Komend weekend kan men weer naar de voorjaarsbeurs. Meestal ga ik ook wel even kijken, al krijg ik bij binnenkomst vaak meteen een déjà vu gevoel. De laatste 20 jaar is er niet veel veranderd. Dit jaar kan ik er vanwege mijn arm helaas niet heen.

De jongen gaan alleen nog los wanneer ik er zelf bij ben. Dit is noodzakelijk met die rover die er dagelijks onder zit. Patrick Noorman liet me weten dat er daar ook al zeven zijn gepakt. Het gaat mij niet om een duif meer of minder, maar ze verstoren je gehele hok.

Zodra de jongen bij de vliegers op eigen benen staan gaan die er ook elke dag een vol uur uit. Daarbij kijk ik niet naar het weer. Wanneer de aanvallen verminderen – na eind maart – gaan de jongen weer gewoon de gehele dag los. Nu is dat hooguit een paar uurtjes.

Secties

Ik ben benieuwd of de secties volgend jaar doorgang vinden. In Brabant, Zeeland, Oost-Brabant en Limburg keldert het ledenaantal hard.

Zo snap ik niet dat men in Brabant niet iedereen in de verzamelloods laat inkorven. Dit is een mooie locatie met volop parkeergelegenheid en ruimte. Men heeft dan veel minder werkers nodig en de vrachtwagens hoeven niet meer door de dorpen om her en der enkele manden op te halen.

Een team laders en een gedegen bestuur kunnen tegen een vergoeding hun werkzaamheden verrichten. Alle andere lokalen gaan weg, incl. de beheerkosten van hun gebouwen. Men kan ‘s middags of in de ochtend starten met inkorven, zoals in Hank.

Ik denk dat we heel snel naar zoiets toe moeten om de sport betaalbaar te houden. Ook het verloop van de ene naar de andere vereniging is hiermee verleden tijd. Het is dan een kwestie van stoppen of aanpassen.

In plaats van al die verschillende prijsuitreikingen zou er één middag moeten komen waarop alle prijzen in de afdeling worden uitgereikt. We zagen bij de gebr. Leideman hoe gevaarlijk het tegenwoordig is om naar een prijsuitreiking te gaan. Vandaar dat ik die in de avond altijd oversla. Of beter gezegd moet overslaan.

De meeste gerenommeerde hokken hebben inmiddels nachtelijk bezoek gehad. De eerste keer hier was meer dan 25 jaar terug. Het toenmalige hok was opengebroken, maar men werd verstoord waardoor ze het niet leeg konden halen.

Een hard spelend hok in België vroeg of het nog wel verstandig is om je goede duiven te behouden. Maar ja, wie gaat er anders voor je presteren? Om aan de top te geraken en te blijven heb je nu eenmaal topduiven nodig.

Info voor de bonnenkopers

Een deel van de kwekers ligt nu met jongen van een dag of zeven. Zodra zij bijleggen kunnen die eitjes naar de bonnenkopers. Contact over legdatums het liefst per e-mail en bij afhalen van de eitjes graag de aangekochte bon meenemen.

In juni worden alle kweekduiven gescheiden, daarna kan je tot volgend jaar geen eitjes meer afhalen. Voor wie een bon heeft voor een jonge duif; deze zijn af te halen eind april / begin mei. De eitjes gaan pas weg als ik kan zien dat ze bevrucht zijn.

Het vliegseizoen is ingezet. Alle vliegduiven – oud en jong – worden inmiddels verduisterd.

De jonge duiven worden direct na het spenen gestempeld en gevaccineerd met rota/PMV. Wanneer alle rondes eraf zitten – ergens begin april – vaccineert de dierenarts ze nogmaals, maar dan met Colombovac.

Normaal gesproken is het nu elke dag open hok voor de jonge duiven, maar door de vele roofvogelaanvallen blijven ze enkele weken vast.

Bij de oude duiven staan de jongen in broedschotels op de grond en zijn de duivinnen eraf. ‘s Ochtends worden ze door de doffers gevoerd. ‘s Middags gaan de doffers uit het hok en kunnen de duivinnen de jongen voeren. In de late namiddag mogen de doffers ze nogmaals voeren.

Dit jaar ga ik de nieuwe Octavit capsules gebruiken om de prestaties op individueel niveau nog beter te kunnen sturen. Doordat ik de duiven elke dag in de hand heb om een capsule op te steken, kan ik ook gelijk voelen wie op de dagfond wordt gezet en wie op de vitesse/midfond.

octavit-nieuw

Octavit poeder (l) en Octavit capsules (r)

Africhten

De oude duiven worden eenmalig afgericht (30 km) en gaan daarna bij goed weer mee op de eerste trainingsvlucht. Voorheen sloegen ze die vaak over en gaf ik ze meteen mee op de eerste prijsvlucht. Ook dat kan prima.

De africhting van de jonge duiven begint pas eind mei, maar die is dan wel intensief. Vroeger startte ik hier eind maart al mee, maar daar verliep het seizoen niet beter of slechter van. Je maakt ze hier echt niet slimmer mee. Hoogstens wat beter geconditioneerd.

Toen mijn 89-jarige schoonvader nog jongen kweekte, werden die nooit afgericht. Hij kweekte er 14 en gaf die gelijk mee op Quiévrain (145 km). Hij verspeelde er dan hooguit twee. Tegen die tijd was ik er door mijn vele africhten al zeker 40 van de 175 kwijt en verloor ik er diezelfde eerste vlucht nog eens tien of meer.

Buiten de verplichte vaccinaties hebben de 14 duiven van mijn schoonvader al zeker 10 jaar geen medicatie meer gehad. Toen ik er vorig jaar enkele meenam op consult, mankeerden ze echter niets.

Hij laat ze hele dagen los en ze zitten 12 maanden per jaar bijeen, waarbij eventuele eitjes worden weggegooid. Natuurlijk kan je hier geen prestaties van verwachten, maar dat boeit hem niet. Voor hem is het bezigheidstherapie en een reden om uit bed te komen, en ook dat is een vorm van duivensport beoefenen!

Naarmate je ouder wordt leer je de zin van de onzin te scheiden. Zo kocht ik ooit nieuwe Ruco manden om de jonge duiven in te laten wennen en ze het drinken aan te leren. Meerdere keren per jaar gingen ze daar met wat eten en drinken in. Na enkele dagen mochten ze eruit en een groot deel haastte zich alsnog naar de drinkbak in het hok. Ik had mijn lesje geleerd en heb de Ruco manden weer weggedaan.

De slimmere duiven vinden de drinkgoot snel en de dommere nooit. In de vereniging worden voor het inkorven ook vaak drinkgoten aan de mand gehangen. Het zou beter zijn om pas wanneer alles klaar is die drinkgoten eraan te hangen, want op het moment dat je het water erin giet drinken de duiven sneller dan wanneer er al water in zit. Althans, dat idee heb ik.

Vandaag de dag stop ik ze nog steeds wel eens een nachtje in de mand om ze alvast te laten wennen, maar dan zonder drinken eraan. Gewoon om de mandstress weg te nemen. Slechts een paar keer, want dan snappen ze het wel.

Voor wie erin gelooft is het ook beter om met de vereniging de jongen van de oefenvluchten een dag eerder in te manden, zodat ze twee nachten mand hebben. Op voorwaarde dat de oefenvlucht niet te ver is, zodat ze gemakkelijk huiswaarts kunnen keren.

Vroeger begon men hier met oefenvluchten voor de jonge duiven vanuit Merksem, op amper 35 km. Daarna ging men naar 55 km. Ik denk dat die opbouw beter is om de duiven aan de mand en de vrachtwagen te laten wennen. Het zal de verliezen in het begin vast ten goede komen.

Over 2 weken is de voorjaarsbeurs en dan weet je dat het seizoen voor de deur staat. Er is nog voldoende tijd om je duiven eventjes te laten onderzoeken, alsook hun mest. Nu is de tijd om in te grijpen, mocht dit nodig zijn.

Mijn oude duiven zitten met jongen van gemiddeld 12 dagen oud. Ze gaan dagelijks los wanneer mijn tijdelijke hokverzorger de hokken zuiver maakt. Er wordt voortdurend op gejaagd; verschillende jongen en één oude duif zijn reeds gepakt.

Ditmaal is het een havik. Dit zijn perfecte jagers; ze pakken hun prooi in de lucht en missen zelden. Het is dat mijn oude duiven de gehele winter loskomen en dus aardig getraind zijn, zo weten ze gelukkig vaak te ontsnappen. Hadden ze maandenlang binnen gezeten, dan was het leed niet te overzien.

Het enige voordeel van al die aanvallen is dat de duiven hoog en hard trainen. Als ze vallen schieten ze als een speer naar binnen. Normaal laat ik oude duiven die op drijven zitten niet los, maar nu wel om alles wat makkelijker te maken voor de verzorger. Duiven die op drijven zitten hebben namelijk geen oog voor de omgeving en vormen zo een eenvoudige prooi.

Al bij al neem ik deze risico’s voor lief, want op scheefvliegers zit ik niet te wachten en in ‘winterconditie’ of ‘te vroeg in conditie’ geloof ik niet. Naar topconditie kan je toewerken met licht en donker. In forme geloof ik ook steeds minder, want dan zouden sommige liefhebbers elk jaar forme op hun hok hebben.

Je hebt goede en minder goede duiven, daar is wat mij betreft alles mee gezegd. Hier hoef ik verder geen theorieën op los te laten. We zien dit elk jaar bij de jonge duiven. De selectie begint zodra ze uit hun ei kruipen. Wie daar te zwak voor is, valt al af.

Vervolgens gaan we ze uitwennen. De roofvogel slaat eronder, alles schiet de lucht in en sommige vinden de weg nooit meer terug. Daarna gaan we ze trainen en meegeven op de vluchten, ook dan blijven er een hoop achter.

De conclusie na 2 jaar is dat van al die geringde jongen nog amper 10% op het hok zit, de rest is uitgevallen. Eén ding is zeker; allen kregen ze hetzelfde voer, drinken, dezelfde entingen en opleiding. Vandaar dat ik altijd zeg: ze kunnen het of ze kunnen het niet. Ofwel goede of minder goede duiven.

Ook voor de kweekduiven geldt dat ze over goede genen moeten beschikken. Mijn beste kwekers hebben nooit gevlogen en werden als zomerjong meteen op de kweek geplaatst, omdat ik er een rotsvast vertrouwen in had.

Enkele bewezen vliegduiven op het kweekhok is mooi voor de commerce, maar vaak kweken die niet allemaal of stoppen ze vroeg met leggen of bevruchten. Zeker wanneer er 3+ jaar mee gevlogen is en ze net als hier minimaal 22x per jaar de mand in zijn gegaan.

Elk jaar vraag ik mezelf weer af of er een nieuwe topper tussen de jonge lichting loopt. Duiven die geweldig vliegen én jarenlang in meerdere generaties doorkweken. Ik denk dan aan Avatar, de oude en jonge Witbuik, Dragon Rocket, Super Rossi, Pure Gold, Dragon Girl, Blue Diamond, Olympic Millennium, Golden Ace, etc.

Olympic Dragon is denk ik de beste duif die ik ooit heb gehad. Wat zij als jong en jaarling heeft gepresteerd, zag ik nooit eerder. Dit jaar wordt hier dan ook goed van gekweekt voor het vlieghok.

Vorig jaar heb ik veel van haar jongen naar de kweek gedaan, om te testen hoe de doorkweek is. Zodoende had ik er maar drie van op het vlieghok, waarvan twee reeds top 10 NPO wonnen.

Haar zus Super Dragon is van 2023, maar zij heeft al met verschillende doffers drie top 10 NPO-winnaars voortgebracht. Mijn gevoel zegt daarom dat Super Dragon – die als zomerjong meteen naar de kweek ging – de beste kweekduivin wordt die ik ooit heb gehad.

PIPA

Op PIPA staan nu enkele duiven uit Super Dragon, Olympic Dragon, Pure Gold en Blue Diamond. Betere heb ik niet en aan huis verkoop ik hier niets van. Ik houd duiven om te kunnen presteren en dat lukt vaak alleen met jongen uit zulke superafstammelingen.

Met presteren bedoel ik top 10 NPO en 1e prijzen in groter verband. Duiven die er altijd zijn, de 1:10 winnaars, daarvoor zit ik niet in de wedstrijd. Ik wil dat ze 1:100 winnen of zelfs 1:1.000, maar dat laatste wordt steeds moeilijker gezien de kleinere concoursen.

Natuurlijke selectie

De kromsnavel jaagt nu dagelijks op de oude duiven. Toch maak ik me hier steeds minder druk om. Ik zie wel wat er straks nog zit en met welke ik ga spelen. Ik ga toch zeker niet met alles spelen.

Ook op de jonge duiven wordt elke dag gejaagd. Het eerste jong wat sneuvelde was er meteen één uit Olympic Dragon… Maar goed, hier sta ik er hetzelfde in. We gaan straks spelen met de jongen die de natuur en ik nog niet hebben uitgeselecteerd.

De mindere worden hier zelden goede, daar ken ik mijn duiven te goed voor. Mijn beste duiven waren vaak mooi in de hand, zacht gepluimd en goed gebouwd. Of ze een beetje openstonden, boeide niet. Tenzij ze een ei kunnen leggen of dat je twee vingers tussen einde borstbeen en stuit kunt leggen, natuurlijk.

Duiven met losse ogen, droge pluim, of waarbij de staart bijna 4 cm langer is dan het uiteinde van de slagpennen, behoren ook niet tot mijn favorieten. Evenals pennenbrekers.

Ik zie wel heel graag de one pin tail, zoals men in Amerika wel eens zegt. En dan het liefst dat de buitenste staartpennen er enigszins overheen gerold liggen als ze in topconditie zijn.

Uiteindelijk bepaalt natuurlijk de mand of het écht goede worden. En die zijn niet dik gezaaid!

Zelf ben ik wel een liefhebber van de dagfond. Tegelijkertijd zijn het vluchten die in één keer je hele hok kunnen afbreken. Zorg dus dat je enkel duiven zet die hier geschikt voor zijn. Dit weet ik uit ervaring, want ik heb er al meerdere midfondtoppers op verspeeld.

Het verschil tussen 1100 en 1500mpm dagfond vluchten is groot. Slechte duiven raak je niet snel kwijt, want die doseren in hun vlieggedrag en keren dagen later nog terug. Een goede duif geeft vanaf het begin vol gas. Het ligt vervolgens aan de kwaliteit en de voeding hoe lang ‘ie dit kan volhouden.

Vaak zitten de toppers die verloren gingen op de dagfond maar enkele kilometers van huis. Als de tank leeg is, is het gewoonweg gedaan. Die laatste kilometers zijn er dan net een paar teveel. Vandaar dat ik mijn duiven altijd volprop met vetten (NPO-mix) en eiwitten (Octavit) in de week van inkorven.

Goede duiven die huiswaarts keren, maar te diep zijn gegaan, zetten vaak een slechte broekpen voor de rest van hun leven. Niet te vergelijken met getekende pennen, want dan is er teveel geknoeid met medicatie, vooral bij warm weer. Met hoge temperaturen kun je het vaak beter houden bij Naturaline, Tollyamin Forte of Belgasol.

Bij de oude duiven is het eerste slachtoffer gevallen door een roofvogelaanval. Hij is ergens tegenaan gevlogen en heeft de vleugel uit de kom. Zoiets herstelt nooit meer. Hij won als jong meermaals 1:100 met een 3e NPO Châteaudun en een 16e NPO Pont-Sainte-Maxence. Hij komt uit een topkoppel en verhuist daarom vroegtijdig naar de kweek.