09 feb Nog even en we mogen weer
Alles lijkt vooralsnog door te gaan; Fugare, de beurs in Houten en de WHZB, FZN en Gouden Duif uitreikingen. Dit betekent dat we ons normaal gesproken over zo’n twee maanden opmaken voor de eerste wedvlucht.
Ik wil altijd winnen, of dat nu van 150 of 750 km is. Als ik meedoe, ga ik voor de winst. Daarom zal ik ook komend seizoen weer voldoende teleurstellingen te verwerken krijgen, want je kunt nu eenmaal niet alles winnen.
Een hokkampioenschap is mooi, maar daar hoor je over een jaar niemand meer over. Bij een Asduif kan je nog zeggen of denken “dat was die Asduif”. Bij een 1e prijswinnaar ook. Althans, zo sta ik erin.
Direct na het kweekseizoen moeten we zorgen dat alles op peil is. Slaap je als liefhebber te lang, dan haal je je achterstand niet meer in. Een vliegseizoen is namelijk razendsnel weer voorbij.
Duiven wekenlang thuishouden om te herstellen of in orde te krijgen is hier geen optie, ze moeten elke week vliegen. Ik moet er dus voor zorgen dat ze topfit aan de start verschijnen en goed op gewicht zijn. Gewicht is er snel genoeg af, maar gewicht erbij krijgen in een vliegseizoen is moeilijk.
Mijn beste jaren waren jaren waarin ik het minst moest ingrijpen met medicatie. Vorig jaar brak me dit wel op na enkele weken drie nachten mand. Je hoeft maar bij enkele mindere duiven drie nachten in de mand te zitten en je hebt een serieus probleem.
Duiven pikken dan ook nog wel eens van het voer dat dagen eerder in een vochtig klimaat en tussen de stront in de mand werd gegooid. Ook dit doet je duiven geen goed. Zoiets heeft met weerstand niets te maken.
Verenigingen waar men mand voor mand alles vol maakt met inkorven zijn een stapje voor. Je komt dan met minder duiven van verschillende liefhebbers in de manden terecht.
Toch zijn er veel liefhebbers die piepen dat ze zoveel mogelijk verdeeld moeten worden, uit angst dat de duiven van de kampioen bijeenblijven op de terugreis. Goede duiven komen pas op het laatst bijeen, die vliegen niet de gehele weg samen. Ik zag dit in Italië waar ze in groepen arriveerden doordat ze elkaar in het laatste stuk van de reis tegenkwamen.
Verder ben ik absoluut geen voorstander om trainingsduiven bij prijsduiven in de mand te stoppen. Overnachtjongen bijvoorbeeld worden niet verduisterd, maar wel gewoon bij verduisterde prijsduiven ingemand terwijl ze geheel in de rui zitten.
Elk hok weet dat duiven die ruien een verminderde weerstand hebben. Die twee nachten in de mand zetten bij verduisterde jongen is niet bevorderlijk voor die verduisterde prijsduiven. Daarom zouden ze die bij het inmanden bij elkaar in aparte manden moeten zetten, ze doen immers toch niet mee aan de wedvlucht.
We zijn al een stap verder nu dat trainingsduiven over de antenne moeten. Massa’s opgevangen en/of zieke duiven werden vroeger gewoon als extra duif ingemand om er maar vanaf te zijn. We zijn met een serieuze sport bezig en dus moet een ieder daarin meedenken en zich aan bepaalde regels houden.
Jonge duiven wiens ogen dichtzitten en die bruine neuzen hebben van de ornithose mogen niet worden ingekorfd, die horen niet op een vlucht thuis. Hetzelfde geldt voor duiven wiens veren onder de groene drek zitten, die moeten op een vriendelijke manier worden geweigerd.
Als chef inmanden voel je snel genoeg wanneer een duif niet fris is. Die voelt namelijk een stuk slapper en magerder aan dan die honderden duiven die ze eerder al in hun handen hebben gehad.