Bijna alle verenigingen gaan of zijn aan het fuseren. Het wordt allemaal steeds kleiner en de kosten worden moeilijker te behappen. Ook de vervoerders kunnen nu eenmaal niet voor vier manden de dorpen in blijven rijden met een trailer.

Na de verenigingen zullen de samenspelen volgen en binnen enkele jaren ook de afdelingen. Het is niet anders, wat de oude garde hier ook van vindt. Aan de andere kant mogen zij niet mopperen. De meeste van hen hebben de duivensport 50 jaar op een mooie manier mogen beoefenen, iets wat de jongeren onder ons nog maar af moeten wachten.

Over drie weken is de eerste wedvlucht. Zoals gewoonlijk staan we dan weer in een lange rij om in te manden, vaak zelfs buiten. Het voor- of nadeel is wel dat die rij elke week korter wordt, totdat we uiteindelijk bijna vooraan staan.

Na vijf weken houden een boel liefhebbers er weer mee op, omdat het niet is wat ze ervan verwacht hadden. Zij gokken dan hun kansen weer op de jonge duiven voor enkele vluchten. Zo beleeft iedereen de sport op zijn eigen manier, daar verander je niets aan. Ook het gezamenlijk napraten aan de bar na het inmanden is op veel verenigingen verdwenen.

Je ziet steeds meer Nederlandse hokken ontstaan in België. Veelal vermogende mensen kopen daar een huis en nemen een hokverzorger in dienst, die daar gaat wonen en de duiven verzorgen. Of dit allemaal goed is voor de Belgische duivensport, betwijfel ik.

Er zijn immers ook al vermogende Chinezen en Mexicanen naar België gekomen en waar die mee smijten, was onlangs te zien bij de verkoop van Verschoot. Die gasten lijken uit een bodemloze put te kunnen scheppen.

Het is aan de NPO om het spel in Nederland aantrekkelijker te maken, zodat buitenlandse liefhebbers ons ook serieus gaan nemen. Wat dat betreft is het goed dat er meer Nederlanders in België gaan spelen, om te laten zien dat Nederlandse duiven niet voor Belgische duiven onder doen.

Als ik mijzelf als profspeler zou beschouwen, was ik ook in België gaan spelen. De NPO zou actie moeten ondernemen en moet niet alleen de verenigingen, maar ook de afdelingen fuseren. Nederland kan best door de lengte en een keer doormidden, zodat we vier grote sectoren krijgen.

Het afdelingsspel (NPO vluchten) is niet meer van deze tijd. Die afdelingen zijn 20 jaar geleden ontstaan, dus het is tijd voor een herziening en een update in plaats van alles maar bij het oude te laten. Is dat niet hetgeen waar onze duivensport aan ten onder gaat momenteel?

Geen vernieuwing, nergens voor openstaan en bang zijn voor ontwikkeling of vooruitgang. We zijn al tientallen jaren bezig met bonnen verkopen voor allerlei goede doelen, een nobel iets, maar we moeten langzamerhand het geld van de bonnenverkoop in onze eigen sport gaan steken.

We moeten geen ellendig lange vergaderingen voeren met starre mensen die al decennialang op hun troon vastgeroest zitten, maar snel knopen doorhakken en dingen doorvoeren. Het is immers vijf voor twaalf wat de Nederlandse duivensport betreft.

De komende twee weken houdt hij mooi weer, dus kunnen de manden weer van zolder. Er zal flink opgeleerd worden door de mannen die het snelheidsspel naar zich toe willen trekken. Is het nodig? Voor onervaren duiven kan het geen kwaad. Zelf zie ik er het nut niet van in. Ik heb het vorig jaar namelijk ook niet gedaan en werd toen Provinciaal hokkampioen en Asduif op de snelheid.

Hier komt eind deze week alles met eitjes en dan kunnen ze nog tien dagen broeden, puur om te relaxen voor het nieuwe seizoen. Wel worden ze volgende week nagekeken bij De Weerd en enkele dagen op rantsoen gezet. Tijdens de opkweek van de jongen hebben ze namelijk volle bak gehad en op eitjes gebroed.

Duiven kunnen echter wel beter iets te zwaar aan het vliegseizoen beginnen als te licht. Het vlees zal er namelijk eerder afgaan dan bijkomen gedurende het vliegseizoen.

Open hokken

Hier staan jaarrond de hokken, ramen en plafonds open, ongeacht de weersomstandigheden. Verwarmen doe ik niet. Zelfs bij de jonge duiven heb ik grote rennen en een inpandige spoetnik laten maken. De huidige spoetnikken met plexiglas gaan eraf en exemplaren volledig van gaas komen hiervoor in de plaats.

Zuurstof is goed voor mens en dier. En kou dan? Wat kou betreft sluit ik me aan bij de denkwijze van de Fries Theo Pander. Kou is slechts een emotie. Tocht is gemener, maar zolang er voldoende beschutte plaatsen in het hok zijn, hoeven de duiven niet in de tocht te zitten.

Bij onze jeugdige WHZB kampioen Christian van de Wetering heb ik met eigen ogen gezien dat ook daar de duiven gehele dagen in een open hok zitten. Het enige verschil is dat Christian het plafond dicht heeft, en ik niet.

Dat het bij mij hard kan waaien, heeft Henri van Doorn onlangs ondervonden toen hij hier was. Ik zit hier altijd in een harde windstroom die over het land trekt. Mijn duiven hebben met een klein beetje wind al heel wat moeite met landen. Daar komt bij dat mijn hokken tegen een hoge loods staan, wat landen extra moeilijk maakt. Maar goed, ook daar moeten ze maar aan wennen.

Het vliegseizoen nadert en iedereen komt weer met vragen over hoe of wat te doen. Het beste is een simpel plan opstellen en daar niet van afwijken.

Het is nu tijd om de gezondheid van je duiven te laten inspecteren door een dierenarts met kennis van zaken. Op basis van de onderzoeksresultaten kun je actie ondernemen, of niet. Voorbehoedende kuurtjes is met een kanon op een mug schieten. Hiermee verzwak je de kolonie onnodig. Het is beter om pas te handelen als ze daadwerkelijk iets mankeren.

Na één nacht in de mand is het mijns inziens weggegooid geld om de duiven na thuiskomst iets te geven. De kans op besmetting is dan immers niet zo groot. Na twee nachten in de mand daarentegen wel. Ze worden dan gevoerd en krijgen drinken en daar liggen besmettingen op de loer.

Voeding en supplementen

Ik gebruik supplementen zoals Naturaline, Mariën’s siroop, mineralen- en conditiepoeder, maar ook oregano olie. Dit zijn stuk voor stuk producten die de weerstand verhogen, terwijl veel medicijngebruik de weerstand juist vermindert.

Qua voeding krijgen ze hier twaalf maanden per jaar Championsmix gemengd met NPO-mix, dus de darmen van onze duiven worden nooit verstoord door ze alle dagen een andere mengeling voor te schotelen.

Ik heb het vaker gezegd: zoek het in hoofdzaken zoals goede duiven en een goede verzorging, niet in bijzaken zoals poedertjes of wondermiddelen. ‘Goede duiven’ is daarbij een breed begrip. Wanneer zijn het goede duiven? Als ze presteren lijkt mij, maar dan moeten ze ook nog goed kweken en doorkweken.

“Goede duiven moet je krijgen” wordt vaak gezegd door mensen die te gierig zijn of om wat voor reden dan ook nooit iets aan willen schaffen. Ik kan je vertellen dat ik de meeste van mijn goede duiven zelf heb opgezocht, en dat ze niet vaak in mijn handen zijn geduwd.

Al is het natuurlijk wel zo: je kan de duurste fiets op aarde kopen, dan nog ben je geen wielrenner. Je zal het dus ook in de vingers moeten hebben.

De eerste wedvluchten komen er weer aan, terwijl in landen als Koeweit het vliegprogramma weer voorbij is vanwege de warmte. Hier hebben de duiven de gehele week binnen gezeten vanwege de regen en harde wind, net als hun baas overigens.

Over vier weken begint het seizoen hier, dus over enkele weken kan er aan opleren worden gedacht. Ik maak niet zo’n punt van het opleren van oude duiven. Als het kan, neemt een liefhebber uit de buurt ze één of twee keer mee. Zo niet, dan gaan ze gelijk naar 145 km, wat ik vaker heb gedaan. De duiven moeten hiervoor wel in conditie zijn. Als ze om het hok amper 15 minuten vliegen, is dat niet aan te raden.

Jonge duiven

Bij de jonge duiven verloopt alles perfect. De derde ronde van de kwekers die onder de vliegduiven ligt, wordt volgende week gespeend. De vierde ronde ligt inmiddels met eitjes die volgende week uitvallen, terwijl er tussendoor nog een ronde eitjes naar Jan is verhuisd. Op de meeste hokken geen kweekproblemen dit jaar, althans niet bij de liefhebbers die serieus met de sport bezig zijn.

De eerste twee rondes zijn ingeënt. Ze doen het perfect en ruien en eten volop. Ze hebben mooie, kleine mest en dat met deze weersomstandigheden. De Championsmix gemengd met NPO-mix doet zijn werk op het verenkleed. De jonge duiven die door de rui komen, voelen zacht gepluimd aan.

Adeno

Maar goed, meestal als alles perfect verloopt, is het wachten op onheil. Adeno bijvoorbeeld, wat hier en daar in Nederland schijnbaar weer rondsluipt. Meestal begint dat in België, maar daar schijnt het nog mee te vallen. Vorig jaar had ik er ook flink last van, zodanig dat ik mezelf af ging vragen of het nog wel leuk is om duiven te houden.

Entingen, roofvogelproblemen en andere stresssituaties zijn vaak de aanstichter van Adeno. Je kunt het eerst enkele dagen aankijken met een lichte voeding zoals de NPO-mix. Gaat het dan niet weg, dan is medisch ingrijpen noodzakelijk om te voorkomen dat het verder escaleert.

Vorig jaar heb ik geleerd dat je verschillende middelen in huis moet hebben, omdat de medicijnen die ik normaliter gaf, niet hielpen tegen de Adeno uitbraak. Met andere medicijnen had ik het binnen enkele dagen onder de knie. Helaas was het kwaad toen al grotendeels geschied.

Schone lei

Dit seizoen beginnen we weer met een schone lei. De uitstekende jaren 2017 en 2018 liggen achter ons en komen niet meer terug. Het is ieder jaar opnieuw afwachten en wat dat aangaat, heb ik in die 40 jaar dat ik duiven heb meer slechte dan goede jaren gekend.

Mijn blik qua duivensport ligt altijd op de toekomst. Hoe somber die er inmiddels ook uitziet, probeer ik er volop van te genieten zolang het duurt. Dit seizoen staat wederom in het teken van genieten en proberen mooie prestaties en series neer te zetten. Hiervoor moet alles in de achterban en met mijzelf meezitten. Duiven voelen perfect aan of hun baasje zijn kop erbij houdt of niet.