In de duivensport moet je altijd vooruitkijken, vandaar dat we nu alles zuiver moeten zetten. Hier zijn alle duiven inmiddels gekuurd en gevaccineerd voor paratyfus. Ook staan alle hokken en broedschotels weer zuiver.

Mijn duiven zijn gevaccineerd met een dode entstof van Norbert Peeters. Ik hoor dat er in België momenteel een levende entstof voor varkens wordt toegepast tegen paratyfus. Je kan daar eenmaal aangemaakt schijnbaar 1.000 dieren mee vaccineren.

Volgend weekend krijgen alle duiven nog een kwart Flagyl en een luisdruppel van Schroeder (tweemaal per jaar één druppel in de nek). Begin november laat ik nog een mestcontrole uitvoeren op wormen en coccidiose. Alleen wanneer ze iets vinden zal ik er iets tegen doen.

De kweekduiven worden eind oktober gevaccineerd tegen paramyxo, ik probeer dat altijd vier weken voor het koppelen te doen.

Ik houd hoogstwaarschijnlijk 24 koppels vliegduiven door, 20 kweekkoppels en 20 voedsterkoppels. Dit zijn er meer dan genoeg voor mij. Natuurlijk heb ik nog wat versterking gehaald, maar of dat wat wordt weet ik pas na het volgende jonge duivenseizoen.

Ik hoop dat de jonge duiven weer enkele keren boven de 400 km kunnen vliegen, zodat je ziet wat ze in hun mars hebben. Met het huidige programma zijn we haast verplicht om de mindere duiven door te houden tot volgend jaar, omdat ze als jong onvoldoende kans krijgen hun potentie voor de eendaagse fond te laten zien.

Vorig jaar had ik enkele topjongen van een topspeler. Ze presteerden super tot 400 km en ook dit jaar als jaarling top tot 400 km. Bij de eerste eendaagse fond vlucht bleven ze echter allemaal weg. Aan zulke duiven heb ik dus niets. Hier moeten ze van 100 tot 650 km presteren en bij Jan zelfs nog 100 km verder.

Dit is het spel waar ik jaren geleden voor gekozen heb en daar worden ze op geselecteerd. Ik win graag en ben graag bij de eerste 20 van de afdeling te vinden op de vluchten waaraan ik meedoe. Mede daardoor ben ik alleen geïnteresseerd in duiven die jaarlijks meermaals per honderdtal spelen. Duiven die per duizendtal spelen zijn de kersen op de taart. Duiven die de helft van de vluchten waaraan ze deelnemen per tiental vliegen, boeien me niet zo.

Toch laat ik dit jaar enkele duiven jaarling worden die het eigenlijk niet verdiend hebben op basis van hun prestaties. Ze staan me geweldig aan en zouden geschikt moeten zijn voor de 500 km vluchten, vandaar de nieuwe kans als jaarling. Hadden we nog het jonge duivenprogramma van 20 jaar terug, dan werden ze sowieso geruimd.

Kweeksterren

Superdoffers Mathieu en Turbo Millennium (dit jaar nog 1e Generaal Asduif) gaan naar de kweek, hun zus trouwens ook. Allen komen ze uit het Millennium koppel. Er wordt vanaf nu niet meer gespeeld met de jongen die nog geboren worden uit het Millennium koppel.

Alles wat ik daarvan op de kweek heb zitten heeft reeds superduiven voortgebracht. Bij Jan zitten er vier die allen diverse top 10 NPO-winnaars hebben gegeven, waaronder twee NPO-winnaars. Dit waren er drie geweest als ze die fraudeur vorig jaar al hadden gepakt. Bas Verkerk heeft er een zoon van en daar komt zijn 1e Asduif dagfond van dit jaar uit.

Van Super Rossi deelde ik destijds te gemakkelijk jongen uit aan Jan en alleman. Tot meneer besloot te stoppen met bevruchten op 8-jarige leeftijd. Herman Bevers bijvoorbeeld heeft er een topkweker uit, maar ook Adam Thomas.

Ik hoor van alle kanten geluiden hoe super zijn nazaten het doen. Ook hiervoor geldt dat de jongen die wij er zelf nog van hebben, topkwekers zijn. Vandaar dat ik diezelfde fout nu met het Millennium koppel niet nogmaals maak.

De mails van het NPO over Op (de) Hoogte lees ik niet meer. De redactie van Het Spoor der Kampioenen zou onderhand ook klaar moeten zijn met alle aandacht voor GPS-ringen, want die hebben geen meerwaarde voor onze sport. Een mooi krantje wekelijks vervuilen met meerdere pagina´s over duiven die 60 km omvliegen om thuis te geraken… Wat moet ik daarmee?

In de AviRings eenhoksrace zijn ze zelfs gestopt met deelnemende duiven een GPS-ring om te doen. Op de een of andere manier geraakten die niet thuis, dus hebben ze enkele overjarige duiven aangehouden die zo’n ring om krijgen. Dat zegt toch genoeg, denk ik dan.

Ik hoorde dat verschillende leden zelfs hun abonnement hebben opgezegd, omdat ze te weinig nuttige informatie terugvinden in het magazine. Zij willen liever weten hoe het er bij een vluchtwinnaar of afdelingskampioen aan toe gaat.

Een rubriek met hard spelende oude liefhebbers die meer dan 60 jaar duivensport erop hebben zitten en alsnog goed meedoen, zou vele malen interessanter zijn om te lezen. Vergezeld door wat foto’s van vroeger en nu, natuurlijk.

Preventie

Afgelopen week ontving ik een mail van iemand over paratyfus. De man begreep niet dat ik daar elk jaar tegen kuur én ent. Dat is niet goed voor de weerstand van de duiven, zei hij. Als je eenmaal paratyfus hebt gehad, weet je wel beter. Meer kan ik daar niet op zeggen.

Ik ben geen dierenarts, maar ik ben geschrokken van het aantal mensen dat ik dit jaar heb gesproken die paratyfus op hun hok hadden en in staat waren om alles op te ruimen.

De mailer zou op basis van die theorie ook geen paramyxo- of pokkenenting moeten geven, want ook die ondermijnen de weerstand. Ook hiervoor geldt: als je ermee te maken krijgt, denk je er vanzelf anders over.

Ik zag bij andere liefhebbers duiven die niet konden lopen van de pokken aan hun poten en difterie in hun bek zo erg dat ze niet konden eten. Ongevaccineerd, dus. Deels gemakzucht, deels kostenbesparing. Eén ding is zeker: aan de vluchten konden ze niet deelnemen, dus bezuinigen was gelukt.

Zo had ik 25 jaar geleden zelf zonder het op te merken een enorme tricho uitbraak in de ruiperiode. Ook daar word je niet vrolijk van, kan ik je zeggen. Ik kuurde mijn duiven daarvoor zelden voor tricho. De dierenarts moest het in extreme mate vinden, wilde ik iets geven.

Ik had mijn lesje geleerd en sindsdien geef ik begin oktober preventief een kwart Flagyl en gelijktijdig een luisdruppel. Dat is tevens de enige tricho medicatie die de kwekers op een geheel jaar krijgen.

Het moet inmiddels 8 jaar geleden zijn dat ik Gerard Koopman op bezoek had. De jaren zonder enige vorm van medicatie waren ook zijn slechtste, wist hij me te vertellen.

Kortom, na deze ervaringen is mijn credo ‘beter voorkomen dan genezen’.

Ik ontving onlangs een mail van iemand die bij een lid van Afdeling 11 gelezen had dat staartpennen trekken zorgt voor een vlotte rui. Hij vroeg mijn mening hierover en ik vind dat je nooit iets moet trekken, tenzij een pen gebroken is. In dat geval kan je die ruim voor het vliegseizoen trekken.

Ik heb ook wel eens een duif met een slechte pen, bijvoorbeeld na een slechte vlucht of nadat ze een tijdje verloren zijn geweest. Zulke pennen trek ik pas zodra de duif volledig ingeruid is.

Als je een slechte pen trekt, komt die gewoon normaal terug, mits de duif gezond is. Een slechte broekpen daarentegen is voor het leven, daar komen ze niet meer vanaf. Die trekken is dus verloren moeite.

Er zijn ook liefhebbers die in maart de eerste drie pennen gooien voor een Asduif kampioenschap of om de duiven in orde te krijgen zonder terugval doordat ze hun eerste pen gooien. Ik heb dat nooit gedaan en ben al tig jaren bij de eerste provinciale vitesse hokkampioenen en talloze Asduiven. Kortom, ik geloof er niet in.

Ik geloof ook niet in oude staartpennen trekken. Super Daisy (dochter Super Rossi) was een mei jong en ruide als jong niet helemaal uit. Ze bleef op twee oude pennen staan. Als jaarling was ze top op de zware dagfond, ze vloog zelfs los vooruit de 1e NPO Argenton (een vlucht van goed 1100mpm).

Wie trouwens ook een super jonge duif had dit jaar is Herman Bevers, de snelheidsvirtuoos van België. Volgens Herman was ze altijd los vooruit thuis, maar liep ze alleen erg slecht binnen. Toch zal ze volgens hem nog hoog gaan komen. Ook dit jong komt uit een zoon van Super Rossi.

Er wordt mij vaak gevraagd wie dit jaar super gespeeld heeft. In mijn omgeving kan ik geen hokken benoemen die een geheel jaar super waren. In Afdeling 11 zei ik vorig jaar Heinhuis, maar die is dit jaar voorbijgestreefd door Henk Douna uit Donkerbroek. Henk kon zelfs de broedschotel inkorven en dan zou hij nog prijs winnen. Hij deed dat overwegend met Eijerkamp duiven en Embregts-Theunis voer.

De kampioenenavonden- en middagen beginnen weer. Bij ons is het rayon al afgevallen wegens geen organiserende animo. Dit waren vroeger avonden vol naturaprijzen.

Enkele leden van een naburig samenspel hebben ons samenspel voor 80% overgenomen, behalve de vereniging waar ene Embregts-Theunis speelt. Een vereniging 18 km verder mocht er wel bij, die spelers kon men immers wel hebben.

Het gevolg is dat wij met de vereniging een papieren samenspel en rayon hebben gekregen, geen kampioenschappen dus. Voor mij maakt het niet uit, ik had nagenoeg alle 1e kampioenschappen in de vereniging en sta er in de afdeling en nationaal ook tussen. Voor de andere leden van onze vereniging vind ik het echter zuur.

Wij hebben een sterke vereniging en tevens de grootste van de afdeling. Win je bij ons de 1e, dan sta je overal vooraan. Alleen deze liefhebbers staan nu bij geen enkel provinciaal of nationaal kampioenschap, terwijl ze beter hebben gepresteerd dan leden van een ander, zwakker samenspel.

Dit gebeurt in meerdere afdelingen in Nederland en ik vind dat geen goede zaak. Wil men eerlijkheid, dan moet het NPO eindelijk eens alle punten vanaf vlucht #1 uit de afdeling halen. En dan een berekening over een vastgesteld aantal duiven. Laat men bij die ene grote afdeling het aantal duiven in de berekening meetellen, dan is iedereen op voorhand kansloos.

Zo is mijn gedachtegang, al weet ik dondersgoed dat andere mensen hier anders over denken. Een ieder mag een mening hebben, denk ik dan. Niemand hoeft het met mij eens te zijn en vice versa.

De duiven kunnen nu dag en nacht in de open ren. In deze periode liggen ze de gehele dag in de regen. Duiven afharden moet je in de herfst- en wintermaanden doen, niet vlak voor het vliegseizoen.

Ze gaan nu nog niet los, maar zodra ze hun nieuwe verenpak aan hebben, komen ze regelmatig buiten. Verder kijk ik er in de winter niet echt naar om, dat heb ik nooit gedaan. Vroeger gingen alle duiven in een grote ren in de loods van mijn schoonvader waar ze in het voorjaar pas uit kwamen.

Het rui- en kweekseizoen behoren voor mij niet tot de leukste seizoenen. Ik bloei meestal vlak voordat de vluchten beginnen weer op.

Vroeger starten

Afdeling 5 neemt schijnbaar het voortouw en gaat eerder beginnen met de jonge duiven. Eigenlijk zou iedereen in juni moeten starten. Als Afdeling 5 eerder start, moet Brabant 2000 dat ook doen. We varen elk jaar in elkaars vaarwater, waarbij Brabant 2000 altijd aan het kortste eindje trekt. Wij moeten dan wachten tot Afdeling 5 klaar is met alle groepslossingen.

Hier verliezen we elk jaar een hoop jonge duiven met de eerste vluchten. Te laat lossen door twijfelende afdelingen voor ons is daar de grootste oorzaak van.

Zo vind ik ook dat we de eerste vluchten niet te ver uit het oosten moeten lossen met die aanhoudende westenwind. De duiven worden te ver het land in gedreven en komen tussen duiven van verdere afdelingen terecht, waardoor wij ze niet meer terugzien.

Verliezen zijn van deze tijd, maar we hebben daar ook zelf schuld aan. Te laat starten met de wedvluchten, bijvoorbeeld. Men wil een hoop opleervluchten vooraf organiseren, maar een serieuze duivenmelker doet daar niet aan mee. Hier gaan ze alleen mee als er prijzen aan gekoppeld zijn, anders vind ik het een verkwisting van tijd en geld.

Eén opleervlucht zou in mijn ogen voldoende moeten zijn. Ik zie elk jaar mensen aan drie opleervluchten deelnemen. Zij geven vervolgens na drie wedvluchten geen duiven meer mee omdat ze er geen meer hebben of omdat ze allerlei problemen hebben opgedaan in de reismand.

Boven de 400 km

Wij hebben in onze afdeling gelukkig tweemaal de kans gehad om boven de 400 km te spelen. Daar werd voor mij veel duidelijk, want de duiven die ik voorheen niet op de uitslag zag, waren er nu wel. Als ze die kansen niet gekregen hadden, had ik ze waarschijnlijk uitgeselecteerd. Nu zijn ze volgend jaar misschien wel mijn betere.

In Afdeling 5 hebben ze één keer 350 km gehad, verder alleen veredelde vitesse vluchten. Ja, weliswaar minder verliezen dan hier, maar de helft van wat overbleef zal daar naar de poelier gaan. Hieronder ook duiven waar zeker potentie in zit, maar die zich simpelweg niet konden ontplooien dit jaar.

Is dat dan de duivensport die we willen? Louter korte vluchtjes, geen verliezen en de helft na het seizoen naar de soeppan verwijzen? En dan moet je nog een kunstenaar zijn om de goede eruit te vissen. In allerlei kwakzalvers die duiven tegen betaling selecteren geloof ik namelijk niet.

Op bouw selecteren zal best, maar de grootste scharminkels heeft een goede duivenmelker tegen de laatste vlucht allang zelf verwijderd. En in duiven kijken lukt op eigen hok al niet, laat staan op dat van een ander.