De wil om te winnen begint bij jezelf. Als je in de duivensport uit bent op financieel gewin, sta je in no time onderaan de ladder. Zie dan maar weer eens omhoog te klimmen. Een enkeling kan dit, vaak de hokken die na hun ‘totale’ verkoop nog ergens 100 duiven voor zichzelf stalden. De meeste halen echter nooit meer hun oude niveau, ook al smijten ze er een berg geld tegenaan.

Zo wordt er nogal wat verhandeld overal. Duivensport bedrijven kost nu eenmaal veel geld en de meeste opbrengsten zijn na aftrek van alle kosten mager. Wat ik niet begrijp is dat sommige hun topduiven met het grootste gemak van de hand doen. Dan denk ik: wil je niet meer presteren of is je tegenstand zo slecht dat je aan de lopende band toppers kunt kweken?

Mocht je uit gezondheidsredenen handelen, dan begrijp ik dat natuurlijk. Wat ik niet begrijp is dat er bij sommige een jaar na de totale verkoop weer evenveel duiven op het hok zitten als voorheen. Die mensen moeten zich wel een beetje schamen, vind ik.

Zelf koester ik mijn toppers. Die beestjes hebben super gepresteerd en mij gebracht waar ik nu sta. Mocht ik die ooit van de hand doen, dan betekent dat het einde van mijn carrière als duivenmelker.

Ik zie ook zeer welgestelde mensen regelmatig hun beste duiven verkopen. Dat zal vast niet voor het geld zijn. Waarvoor dan wel, denk ik dan. Om de waarde van de duif te weten, om eer te behalen? Geen idee. Mijns inziens kan je erkenning ook op de wedvluchten behalen, daar hoef je de financiële waarde van een duif niet voor te kennen.

Wat ik wel weet is dat de prijzen per honderdtal verdiend worden door speciale duiven uit speciale lijnen. Alle duiven die goed worden begeleid kunnen tegenwoordig per tiental vliegen, maar meermaals per honderdtal vliegen is slechts voor enkele duiven weggelegd. Laat daar nu net die eer te behalen zijn waar sommige zo naarstig naar op zoek zijn.

Hoe los je oneerlijkheid in de duivensport op?

Er is veel oneerlijkheid in onze sport en ja, ook daar heb ik een mening over. Als het NPO-bestuur eerlijk spel wil realiseren, dan kunnen ze beter onderstaande lezen in plaats van de onzinmethode SNEL bedenken. Uiteraard heb ik enkele oplossingen die ik wil aandragen, maar wat ze daarmee doen, moeten ze zelf weten.

Links en rechts is er nogal wat ongelijkheid doordat sommige spelers hun punten voor de nationale kampioenschappen, PIPA Rankings etc. uit zwakke samenspelen kunnen halen die zij met man en macht overeind proberen te houden.

Daarentegen zijn er afdelingen die überhaupt geen samenspelen kennen en waarbij het eerste spel na het verenigingsspel het rayonspel is. Je kan wel nagaan dat die met 1-0 achterstaan tegen degene die de punten uit hun samenspel kunnen halen.

Mijn oplossing: voor heel Nederland de punten alleen uit de rayons of afdelingen laten tellen, dan zijn we al een heel stuk dichterbij het eerlijk spel dat men nastreeft.

Een inkorfbeperking van 150 oude en 250 jonge duiven is onzinnig en wordt vaak bedacht en ingefluisterd door mensen die met die aantallen spelen. Niet één Jan Modaal (waar onze sport voor meer dan 90% uit bestaat) kan namelijk met die aantallen spelen.

Mijn oplossing: maximaal 60 oude duiven inkorven per spelverband, de rest als invliegduif. Met dubbelvluchten kan men zo alsnog met 120 oude duiven spelen.

De eerste jonge duivenvluchten worden veelal gekenmerkt door verliezen, daarom met maximaal 100 jonge duiven starten waarna je bij de 3e vlucht eenmalig mag aanvullen tot wederom maximaal 100 jonge duiven. De rest als invliegduif.

Boven de 100 ringen extra geld in rekening brengen is de NPO-kas spekken en dient geen enkel ander doel. Waarom? Iemand die graag 500 jonge duiven kweekt maalt niet om 200 euro extra, anders zou hij er zoveel niet kweken.

Als men nog verder terug wil naar bijvoorbeeld 40 oude en 60 jonge duiven, vind ik dat ook best. Mijn doel is het nastreven van kwaliteit en niet kwantiteit. Daarnaast het tevreden houden van onze medespelers die we zo hard nodig hebben.

Ik ken best wat mensen die met stevige aantallen duiven spelen, mezelf met de jonge duiven niet uitgezonderd. Vandaar dat ik vanuit algemeen belang schrijf en niet zozeer uit eigen belang. Dat laatste zorgt er namelijk voor dat onze sport naar de knoppen gaat.

Een slimme liefhebber zag het infraroodpaneel aan het plafond op de foto van gisteren. Ik kocht die zo’n 10 jaar geleden in de hype, net als vele anderen. Het bleken enorme stroomvreters te zijn zonder enig resultaat. Ze hangen er dus nog wel, maar worden nooit gebruikt.

Mijn hokken zijn 2,80 diep waarvan 1,20 meter (boven de duiven) dicht is. De andere kant van het plafond is voorzien van schuiven die nooit dichtgaan, alleen wanneer ik de duiven uitrook. Verder staat alles wat open kan, open. Ik begon daar jaren geleden mee omdat ik steeds vaker moest kuchen als ik terugkwam van de duiven.

De duiven zelf zagen er vervolgens steeds beter uit, vandaar dat ik ook de kweekhokken met een volledig open voorfront heb gebouwd. Met dit vochtige weer is dat niet ideaal, maar dat neem ik voor lief. Een dagje zon en wind en alles is weer droog.

Over die panelen nog dit. Ik was destijds bij Bas in Reeuwijk op de hokken en zag daar een hele stapel infraroodpanelen staan. Ook daar werden ze allemaal weer van de hokken verwijderd.

Wij denken te vaak als mensen als het gaat om een aangenaam hokklimaat. Duiven denken daar gelukkig anders over. Op de open kweekhokken was het meermaals -10 graden in de winter. Wanneer ik dan ’s avonds ging kijken, zaten vaak beide partners op het nest.

Een goede vriend kopieerde mijn kweekhok en stuurde mij afgelopen jaar de bovenstaande foto. De duif zat in het voorportaal in een dikke laag sneeuw op haar nest. Duiven malen daar niet om, wij mensen wel.

Over enkele maanden is het weer zover. Wanneer ik nu naar buiten kijk is het grauw en grijs, maar als straks de eerste zonnestralen doorbreken en de vogeltjes fluiten, begint het bij ons duivenliefhebbers weer te kriebelen.

De meeste van ons zijn natuurmensen die genieten en wachten op het voorjaar vol nieuwe strijdplannen om uit te voeren. En natuurlijk moeten we in het leven altijd vooruit blijven gaan en kijken, want na elke droevige gebeurtenis schijnt uiteindelijk weer de zon.

Voor onze duiven is er nog niet veel zekerheid. Ik weet bijvoorbeeld nog niet in welk samenspel ik ga spelen en of er uiteindelijk wel een erkend samenspel is. Niet-erkende samenspelen zouden eigenlijk niet mogen bestaan en geen toestemming van de NPO moeten krijgen.

Kortom, het is vooralsnog een puinhoop in duivenland. Je zou denken dat medio januari er toch al wel gesproken is over een definitief vliegprogramma en over definitieve sectorgrenzen, maar voor zover ik weet is er voor ons nog niets ter inzage beschikbaar gekomen.

Desalniettemin heb ik er wel weer zin in, ook bij mij begint het te kriebelen zodra de zon weer hoog aan de hemel staat. Ik hoop dat 2022 weer in het teken mag staan van genieten van mooie aankomsten van onze favoriete duiven.

Vervlogen tijden

Met de winter heb ik niet veel meer. Toen mijn lichaam nog op volle sterkte was, genoot ik er wel van. In 1997 heb ik bijna elke dag diverse toertochten gereden, nadien zijn de ijzers ingevet en niet meer gebruikt.

Zo werkten we destijds de 50 km lange Vliettocht af door de West Brabantse polders, die gelijktijdig met de laatste Elfstedentocht werd verreden. In de middag schaatsten we nog mee in de ambiance van de Singeltocht in Breda.

Vervlogen tijden, zoals ook mijn toenmalige schaatspartner en duivenvriend achteraf gebleken zijn laatste tocht aan het rijden was. Het jaar erop moest hij onze aardbol verlaten. Ik ben hem nog steeds dankbaar voor het feit dat hij mij de oude Witbuik van 1997 heeft gegeven. Alle successen in de jaren nadien heb ik grotendeels te danken aan die ene gekregen duif.

De bovenstaande foto is gemaakt door topfotograaf Falco Ebben. Hij heeft ook van de nieuwe lichting jeugdige toppers wat foto’s gemaakt, die zal ik hier in de loop van de tijd plaatsen.

We vervoeren elk jaar eitjes van alle leeftijden naar Friesland. Dat is al snel zo’n drie uur rijden, maar ondanks dat gebeurde het maar zelden dat die eitjes niet uitkwamen. Die worden trouwens vervoerd zonder ze warm te houden.

Verlegde eieren die drie dagen eerder uitkomen, dat is geen probleem. Duiven drie dagen langer laten broeden is daarentegen wel vragen om problemen.

Zelf jongen uit de eitjes pellen, begin daar niet aan. Gooi ze weg als ze niet op eigen kracht uit het ei kunnen komen, dat is een vroeg teken van zwakte.

Normaal moeten de jongen vrij snel na elkaar uitvallen. Althans, wanneer er geen vorst is geweest bij het leggen van het eerste en tweede ei. Anders kan er wel verschil optreden doordat ze gelijk op het eerste ei gaan broeden.

In dat geval kan je na het ringen beter het kleinere jong samenvoegen bij een kleiner jong van een ander koppel. Als je de grootste twee ook bij elkaar legt, groeit alles zonder problemen op en heeft dat geen nadelen voor hun kwaliteiten.

Koppelen

Bij de kweek- en vliegduiven heb je wel eens koppels die elkaar direct mogen. Andere hebben enkele dagen nodig voordat ze met elkaar door één deur kunnen. Het vreemde is dat de koppels die wat meer tijd nodig hebben, vaak eerder leggen dan de koppels die gelijk de broedschotel inkruipen.

Ik ben baas op het hok en bepaal wie met wie gepaard wordt. Soms kan dat enkele dagen duren omdat de duiven het niet altijd met mijn keuze eens zijn. Toch kunnen ook die koppels gewoon goede jongen geven. Dat duiven die vrij mogen koppelen beter presteren en betere jongen geven, geloof ik niet. Ik zie dat eerder als gemakzucht wat zelden tot succes leidt.

Ik heb lang geleden wegens tijdgebrek eens het zogeheten chaossysteem geprobeerd. Drie weken later zat er hier en daar één met eieren, de andere zaten los op de grond en hadden geen enkele aandacht voor het andere geslacht. Zelden heb ik zo’n slecht oude duivenseizoen gekend, dus dat was eens en nooit meer.

Hier brengen de vliegduiven gewoon twee jongen groot. Normaal broeden ze nog tien dagen na, maar dit jaar niet omdat het vliegprogramma later van start gaat.

Duiven moeten goed aan elkaar gepaard zijn en een goede band hebben om in het vliegseizoen succesvol te zijn. Duiven die problemen hebben met het grootbrengen van een koppel jongen, kan je missen als kiespijn.

Olympic Millennium

Olympic Millennium was een klasse apart op het vlieghok en laat ook zien dat haar doorkweek in meerdere generaties subliem is. Ze is zowel moeder, grootmoeder als betovergrootmoeder van mijn beste duiven van 2021. Men kan dit in de reportage op PIPA teruglezen bij de beste duiven van 2021.

Zoals ik vaker schrijf, draait alles om superduiven. Veel moeilijker is het spelletje niet. Ben je daar doorheen, dan degradeer je vaak tot doorsnee speler. Hieronder enkele nazaten van Olympic Millennium die het afgelopen jaar super presteerden:

  • Blue Jewel 21/138, werd 1e provinciaal Asduif (achter achterkleindochter).
  • Olympia, won de 1e prijs Duffel tegen 4.231 duiven (dochter).
  • National Millennium, werd 12e nationaal Asduif (dochter).
  • Olympic Rosa, werd 1e Gouden Crack FZN en won de 9e NPO Melun tegen 4.903 duiven (dochter).
  • Olympic Fairytail, won de 1e prijs Quiévrain tegen 4.678 duiven (dochter).
  • Olympic Rossi, werd 3e nationaal Asduif PIPA Rankings en 8e nationaal Asduif WHZB (kleinzoon).
  • Blue Flame, won de 1e prijs Niergnies tegen 3.642 duiven (kleindochter).
  • Witbuiks Best, won de 1e NPO Grand Prix Reims tegen 6.769 duiven in Afdeling 11 (449 km aan 1082mpm) en werd 4e nationaal Asduif Fondspiegel (achter achterkleindochter).

 

De 2e provinciaal Asduif jong in Oost-Brabant bij Comb. van Wanrooij (Geffen, NL) is ook een kleindochter van Olympic Millennium. Zij was toen gekoppeld aan Bingo.

Diezelfde Bingo gekoppeld aan een dochter van het Golden Pair is nu vader van Pure Gold, de 1e nationaal Asduif WHZB en 1e nationaal Asduif PIPA Rankings. Kortom, het lijkt allemaal niet zo ingewikkeld wanneer je over enkele superieure duiven beschikt.

Ik heb met Olympic Millennium met enkele topduiven samenkweek gedaan. Verder ben ik zuinig op dit soort duiven en kweek ik er zeker geen batterij jongen uit. Jongen uit haar, het Golden Pair en het Millennium koppel zijn voor eigen gebruik. Alleen zo blijf je bij de kampioenen en laat dat nu net mijn enige doelstelling zijn in de duivensport.

De kweekduiven hebben inmiddels een mooi stel jongen liggen. Hier en daar liggen er weer nieuwe eitjes in de bijgeplaatste broedschotels.

De mestschuiven maak ik elke dag zuiver. De mest zou ik met de hand kunnen wegnemen en dat terwijl de duiven nagenoeg buiten kweken. Dit betekent dat de darmflora van de ouders en hun jongen in orde is en dat het werkt om elke ochtend Origanum Red en Champions Mineralenmix over het voer te doen.

In de avond geef ik alleen de basismengeling zonder toevoegingen. Tenslotte doe ik twee ochtenden per week Prestavit over het voer voor de nodige vitaminen en eiwitten. In het kader van ‘houd alles zo simpel mogelijk’ voer ik alle duiven op deze manier.

Bij mij dus geen andere toevoegingen zoals tovo, P40, pinda’s, brood, katten-, honden-, groenvoer en weet ik het wat er nog meer verstrekt wordt in de hoop dat de jongen daarvan harder zullen groeien.

Het zijn en blijven gewoon duiven die hier middels uitgebalanceerd duivenvoer in een zo natuurlijk mogelijke omgeving (24 uur per dag frisse buitenlucht) grootkomen. Wie daarmee moeite heeft, vertrekt direct.

De vliegduiven zijn ook gekoppeld op de eerder beschreven manier. Dit verliep verder probleemloos, alles zit nu los en lijkt elkaar te liefkozen.

Gisteren werden er opnames gemaakt in het vlieghok waarin we met drie man vertoefden. Diverse camera’s en belichting op statieven, maar de duiven maalden er niet om. Ondanks dat er ook camera’s in hun bak stonden, vlogen ze daar gewoon in en uit.

Ik ben altijd rustig in het hok en pak mijn duiven eigenlijk nooit. Bang zijn ze echter ook niet. Als ik iets moet vertimmeren in het hok, doe ik dat gewoon waar de duiven bij zijn.

De meeste mails gaan nu over verlichting, dus bij deze: bij de kweekduiven brandt het licht elf uur per dag en bij de vliegduiven tien uur. Dit totdat het in de natuur even lang licht is, dan gaan de lichten weer uit. Uit eigen ervaring weet ik dat langer lichten een snellere leg geeft van misschien enkele dagen, maar ook sneller ruiende duiven.

Op de vraag of ik de eerste pennen trek, zoals sommige doen? Nee, alleen wanneer een pen gebroken is. Persoonlijk vind ik dat geheel tegen de natuur in en zie ik er geen enkel voordeel van in.

Ik heb al veel onzin voorbij zien komen. Men denkt vaak iets nieuws te hebben uitgevonden waardoor ze beter denken te gaan spelen. Maar ook voor die mensen geldt dat 85% van de duiven op het hok een slechte is en ondanks dezelfde behandeling als de overige 15%, alsnog slecht blijft presteren.