Wat aankomend seizoen gaat brengen, moeten we afwachten. Ik heb er in ieder geval zin in. Er zit al een mooie ploeg jonge duiven, de laatste worden binnenkort geringd. De eerstvolgende leg gaat naar Jan, deels eitjes en deels jongen. Dat komt niet anders uit.

We willen natuurlijk ook in Friesland de boel overhoop spelen, iets wat de laatste jaren aardig is gelukt. Er zijn natuurlijk altijd critici, maar die kennen schijnbaar Compuclub niet waar je elke week de uitslagen van alle afdelingen kunt inzien.

Op mijn hokken blijft de planning hetzelfde. Specialiseren doe ik niet. Het liefst speel ik de eerste tot en met de laatste vlucht goed, alle afstanden. Hiervoor heb je uitzonderlijke duiven nodig die op alle afstanden en weersomstandigheden thuis geven. Daar selecteer ik dus op. Handkeuringen doe ik zelden, ik laat liever de mand beslissen. Of ze dan mooi of minder mooi zijn, boeit me niet. Ik houd immers geen tentoonstellingsduiven.

Je hebt pas topduiven als anderen er ook mee slagen, vandaar dat ik aan de andere kant van Nederland in Afdeling 11 mezelf wilde meten met de kampioenen aldaar. Ik ben daar natuurlijk niet zelf bij als liefhebber, maar de duiven wel.

Ook elders binnen en buiten Nederland doen Embregts-Theunis duiven het goed. Op de laatste twee 300+ km vluchten in Marokko bijvoorbeeld werd de 1e en 2e gewonnen met kleinkinderen van Super Rossi. En de weersomstandigheden daar zijn enorm zwaar. De liefhebber daar heeft ze vorig jaar gehaald en de jongen doen het daar voortreffelijk. Ook in Koeweit de 1e Asduif.

Beide liefhebbers hebben overigens ook van een concurrent van mij in Brabant 2000 op de midfond duiven gehaald voor een fors bedrag en ze inmiddels verwijderd. Die waren niet goed genoeg. Ook daar selecteert men hard op prestaties in plaats van naam en faam.

Zoals ik dus aangaf – en wat je onlangs in Het Spoor bij een overnachtspecialist uit België kon lezen –  heb je pas een top hok als anderen ook met jouw duiven slagen. Wedvluchten liegen nooit, ze vormen de beste keuringsmethode die er is. Of zoals Willem de Bruijn ooit eens tegen mij zei: “speel ze en je ziet wat ze aankunnen”.

Over amper zes weken is het weer zover. Vele schieten weer in de stress, omdat ze niet weten wat ze moeten doen, hoe ze moeten voeren of hun duiven moeten laten trainen. Probeer voor jezelf gewoon een simpel systeem op te stellen en wijk daar niet vanaf. Ook niet als het enkele weken niet gaat zoals je wilt.

Van het opleren van oude duiven maak ik geen werk. Ik breng hun gelijk naar 35 km en vaak gaan ze daarna mee op de eerste prijsvlucht. Trainen doen de duiven hier eenmaal daags. Over drie weken ga ik om een mest- en keelonderzoek. Ik neem zes willekeurige duiven mee. Hebben er drie of meer tricho, dan geef ik ze allemaal een tablet. Anders doe ik niets. Tegen de luchtwegen kuur ik niet.

De hokken staan hier altijd open. Duiven op verwarmde hokken zitten in het begin vast strakker in hun pak, maar na één koude kopwind is dat andersom. Tonen doe ik niet, de beloning is hier na de vlucht. Ik maak de hokken donker, stop ze in de mand en klaar. Ik laat ze op de inkorfdag nooit los, ook niet op de dag na thuiskomst. Dat heeft er meer mee te maken dat zondag ook voor mij een rustdag is.

De doffers trainen hier zo vroeg mogelijk, nu is dat om 08.00 uur. Doordat ik verduister, gaan dan de schuiven open. In koude geloof ik niet, ze trainen goed en hebben daar geen erg in. Doordat alles open staat, is het binnen niet warmer dan buiten. Conditie heeft niets met warmte te maken.

Waarom staan elk jaar dezelfde hokken aan de top? Meestal vanwege de aanwezige kwaliteit. Topvorm is iets anders. Dat krijg je of dat krijg je niet.

Zoals vele inmiddels wel weten, heeft mijn zoon vanuit een studieproject Theunis Duivenartikelen opgezet waarmee hij Embregts-Theunis producten verkoopt.

De voermengelingen geef ik jaarrond en zijn inmiddels in binnen- en buitenland een groot succes, omdat net als mij veel liefhebbers door de bomen het bos niet meer zagen met al die zakken die iedere fabrikant op de markt brengt. Ik doe altijd vier zakken Championsmix en één zak NPO-mix in één grote ton waaruit ik dagelijks alle duiven voer. Ik hoef dus niet telkens te mengen of na te denken over wat ik moet voeren.

Ik ben iemand die de verzorging graag zo simpel mogelijk houdt. Om die reden brengen we nu ook een mineralenmix op de markt. Deze introduceren en verkopen we op de voorjaarsbeurs in Houten in de DHP Cultura stand, die het product maakt.

Ook in de ontwikkeling van de Champions Mineralenmix had ik mijn eigen mening. Samen met de 40 jaar lange ervaring en kundigheid van Bas Thiele van DHP Cultura zijn we tot deze mengeling gekomen.

Ik ben groot voorstander van oregano, roodsteen en houtskool, maar wil absoluut geen emmer die vol stof zit. Daarom zitten verschillende bijproducten en mineralen in korrelvorm in de emmer en zitten er vetrijke ingrediënten in. Daarnaast gooi ik niet graag iets weg. Ons voer moet helemaal op worden gegeten, zo ook deze emmer. Vandaar dat ik het uitvoerig heb getest voordat het in productie ging.

Met de Embregts-Theunis Champions Mineralenmix is al het andere overbodig. Grit, mineralen, pinda’s, pikkoek, biergist etc. Noem alle essentiële zaken maar op en het zit in deze emmer. Het is dus hetzelfde principe als met onze mengelingen: gemak en de allerbeste kwaliteit. De emmer is net als onze zakken voer herkenbaar aan de blauwe kleur van het deksel en het etiket.

Speciale introductie actie Voorjaarsbeurs Houten 28 februari t/m 1 maart:

Van € 19,75 voor € 18,50! Twee emmers voor € 35! Per emmer 2 kg gratis! (ca. 11 kg per emmer)

LEES MEER OVER HET PRODUCT

Het kweekseizoen verloopt top, bij de meeste wel vermoed ik met dit zachte weer. Als de kweek slecht gaat, is er vast iets aan de hand. Dit weekend speen ik weer een ronde bij. De eerste ronde is aan de rui, sommige worden zelfs nog mooier. Hier speen ik gewoon bij. Wat wegvliegt, houd ik toch niet tegen.

Volgende week is de voorjaarsbeurs weer. Normaal zou ik daar altijd even heen gaan, maar vanwege mijn rugklachten valt dat nog te bezien.

De vliegduiven zijn ook volop aan het kweken. Ik vermoed dat zij eind volgende week bij gaan leggen. Daarna mogen ze tien dagen broeden en dan kan de strijd weer losbarsten. Ik doe dit altijd zo. De duiven zijn bak vast en goed aan elkaar gewoon. Dit levert later in het seizoen alleen maar voordelen op.

“En de rui dan?” zal u denken. Ik ben die nu al aan het verduisteren tot mei. Ook ligt elk koppel gewoon met twee jongen. Zouden er enkele koppels met één jong liggen, dan leg ik die bij elkaar. Jongen alleen in het nest doe ik zelden, dat levert alleen maar buispennen op.

Zou er een koppel met één jong zijn, dan wissel ik dat jong regelmatig met een jong van een ander koppel. Doordat ze tegen elkaar kunnen schuren en meer zweten in het nest, gaan de buisjes er gemakkelijk af.

Hier blijven de jonge duiven nog even binnen met deze wind. De oude duiven gaan er om 08.00 uur uit, daar kijk ik niet echt naar. Nu zouden we iedere duif missen, maar bij een slechte vlucht in het seizoen blijven er ook achter.

Jonge duiven zijn een ander verhaal. Als die eenmaal meerdere keren in de lucht hebben gezeten, houd ik minder rekening met de wind dan nu. Ik woon achteraf en daar lijkt het toch wat harder te waaien dan in het dorp.

Bij Jan in Friesland blijven ze altijd acht weken onder een ren lopen voordat hij ze loslaat. Doet hij dat niet, dan wordt het een feestmaal voor de kromsnavel. Die keren dat ik bij Jan ben, zie ik hier en daar ringen op de grond liggen naast een dotje pluimen. Ik mag bij mij dus nog niet klagen.

Bij Jan worden er jaarlijks wel 40 opgegeten. Daarentegen trainen ze wel een stuk harder en zitten ze zelden op hun lauweren te rusten vanwege de regelmatige aanvallen. “Elk nadeel heb se voordeel” zou Cruijff zeggen.