Af en toe loop je een topkweker tegen het lijf, zoals Witbuik en Dragon Rocket. Blue Rocket, een kleinzoon van Dragon Rocket, was ook zo’n topper. Als jonge duif won hij op de eerste vitesse vlucht direct de 1e tegen ruim 2.000 duiven. Later won hij de 4e nationaal Orléans en werd hij 3e Gouden Crack. Na zijn vliegcarrière vertrok hij als jong naar het kweekhok. Daar bracht hij de 1e NPO Orléans, de 1e NPO Argenton en tal van top 10 winnaars op de NPO-vluchten voort.

Verder werd hij vader van de duivin van het Millennium koppel en dus ook opa van het gouden koppel Grey Millennium x Golden Ace. Zij zijn weer ouders van Blue Diamond (1e NPO Grand Prix Melun) en diverse nationale Asduiven, zoals Blue Ace (1e nationaal Asduif), Millennium Ace (9e nationaal Asduif) en Miss Golden Eye (17e nationaal Asduif).

Kortom, de Blue Rocket-lijn weet wat winnen is, vooral bij zwaar weer. Zelf won hij de 4e nationaal Orléans met amper 1100mpm. Zijn achterkleindochter Blue Diamond won dit jaar de 1e NPO Grand Prix Melun met 1138mpm. Op diezelfde dag werd in Friesland de Grand Prix vlucht Reims gevlogen (449 km), een echte kuitenbijter. Deze vlucht won Jan met Witbuiks Best aan 1082mpm. Het toeval wil dat die Witbuiks Best ook een achterkleinkind is van Blue Rocket.

Zowel Witbuiks Best als Blue Diamond zijn kruisingen van de Witbuik-lijn x Dragon Rocket-lijn. Beide duiven worden inmiddels ingezet als kweekduif, evenals vliegend wonder Bingo Lady. Wederom dezelfde kruising, maar daarover later meer.

In Dublin vliegt ook een doffer van deze kruising, die heeft daar inmiddels al 6x de 1e gewonnen in groot verband. Kortom, toplijnen doen het overal, op alle afstanden en in ieder weertype. Juist (of beter gezegd alleen) die duiven hebben mijn aandacht.

Ik zou 20 november naar Vianen gaan. Eigenlijk had ik daar een week eerder ook naartoe gemoeten, maar ik sprak af alleen de 20e te gaan. Inmiddels heeft de organisatie alles afgeblazen, in mijn ogen terecht. Eerder waren er in mijn omgeving prijsuitreikingen waar diverse coronabesmettingen zijn ontstaan.

Het blijft raar dat nu bijna de totale bevolking gevaccineerd is, er meer besmettingen zijn dan vorig jaar toen nog bijna niemand gevaccineerd was. De overheid stelt nu een verkapte avondklok in. Overdag mag je naar de kapper, na 18u niet meer. Schijnbaar is de kans op besmetting dan groter.

Van dit virus komen we nooit af, vrees ik. Ik kijk maar naar de aangepaste griepprik die elk jaar wordt gezet. Datzelfde voorzie ik voor corona. De groepsimmuniteit wordt de komende jaren duidelijk, dan weten we in welk land de vaccinatiegraad het laagst is en hoe het virus zich daar dan houdt.

Een bekende dierenarts in België spreekt zoiets ook uit voor onze duiven; gewoon uit laten zieken en weerstand op laten bouwen. Wat tricho, coccidiose en luchtwegproblemen betreft kan ik hem daar prima in volgen. Bij paratyfus daarentegen neem ik liever geen risico. Tegen sommige dingen kan je maar beter preventief optreden. Paramyxo ook, bijvoorbeeld. Als we daar niet tegen zouden enten, hadden we vast en zeker niet aan de vluchten mogen deelnemen.

Verder moet iedereen voor zichzelf bepalen wat hem/haar het beste lijkt, ik heb daar geen mening over. Ik zet uiteen hoe ik het doe en wat een ander daarmee doet, mag ‘ie zelf weten. Ik dring niemand iets op en degene die zich ergens aan stoort, bijvoorbeeld omdat het gesneden koek is of hij/zij beter weet, hoeft deze blog niet te lezen.

Aanvang kweekseizoen

De lichten in het kweekhok staan weer 12 uur lang aan. De hormonen worden zo wakker geschud en de doffers kunnen aan hun bak wennen. Het licht springt hier in één keer aan en uit. Na een week weten de duiven dat en zitten ze voordat het licht uit springt in hun bak.

Aankomend weekend gaan er broedschalen in, dan kunnen ze ook daar aan wennen. Die schalen zijn enkele weken geleden ingepakt met kranten, dat doe ik al 25 jaar zo. Op die kranten gaan nog tabakstelen en schelpenzand om de eitjes niet te laten beschadigen en om kromme borstbenen te voorkomen.

Ik kan niet zeggen dat ik vaak last heb van luis, waarschijnlijk omdat ik de duiven tweemaal per jaar preventief een luisdruppel geef van Schroeder. Ze krijgen die in de nek, op het vlees.

De kweekduiven koppel ik gedurende de gehele dag. Ik laat één doffer uit zijn bak terwijl de rest opgesloten zit. Ik zoek dan een duivin die bij de doffer past en laat die erbij.

Bij de vliegduiven die eind januari / begin februari worden gekoppeld, zet ik ‘s avonds de duivin bij de doffer. Zodra alles bijeen zit, doe ik het licht uit en zorg ik dat ik de andere dag in de buurt ben wanneer het weer licht wordt.

Zowel bij de vliegers als kwekers bepaal ik zelf welke duiven bij elkaar passen. Dat beslis ik op de dag van koppelen en op basis van gevoel. De duiven moeten wel met elkaar door een deur kunnen. Als ze niets van elkaar willen weten, gaat er een andere duivin bij. Hier dus geen vrije koppeling!

Normaal gesproken moet alles in één dag goed zijn, anders zijn de duiven er gewoon nog niet aan toe. Wanneer ze leggen, boeit me niet. Het gaat prima als ze binnen 3 weken allemaal op twee eitjes broeden.

Wanneer er bij enkele koppels één jong ligt, leg ik die nadat ze geringd zijn, bijeen. Duiven één jong laten grootbrengen doe ik niet. Dat jong groeit te hard omdat het wordt vetgemest door de ouders en krijgt dan vaak buispennen. Komt het voor dat er een jong overschiet, dan wissel ik die om de paar dagen om met een koppel waarbij wel twee jongen liggen.

Doordat de duiven hier zo goed als buiten kweken, merk ik wel dat er bij koud weer soms verschil zit tussen het uitvallen van de eitjes. Dit komt vaak doordat ze gelijk stevig op het eerste ei gaan broeden. Ook dat los ik op nadat ze geringd zijn. In dit geval door de grotere bij elkaar te leggen en de kleintjes ook.

Het lijkt nog zo kort geleden, maar de trainingen zijn weer hervat. De duiven zijn tijdens de ergste pluimenrui binnengebleven, want ze moeten ook weer niet een te gemakkelijke prooi vormen voor kromsnavels.

Die beesten jagen hier het gehele jaar, ik zit op 2 km van een bosrijke omgeving. Maar goed, dat is de natuur en onze duiven moeten daarmee leren leven. Uiteraard is het zuur als er één wordt gepakt. Voor aanvang van het afgelopen seizoen sneuvelden mijn twee beste jonge duiven en jaarlingen van 2020.

Verder denk ik dat de oriëntatie van duiven wordt verstoord door de vele zendmasten, maar die kunnen we niet omzagen, evenals de draden die in de polders hangen. Ik kreeg van de 5e jonge duivenvlucht mijn drie beste jonge doffers tot dan toe zwaargewond terug. Twee hadden al 3x 1:100 gewonnen en waren dus plots uitgeschakeld. Inmiddels zijn ze weer in orde, maar of het nog wat wordt, is afwachten.

Zoals ik vaker heb geschreven: als duivenmelker moet je eerst leren omgaan met teleurstellingen, anders houd je het niet lang vol.

De duiven gaan er nu dus om de dag uit. De ene dag de doffers, de andere dag de duivinnen. Als ze na 10 minuten snel weer naar binnen willen, dan kan dat. Na enkele keren vrijheid zie je toch dat ze snel weer een half uur vliegen.

Duiven vasthouden in de winter doe ik al jaren niet meer. Ze gaan dan letterlijk vastroesten en vooral doffers kampen dan in het nieuwe voorjaar met vleugelproblemen. De duiven vetten zo ook niet zo snel aan en blijven alert op alle gevaren.

Daarnaast harden ze van het koude en slechtere weer. Ik wil hier geen watjes die met fluwelen handschoenen verzorgd moeten worden. Ook wil ik geen duiven die na de eerste keer kopwind met oortjes zitten.

Dat duiven ‘winterconditie opdoen’ zoals sommige je willen doen geloven, daar geloof ik niet in. Een goed verzorgde duif moet het gehele jaar in goede conditie verkeren, dat is noodzakelijk in het vliegseizoen maar ook in het rui- en kweekseizoen.

Zouden ze alleen maar goed kunnen presteren met topconditie, dan is het feest na drie vluchten voorbij. Vaak duurt dat namelijk niet langer en ik wil dat ze er altijd zijn (waarbij af en toe een mindere vlucht normaal is). Specialisatie doe ik al lang niet meer aan. Ik wil elke vlucht waaraan ik meedoe, winnen. En belangrijker nog: ervan proberen te genieten.

Om die reden dat topduiven me aan het hart liggen en ik zulke duiven nooit voor financieel gewin van de hand zal doen. In de afgelopen 5 jaar is me vaak genoeg gevraagd om alles te verkopen, maar dat gebeurt niet voordat ik dood ben of tussentijds zou beslissen te stoppen.

In beide gevallen is het einde oefening en dus geen ‘uitverkoop’ of ‘grote schoonmaak’ zoals je tegenwoordig vaak ziet wanneer men de oude meuk verkoopt om vervolgens met een 100 stuks jaarse of tweejaarse duiven verder te gaan.

Ik las in Het Spoor der Kampioenen dat men later wil beginnen in verband met roofvogels, alsof die enkele weken later opeens geen trek meer hebben in duiven.

Het grillige weer werd ook genoemd, alsof dat in mei, juni of juli niet grillig kan zijn. Begin augustus kan het extreem warm zijn als ze met de jonge duiven willen starten. Wat heb ik machtig mooi weer gekend met een vroeg voorjaar in april. Eerlijke vluchten met wind op kop.

Waarom zou je vroeg gaan kweken of opleren? Later met de oude duiven starten betekent dat je langer met die duiven doorvliegt. Daardoor heeft men straks onvoldoende tijd om hun jonge duiven fatsoenlijk op te leren.

Inmiddels weten we dat oude gezamenlijk met jonge duiven lossen tot grote problemen leidt. Dus wat gaan we doen? Inderdaad, oude met jonge duiven toestaan. Kortom, ik voorspel dat er net zoveel jonge duiven worden verspeeld als anders. Ik heb daar geen scholing voor nodig, alleen gezond verstand. Iets wat sommige bestuurders ook wel hebben, maar dus niet altijd gebruiken.

Begrijp me niet verkeerd, maar geleerd zijn of bedrijven gerund hebben is iets anders dan over een vliegprogramma beslissen. Daar is een ander soort ervaring voor nodig. Het was beter om wat allround hokken die al jaren top presteren te raadplegen in plaats van Facebook schreeuwers die nooit iets gepresteerd hebben en uit verveling anderen afkraken. Nog erger is het om een poll te raadplegen die zodanig is opgesteld dat alle antwoorden dezelfde richting uitwijzen.

Het wordt duidelijk waar de belangen liggen als je een vliegprogramma maakt met 6x meerdaagse fondvluchten en nog één optioneel. Het was beter om alles af te zetten naar het aantal ingekorfde duiven per vlucht. Ik zou zeggen: zet er drie jonge duivenvluchten bij waarvan twee boven de 400 km, dat is zeker geen geldverspilling.

5x dagfond en 5x meerdaagse vluchten is van oudsher. Vaak hebben we een extra vlucht geprobeerd, maar nooit was er deelname. Aan 7x vitesse en 7x midfond hebben de vitesse/midfondspelers meer dan genoeg, ze kunnen immers ook nog 5x nalijn vluchten spelen.

Daarbij gaat mijn voorkeur uit naar eerst vitesse afwerken voordat we aan het mid- en dagfondprogramma beginnen. Dit voorkomt dat het voor de kleine liefhebber een puinhoop wordt om hun duiven te splitsen of alweer terug te trekken. Voor liefhebbers met meer dan 100 duiven zijn er mogelijkheden genoeg in dit programma, maar de grootste groep heeft deze aantallen niet en kan die ook niet betalen.

Bij de jonge duiven moet men gewoon 12x vluchten neerzetten. Iedereen is gebaat bij drie vluchten boven de 400 km centraal in de afdeling. In zo goed als elke reportage kan je dat lezen, alleen het bestuur wil dat schijnbaar niet zien.

Bij gebrek aan beter zitten we vast aan een groep die de duivensport niet vooruit gaat helpen. Het lijkt alsof we allemaal zijn ingedommeld door mooie praatjes en alles maar accepteren. En ik maar denken dat een bestuur er is voor de leden. Onjuist, want dan hadden we dit vliegprogramma nu niet gehad.

Ik moet op mijn eerdere woorden terugkomen, maar we zijn inderdaad beter af zonder nationaal vliegprogramma. Het lijkt erop dat de afdelingen beter zelf hun eigen programma kunnen uittekenen in plaats van mee te gaan in deze opgelegde quatsch.

Over twee weken ga ik de kweekduiven koppelen, daarom worden de bakken bij de doffers weer opengezet en gaan de lichten 12 uur per dag aan. Tevens ligt overal weer een nieuwe laag Vloerdekkorrel, dus geen onnodig onderhoud hier.

Ik houd de dagen al jaren niet langer dan 12 uur. Het licht brandt hier de gehele dag totdat het in de natuur ook 12 uur licht is. Vroeger belichtte ik 4 uur langer, maar ik merkte dat de net gespeende jongen sneller hun eerste pen gingen gooien. Voor het sneller leggen hoef je het niet te doen.

In al die jaren heb ik geleerd dat een snelle leg en vlotte kweek niets te maken hebben met de kwaliteit van de jonge duiven. Te vaak verliep de kweek beroerd met per saldo uitstekende jongen. Natuurlijk zie ik graag dat alles perfect gaat, maar ook hier gaat het wel eens anders dan ik zou willen.

Duiven die telkens in de verkeerde bak vliegen zijn hier geen lang leven beschoren. Ik houd hier niet van en houd me niet bezig met die domme onruststokers die alle nesten overhoop halen.

Verleggen en omkoppelen doe ik al jaren niet meer en de prestaties zijn daar alleen maar beter van geworden. Waarom zou ik dat ook doen, want alle kweekduiven hebben mijn vertrouwen om uit te kweken, anders zaten ze er niet.

Het is allemaal mooi en aardig om 16 jongen uit één kweker te kweken, maar laat mij dan meteen de prestaties van zijn of haar beste vier kinderen zien van dat kweekjaar. Het zal gemakkelijker zijn om bij zes jongen de prestaties van de twee beste jongen te laten zien.

Elk jaar is anders qua weersomstandigheden. De ene lijn duiven kan beter met een bepaalde omstandigheid omgaan dan andere, terwijl dat in een nieuw jaar andersom kan zijn.

Ik houd een bepaald aantal bewezen kweekduiven en zes zomerjongen uit mijn beste duiven voor de kweek en dat heeft me vooralsnog geen windeieren gelegd. Elk jaar zit daar weer een kweekexemplaar tussen.

Zo zal ik ook wat duiven van een WeChat vriend uit China testen tegen enkele van mijn duiven. Voor mij is en blijft de duivensport puur hobby waarbij sociale contacten uit binnen- en buitenland belangrijk zijn. Ik ben altijd geïnteresseerd in hoe het er in andere landen aan toe gaat.

De eigen prestaties en die bij Jan staan hoog in het vaandel, vooral de onderliggende vriendschappen en dagelijkse contacten. Ik verlaat zelden het huis en ga bijna nergens op de koffie. Via WhatsApp of WeChat contact hebben met duivenliefhebbers wereldwijd is dan een mooie bezigheid. Ook met liefhebbers uit Nederland, overigens. Zowel met kampioenen als minder presterende spelers, want wat mij betreft is iedereen gelijk.