Over zeven weken zijn de kwekers weer gekoppeld en kan het nieuwe spel beginnen. Dit was een bewogen jaar met de verlate start door corona, het geruzie om het vliegprogramma (althans in onze afdeling) en de laatste nalijn vlucht die op de valreep werd afgenomen op advies van het IWB, terwijl het overal droog was.

Ik had het er ook met Bas over en hij verwacht net als mij dat er volgend jaar veel jaarlingen verloren gaan omdat ze te weinig ervaring hebben opgedaan als jonge duif. Bij Bas waren de meeste verliezen bij de jaarlingen die als jong alleen op de nalijn hadden gevlogen.

We waren het eens dat jonge duiven meermaals boven de 400 km moeten vliegen in hun opleidingsjaar, anders verschuif je de verliezen naar het jaar erop. Wie deze afstanden liever niet vliegt, kan op de nalijn meedoen.

Ik vind dat de lossingsverantwoordelijken zelf beslissingen kunnen maken en daar geen IWB voor nodig hebben. Zo kunnen de geselecteerde leden van de vliegcommissie (en dat zouden alleen leden moeten zijn die met elkaar meedenken en niet uit eigen belang) een aantrekkelijk vliegprogramma kunnen maken waarbij iedereen op zijn spel aan bod komt.

Deze vliegprogramma leden moeten zelf ook fanatiek met duiven willen spelen, anders hoor je niet thuis in zo´n commissie. Daarbij moeten ze de macht hebben om gezamenlijk een vliegprogramma op te stellen zonder dat het door iemand buiten de commissie gewijzigd kan worden.

Ook zou men beter moeten luisteren naar de tien betere hokken per discipline in Nederland, die mensen hebben hun sporen verdiend en willen het beste voor de duiven. Ze weten wat voor trainingsprogramma duiven nodig hebben en willen ook het beste voor hun eigen duiven.

Ook zouden die mensen meer aandacht moeten krijgen over het hoe en wat ze op een heel jaar doen voor en met hun duiven. Als ze daar openhartig zonder geheimen aan meewerken, kunnen veel beginnende duivenliefhebbers daar wat van opsteken.

Nu roept iedereen maar wat, de hardste schreeuwers hebben vaak niets bereikt in hun duiven carrière. Toch weten zij perfect uit te leggen hoe alles moet, sommige claimen er zelfs verstand van te hebben.

Ik ben op veel tophokken geweest en vaak zijn dat mensen met veel duiven die van hun hobby hun beroep hebben gemaakt (en vergeet niet; dat is ook een kunst). De meeste zijn met niets begonnen en hebben een hok topduiven bijeen gekweekt door een tomeloze inzet. Ook zie je dat het bij hun op de hokken net zo simpel is als bij iedereen, vaak volop lucht en zeker geen verwarmde hokken.

Bij Bas zijn de verwarmingsplaten opgeborgen, net als hier. Ze worden niet meer gebruikt. De duiven worden voldoende getraind door ze zelf vaak weg te brengen in het voortraject. Tijdens de vluchten niet meer, omdat ze alle weken worden gespeeld. Ze geven het hele jaar door dezelfde mengeling en de dag begint daar in het vliegseizoen ook zodra het licht wordt en niet pas om 9u.

Medicatie alleen indien nodig, maar er worden daar geen entingen overgeslagen tegen alle voorkomende kwalen. Het is net als bij kinderen, die worden in hun eerste levensjaren ook tegen alles gevaccineerd om latere onheil te voorkomen.

Kortom, de meeste willen wel ruilen met de luxe, maar niet met al het werk wat verricht wordt om de duiven 365 dagen per jaar in topvorm te houden. En men hoeft geen megahokken te hebben. Vaak ben je met enkele goede duiven beter af. Doordat er op veel van die hokken met veel duiven gespeeld wordt, zijn die na hun tweede jaar al van het vlieghok.

Zelf denk ik dat duiven in hun derde en vierde levensjaar op hun best zijn op de mid- en dagfondvluchten, dus met minder duiven kunnen zulke duiven langer worden gespeeld. Ook heb je meer overzicht, kun je de duiven meer aandacht geven en zitten ze niet overbevolkt. Het is ook veel betaalbaarder, reken maar uit wat je wel niet kwijt bent aan entingen, voer, medicatie en vrachtgeld.

Je moet de lat voor jezelf niet te hoog leggen, althans niet op de hoogte van tophokken, tenzij je dezelfde inzet hebt als hun. Het belangrijkste is dat je geniet van de duiven. Als je goed speelt krijg je vanzelf frustratie van anderen en mag je niets zeggen of het is tegen het verkeerde been van zij die zelf nooit iets hebben gepresteerd met duiven.

Persoonlijk heb ik voor ieders prestatie respect, of dat nu een bekende of onbekende liefhebber is. Zo kijk ik ook naar andere sporten zoals wielrennen. De sterkste van de dag mag van mij altijd winnen.

Ik kom op weinig plaatsen en al helemaal in deze coronatijd. Met mijn rugklachten is lang autorijden uit den boze, maar onlangs ben ik toch even op bezoek geweest bij Gerard en Bas Verkerk. We hebben gezellig bijgepraat en bij de duiven gekeken.

Een tomeloze inzet en goede duiven vormen de basis voor succes en die inzet hebben zowel Bas als Gerard. Waar bij andere mensen al snel alles teveel moeite is, ziet het er bij vader en zoon Verkerk binnen en buiten de hokken spik en span uit.

Nu schreef ik onlangs dat je niet meer duiven moet houden dan je aankan, en wanneer je niet meer weet waar ze uit komen, je er teveel hebt. Bas heeft natuurlijk veel duiven, maar volgens mij ook een computer in zijn hoofd, want hij kent ze allemaal.

Ik heb nog een prachtige doffer meegenomen, een halfbroer van Solange’s Playboy (1e NPO Vierzon dit jaar). Ik heb hier veel vertrouwen in en ben dus benieuwd naar 2021. We moeten immers ook in deze barre tijden vooruit blijven kijken.

De rui begint bij de verduisterde jonge duiven. Hier gaan ze hun tweede week van de paratyfuskuur in, aankomend weekend volgt de enting. Hun dek begint te vallen, al gooien verduisterde jongen zich niet zo kaal als wanneer je de jongen bij de oude duiven wegneemt.

Overigens is dat ook niet nodig. Vijfentwintig jaar geleden was ik op een hok waar de duiven alleen wat gerst kregen in de ruiperiode. Die duiven hadden geen veer meer in hun lichaam, nog nooit had ik zulke kale duiven gezien.

Toen ze eenmaal waren ingeruid, ben ik daar nog eens geweest. De duiven hadden vierkante, droge pluimen, vandaar dat ik de mijne liever een vetrijke mengeling geef in de rui. Dat overdreven kaal gooien is nergens voor nodig, ze ruien toch wel want dat is een natuurlijk fenomeen.

Een mooi geruide duif heeft zijdezachte pluimen en is snel droog na een bad. Ook moeten de veerpennen flexibel en gemakkelijk te buigen zijn zonder dat ze breken.

Sedochol is een wondermiddel tijdens het ruien, ze krijgen dat hier tot ze hun nieuwe pak volledig aan hebben. Ik geloof niet in andere ruiversnellers- of middelen, al is wat biergist niet slecht nu. Dit zit ook in onze emmer verwerkt.

Wegens corona is iedereen in mineur en dat zal nog wel een tijd zo blijven, vrees ik. Ik blijf zelf ook het liefst thuis en laat niet teveel bezoekers komen. Deze week zijn er alsnog zes geweest, maar uiteraard op gepaste afstand.

Eén van die bezoekers maakte indruk op mij en dat was de 33-jarige Frank Everts uit Limburg. Hij won dit jaar met een gering aantal duiven twee NPO-vluchten. En voor alle duidelijkheid, dan heb ik het over NPO-vluchten die daarvoor zijn aangewezen. Hij werkt dagelijks, maar is fanatiek en altijd op zoek naar betere duiven en steekt daar veel tijd en moeite in.

Inzet is een vereiste als je succes wilt behalen in het leven en in de duivensport. Dit zijn de liefhebbers waar men wat meer landelijke aandacht aan zou moeten besteden om onze sport levendig te houden in plaats van hokken die alleen duiven houden om ze te verkopen.

Zo zag ik deze week op verschillende verkoopsites hokken die voor de derde keer in 10 jaar semitotaal verkopen. Vaak blijven daar nog 300 duiven achter, het zijn gewoon duivenfabrieken. Een massa duiven inkorven op vluchten waar de wind gunstig gezind is en dan uitpakken. Voor mij ben je pas een ware kampioen als je er op alle vluchten staat, dus ook die met de wind in het nadeel.

Maar ieder zijn ding, natuurlijk. Mannen als Verkerk, Koopman, De Bruijn, Eijerkamp en Hooymans (om er maar een paar te noemen) weten wat ervoor nodig is om die enkele topduif op je hok te krijgen. Zij verkopen nooit totaal en koesteren die toppers. Ook hier wordt pas totaal verkocht als ik de duivensport beëindig.

Ieder jaar rond deze tijd ontvang ik veel paratyfus gerelateerde vragen. Ik ben natuurlijk geen dierenarts en de meeste daarvan zullen hun eigen producten aanprijzen, maar hier mijn advies. Ik kuur direct na het vliegseizoen veertien dagen en ent aansluitend met een dode entstof. Vervolgens maak ik de hokken zuiver en spuit ik die in met Virkon S of Dettol.

Duiven met paratyfusklachten kun je het beste opruimen. Dat klinkt cru, maar is de beste oplossing. De overige duiven zou ik dan naast de september/oktober kuur in maart, dus na het kweekseizoen, nog eens enten met een levende entstof, zoals Zoosal-T.

Zelf wissel ik trouwens om de paar jaar van kuur van verschillende dierenartsen, zodat het effectief blijft.

Een goed begin is een zuiver begin en dat begint direct na de vluchten. In de moderne duivensport is er geen ruimte voor een winterslaap of verslapping. Verzorg ze daarom goed, vermijd overbevolking en voer een rijke, uitgebalanceerde mengeling. Ik voer – ook in de rui/winter – 80% Championsmix en 20% NPO-mix.

Als je volgend jaar goed wilt spelen, moet je daar nu mee starten. Bespaar niet op goed voer of een goede kuur. Je kan beter wat minder duiven houden dan daarop besparen. Mensen gaan sowieso vaak beter spelen naarmate ze minder duiven houden. Meer duiven werkt voor de meeste averechts.

Je moet je duiven en hun ouders kennen. Als je eerst op papier moet kijken wie nu wie is, dan heb je er teveel, en er zijn maar zo weinig goede duiven. Daarom puilen de hokken waar de uitgeselecteerde duiven naartoe gaan, uit. En dan nog vindt men het jonge duivenseizoen te zwaar. Sommige vinden het schijnbaar fijn om er 80 te kweken, geen te verspelen en na het seizoen 60 weg te brengen.