Bingo en die komt uit een doffer van Dirk van Dyck x Space Girl (halfzus Super Rossi). Op de dagfond werden we 11e Asduif met Witbuiks Blue, die won dit jaar de 1e NPO La Souterraine en komt uit superkweker Young Witbuik (opa van Super Rossi en Space Girl). De moeder is een dochter uit het Millennium koppel.

Verder hadden we de 25e Asduif dagfond met Millennium Girl, zij won al 2x top 10 NPO en komt uit Blauwe Zot (de oude Rocket-lijn) x Millennium (de duivin van het Millennium koppel). De 17e Asduif totaal is Miss Golden Eye, een volle zus van Super Ace (5e Asduif WHZB) en Millennium Ace (11e Asduif WHZB bij Jan vorig jaar). Beide komen uit een zoon van het Millennium koppel x Golden Ace (dochter Super Rossi) en die won 3x de 1e in het Rayon. Zowel Bingo, Witbuiks Blue als Millennium Girl gaan naar de kweek.

De nazaten van het Millennium koppel en Super Rossi maken hier dus duidelijk het verschil. De Witbuik van ‘97 en Dragon Rocket van ‘99 zijn de grondleggers van de prestaties van de afgelopen 20 jaar. Beide vitale duiven met een geweldige doorkweek die op alle afstanden en weersomstandigheden uit de voeten kunnen.

Beschuldigingen

Deze week kwam hier nog iemand verhaal halen namens enkele leden van Rayon 1. Ik moest wel iets aan mijn duiven hebben gegeven om ze zo te laten presteren, meende hij. Ik heb mezelf daaraan geërgerd omdat ik die persoon al lang ken en hij beter zou moeten weten.

Hier gaan de beste duiven al sinds begin jaren ‘90 – vaak als jong of jaarling – naar de kweek, zij zijn nooit verkocht. Veel andere liefhebbers spelen zulke duiven door tot ze verspeeld worden of kiezen voor het grote geld. Ik heb daar nooit aan toegegeven. Ik heb in mijn leven genoeg leed gekend en laat mijn hobby en plezier daarom niet verpesten door geld.

Daarom frustreer ik me wel eens aan mensen die je onterecht en zonder enige onderbouwing beschuldigen. De meeste daarvan kennen me überhaupt niet eens en weten niet (of willen dat niet weten) wat ik er allemaal voor doe en laat.

Eigenlijk zou iedere duivenmelker één keer per week alle duiven in de hand moeten nemen. Mijn duiven krijgen voldoende voer en moeten ondanks de rui mooi rond staan. Duiven die tijdens het ruien vermageren, kan je beter gelijk verwijderen. Zij hebben bijna altijd iets onder de leden en het is een grote fout om die – ongeacht afstamming – met medicatie overeind te houden.

Je kan ook zelden iets met duiven die openstaan bij hun stuitbeentjes. Althans, niet op verre/zware vluchten. Verder zie ik graag duiven met een pientere uitstraling en een scherpe blik. Malse duiven die aanvoelen als een piepkuiken of grote duiven met een kleine vleugel, zijn ook niet aan mij besteed. Een echte topper voelt zo hard als een steen aan van de spiermassa.

Ik selecteer voor 95% op resultaat en 5% op vertrouwen. Toch zie je hier weinig abnormaal grote duiven met grote koppen. Ik weet uit ervaring dat ze zulke duiven in Taiwan niet eens willen, ongeacht hun prestaties. Daar zoeken ze de wat kleinere type duiven die op alle vluchten en weersomstandigheden uit de voeten kunnen.

Witte, vale, rode of zwarte duiven vind je bij mij ook niet. Daar zitten ongetwijfeld toppers tussen, maar ik moet ze niet. Ik vind dat zij anders gepluimd zijn en als je een heel seizoen met die duiven speelt, lijkt het alsof hun verenkleed eerder slijt. Daarnaast heb ik nooit een goede van die kleuren op mijn hok gehad. Dat laatste zal vast aan mij liggen, maar vandaar mijn voorkeur voor blauw of kras.