Ik heb in mijn leven zeker 20 verschillende duivenhokken gebouwd en verbouwd. Wat maakt een hok succesvol? Mijns inziens een goede verluchting, niet teveel duiven erop en geen glas in het dak. En het belangrijkste: goede duiven.

Op alle hokken werd goed en slecht gevlogen. Ik heb nooit isolatie in een hok verwerkt en zal dat ook nooit doen. Wel heb ik overal schuiven in het plafond die eigenlijk alleen dichtgaan wanneer ik de duiven uitrook.

Bij mijn huidige hokken bestaat de voorkant voor 50% uit gaas. Dit kan ik afsluiten met een schuifdeur, maar dat gebeurt zelden of nooit, ook niet in de winter. Bij de kweekduiven bestaat de voorkant volledig uit gaas en dat kan ik niet afsluiten, die zitten dus 365 dagen per jaar in de buitenlucht.

Verwarmen doe ik niet. De open constructie van de voorkant en het plafond heeft als doel een betere weerstand van de duiven en minder stof voor mezelf. Van een wisselende temperatuur ’s nachts heb ik nooit hinder ondervonden. Ook in het vroege, koude voorjaar ben ik gewoon bij de eerste hokkampioenen snelheid van de afdeling te vinden.

Zo vlogen de duiven enkele jaren geleden op woensdag nog in een stevige sneeuwbui, waardoor ze niet konden landen. Enkele dagen later won ik gewoon de 1e prijs in het rayon.

Kortom, met allerlei randzaken houd ik me allang niet meer bezig, toch zeker niet met wijsheden van liefhebbers die zelf geen fatsoenlijke prijs kunnen vliegen. Ik ben baas op eigen hok en daar moeten de duiven zich maar naar schikken.

Ik toon nooit en houd het voor mezelf zo eenvoudig mogelijk, de verzorging komt immers 365 dagen per jaar terug. Mocht ik weer in de lappenmand zitten of dingen niet bij kunnen houden, dan kunnen mijn vrouw en kinderen met het grootste gemak de verzorging van mij overnemen.

Verder kom ik haast nergens en ben ik het liefst thuis bij de duiven bezig. Vakantie heb ik nooit gekend en daar mis ik dus ook weinig aan.

Als ik terugdenk aan wat ik lang geleden allemaal uitvrat om de duiven door de rui te helpen… Zoals twee weken lang alleen gerst voeren, waar de duiven alleen maar vetter van werden in plaats van dat ze sneller gingen ruien.

Ik heb ook een 14-daagse karnemelkkuur geprobeerd, wat voor mij rechtstreeks naar het Rijk der Fabelen ging. Alle slootranden werden afgestruind om doveneteltoppen te plukken. Deze werden vervolgens gekookt met ajuin, look en een scheut jenever.

Zakkenvol dennennaalden werden geraapt en gedroogd voor in de nestschotels, alsook heide. Maïskolven werden geraapt, gedroogd en bijgevoerd tijdens de vluchten. Varens werden geplukt en gedroogd samen met lavendel om op het plafond te leggen tegen motjes.

Nylonkousen werden in het hok gehangen met bollen uien voor de luchtwegen. Buisman gaf ik in het water tegen tricho samen met Aviol, later werd dat Ridsol S. De hokken werden elk jaar verbouwd en voorzien van een nieuwe witte kalklaag met daardoorheen Dettol vermengd.

De duiven werden enkele keren per jaar met Nourcy haarwater voor mensen ingesmeerd tegen luis. Zo werden de weduwnaars met warm water gewassen en binnen bij de verwarming gezet in de nacht na de vlucht.

Conclusie, ik had er echt alles voor over om te winnen. Achteraf bleek dat je daar alleen een stam goede duiven voor nodig hebt, al het andere is namelijk verloren moeite. Ik heb in de jaren daarna veel topspelers in krabbers zien veranderen toen ze eenmaal door hun goede duiven heen waren.

Duiven die een beetje openstaan, lange of korte voorarmen, voor- of achterover hellende duiven, losse of vaste ogen… Het is allemaal onzin. Wanneer ze vroeg op de klep vallen worden je lelijkste duiven vanzelf je mooiste.

P.S. hierboven de aangepaste foto van Prima, de topduif van Frans en Dirk Maris.

Wat een veren in de hokken, het is geen pretje om daar te komen dezer dagen.

De kweekduiven die op tijd klaar waren met kweken, hebben reeds hun nieuwe pak aan.

Alle duiven hebben hun kuur en enting tegen paratyfus achter de rug, alleen de nieuwe aanwinsten van de familie Eijerkamp die ik heb uitgezocht moeten hun vaccinatie nog krijgen. Dit doe ik zodra ze na het vervoersverbod zijn afgeleverd. Dit zijn latere zomerjongen en die worden dus niet voor half januari gekoppeld.

Verder af en toe een bad en niet teveel in de hokken komen. Ik beperk mezelf tot één keer per week een grote schoonmaak met een masker op. Duivenstof is funest voor onze longen en in de ruiperiode met al die schilfertjes is dat dubbel zo erg.

Gisteren een dagje bij Eijerkamp geweest, dat zijn fijne mensen om mee om te gaan. De jongen van de samenkweek koppeling Luka Modric (1e nationaal Asduif en 1e Asduif PIPA Rankings) x Pure Gold (1e nationaal Asduif WHZB en 1e Asduif PIPA Rankings) zijn inmiddels oud genoeg.

De samenkweek is goed gelukt, er zijn vier mooie jongen uit voortgekomen. Ik heb ook een prachtdoffer uit Turbo Rossi uitgezocht. Voor mijn Chinese vriend zocht ik twee kleinkinderen van Nieuwe Olympiade uit, waarvan de eerste jongen in Hoeven worden getest.

Een dag eerder kwamen Frans en zijn zoon Dirk Maris op bezoek. Voor mij één van de beste hokken van België met de kleine korf. Het was fijn babbelen met twee van zulke topliefhebbers.

We hebben van onze beste vliegers een koppel jongen geruild. Hun een koppel uit Mathieu en een jong uit Turbo Millennium, ik een koppel uit Prima. Dit is een topduivin in wording, getuige haar resultaten tot nu toe: 3e nationaal Argenton 23.124 d., 7e nationaal Bourges 24.221 d., 12e nationaal Guéret 12.208 d., 55e nationaal La Souterraine 14.315 d. en 71e nationaal Bourges 10.366 d.

Met beide kinderen uit Prima ben ik zeer tevreden, de doffer kan wel eens een bepalende kweker gaan worden. Ik hoop dat hij even goed wordt als Mister Millennium.

Van deze Mister Millennium hadden de Maris mannen ook een halfzus bij uit Maxi (1e nationaal Argenton), een stammoeder bij hun. Nu bleek dat ik zowel het eerste als het laatste kind uit Maxi op het hok heb. Uit hun superduivin Martha namen ze ook een dochter mee, deze is aangekocht door mijn Chinese vriend, maar is een geschenk van hem aan mij.

Zo is er dus weer wat versterking bijgekomen. De toekomst zal uitwijzen wat dit allemaal brengt, maar dat het met topduiven moet gebeuren, staat vast. Hieronder een voorbeeld.

Uit een zoon van Miss Torres, de wonderduivin van Davy Tournelle, had ik dit jaar één van de beste jonge doffers. Hij werd 3e provinciaal Asduif. Miss Torres won bij Davy de 1e nationaal Issoudun 8.263 d. en de 3e nationaal Argenton 8.588 d. De zoon Miss Torres stond hier gekoppeld aan Blue Diamond (1e NPO/Grand Prix Melun 4.903 d.). Kortom, goed op goed is vaak succesvol.

Beide broers Mathieu en Turbo Millennium, evenals hun broers Avatar, Grey Millennium en zus Olympic Millennium zijn voor mij enorm van waarde. Niet financieel, maar ik bedoel een respectvolle waarde op basis van hun prestaties en toekomst op het kweekhok. Het zijn hier geen “bos pluimen”, zoals wel eens gesuggereerd wordt, maar ze maken deel uit van mijn leven. Vandaar dat zulke duiven nooit van de hand worden gedaan.

Ik vind dat je altijd eerst kritisch naar je eigen prestaties moet kijken alvorens je wat zegt over een ander. De jonge duiven kwamen dit jaar simpelweg niet goed genoeg hier. Met een klein beetje geluk had ik twee NPO-vluchten kunnen winnen, maar de klok telt nu eenmaal.

Duiven die in eigen vereniging de 1e prijs winnen of Asduif worden, hebben exact dezelfde kansen als hun clubgenoten. Wat mij betreft is dat het enige overgebleven eerlijke spel zonder allerlei formules.

In de vereniging behaalde ik dit jaar zestien 1e prijzen en alle 1e Asduiven op het spel waaraan ik deelnam. Als vereniging zijn wij helaas in de omstandigheid geraakt dat het eerstvolgende kampioenschap in de afdeling gezocht moet worden.

Dit is enkel te wijten aan mijn lidmaatschap. Eigenlijk ben ik overal voor uitgesloten en heeft onze afdeling nog ingegrepen, zodat er een papieren samenspel in de vorm van Rayon 2 Oost kwam. Overigens zonder kampioenschappen eraan verbonden, wat in West wel het geval is.

In Rayon Oost wordt erg hard gespeeld, dat heeft weer als nadeel dat men elkaar zo goed als uitschakelt voor alle grotere kampioenschappen. De zwakkere samenspelen zijn hierdoor de lachende derde.

Dat dit nog niet afdoende is, blijkt uit het feit dat men meer de oostenlijn wil opzoeken. Men hoeft dan immers minder af te geven op combinatie Embregts-Theunis. In Afdelingen 10 en 11 weten ze inmiddels wat de gevolgen zijn van uit het oosten lossen. Je zou verwachten dat zo’n voorstel van de oostelijk gelegen rayons komt, maar nee, het komt van de westelijk gelegen hokken.

Van mij mogen ze snel alle tussenlagen eruit gooien, wat binnen nu en enkele jaren toch onvermijdelijk is. Alleen de uitslagen in de vereniging en de afdeling blijven dan over. Wellicht komt er dan toch nog iets van eerlijk spel. De afdelingen worden binnen enkele jaren opnieuw ingedeeld, want de huidige opzet is financieel onhoudbaar.

Internationaal raken we steeds verder achterop met al die kleine afdelingen. NPO-vluchten met minder dan 1.000 duiven, dat moet je toch niet willen? Het NPO-bestuur heeft ook hier nog genoeg werk aan de winkel. Het lijkt me überhaupt een goed idee dat zij zich wat meer gaan bezighouden met het redden van de duivensport.

Toekomstgericht

Het opnieuw indelen van de afdelingen lijkt me een goed begin. Alles moet wel rendabel blijven en er zijn inmiddels ook geen personeelsleden en losplaatsen meer te vinden. Maximaal zes afdelingen zou betekenen: minder mensen op de vrachtwagens, minder losplaatsen en grotere, mooiere concoursen.

Zo zou men overal dezelfde trailers moeten hebben, voorzien van reclame voor sponsoren. En een contract afsluiten met een gecertificeerd transportbedrijf dat de chauffeurs en wagens levert, zodat we altijd met goed materiaal op weg zijn en over de juiste papieren beschikken. Een convoyeur erbij en klaar. Alle andere meuk inruilen en enkel de trucks houden om de duiven te verzamelen.

Zo moet men ook onderzoeken wat we internationaal kunnen gaan doen aan de jaarlijks terugkerende vogelgriep, waarbij uitsluiting voorkomen kan worden.

Mijns inziens zeer belangrijke punten, toch zeker als je over 5 jaar nog duivensport wilt beleven. Nu kan men laten zien dat ze echte bestuurders zijn. Aan een gebrek aan ervaring ligt het niet, want één van de bestuursleden heeft zelfs een enorm logistiek bedrijf gerund.

Duiven ophalen in kleinere verenigingen wordt steeds lastiger en onbetaalbaarder. Willen die verenigingen blijven bestaan, dan zullen ze hun duiven op verzamelplekken moeten aanleveren.

Stel daarnaast mandenlijsten verplicht, zodat men steekproefsgewijs met een scanplateau onder de mand door kan gaan om te zien of alle duiven erin zitten. Daar kan men best wat van dat dopingcontrolegeld voor inzetten wat we elke vlucht extra moeten betalen.

Het zijn maar wat simpele voorbeelden en ideeën hoor, en ik weet heus wel dat men hier niets mee gaat doen.