We zijn weer aan het koppelen en voor je het weet beginnen we weer met vliegen. De kids vliegen ook het huis uit en pa ploetert door met de duiven.

Alle kwekers en voedsterkoppels heb ik inmiddels samen gezet. Het koppelen is nooit een probleem, ik zet ze net voor het donker wordt bijeen. In de ochtend hebben ze elkaar vaak zonder bloederige vechtpartijen geaccepteerd. Als dat niet het geval is, waren je duiven er zeker nog niet klaar voor.

Daarna begint het feest pas. Alles bak voor bak loslaten om ze in de juiste bak te laten vliegen. Ik trek daar drie dagen voor uit en laat met regelmaat een ander koppel los. Na drie dagen zoeken ze het maar uit. Wie het dan nog niet snapt, vecht het maar uit. Beter nu dan wanneer er eitjes liggen.

Natuurlijk moet ik ook wel eens wat hardleerse duiven hardhandig uit de bak timmeren. Als ik dat enkele keren volhoud, hebben ze dat snel door.

Hier overigens geen elastiekjes aan de poten of de staarten kaal knippen van vechtersbazen. Nee, ik knok dat zelf wel uit met ze en dan is het de dood of de gladiolen. Gelukkig komt dat zelden voor, maar als ik het beu ben, dan vertrekt zo’n vechtersbaas. Vaak zijn dat toch de domste duiven.

Allround duiven

Ik ontving onlangs nog mails van Attila Mezei (Servië), Adam Thomas (Wales) en Istvan Grampsh (Hongarije). Zij haalden hier 10 jaar geleden duiven en zijn daar super mee geslaagd. Die duiven presteren volgens hen super op de vluchten van 100 tot 750 km.

Ik heb allround duiven en geen afstandsgeschikte duiven. Hier moeten ze op alle afstanden presteren. Een kwestie van selecteren op de vluchten die je wilt spelen. Uiteraard wordt de voeding vetter gemaakt naarmate de afstand toeneemt. In opvoeren geloof ik niet, maar ik maak het voer wel graag vetter door het percentage NPO-mix te verhogen.

Links en rechts hoor je geruchten dat verschillende afdelingen toch weer eerder gaan starten met de jonge duiven. Wij hadden vroeger altijd een mooi jonge duivenprogramma dat vroeg begon en met meerdere vluchten boven de 400 km.

Het lijkt alsof de noordelijke afdelingen hun jonge duiven liever niet verder spelen dan 300 km. Daarentegen zetten ze hun jaarlingen wel op dagfondvluchten van 700 km. Ook speelt men daar graag taartvluchten met jongen waar geen veer meer in zit, laat in het najaar.

Men had het over een ‘nationaal’ vliegprogramma, maar daar zit geen enkele leiding in. Daarom snel afschaffen. De nationale dagfondvlucht was belachelijk dit jaar met afdelingen die op eigen houtje besloten uit te stellen. Zo denk ik ook over de nalijn, dat is in mijn ogen concoursvervalsing. Daar zouden geen jonge duiven aan mee mogen doen.

Het abonnementsgeld voor Het Spoor der Kampioenen heb ik weer betaald, maar van de invulling ben ik steeds minder gecharmeerd. Teveel nutteloze informatie. Ik wil iets kunnen lezen en leren. Eén pagina met bestuurlijke info zou genoeg moeten zijn, alsook twee pagina’s voor alle veilingen.

Van mij mag er wekelijks een reportage in komen te staan van een programmaspeler en een langeafstandsspeler. Ook zou ik graag zien dat men enkele topspelers uit het verleden benadert die ondanks hun hoge leeftijd nog altijd duiven hebben. In foto’s van uitreikingen van een of ander rayon ben ik niet geïnteresseerd en het GPS-verhaal van M. Beekman ken ik inmiddels ook wel.

Kweekseizoen

De schotels staan in de broedhokken, zodat ze kunnen wennen aan wat komen gaat. De vliegduiven gaan regelmatig los om de spieren los te houden. De 22 kweekkoppels gaan volgende week samen, evenals de voedsters. Vervolgens is het afwachten, want elk jaar verloopt anders.

Oudere kweekduiven kunnen prima jongen geven, maar het liefst wel met een jongere partner. Ik zet slechts één koppel ieder jaar tegen elkaar en dat is het Millennium koppel.

Het komende seizoen wil ik met minder jonge en oude duiven spelen dan voorheen. Ik word er niet jonger op en bewaar graag het overzicht.

Mensen vragen mij wat ik in de nestschotel doe. Ik verpak ze in kranten en doe er een laagje stro in met wat schelpenzand.

Licht ik de jonge duiven wel bij in verband met one eye cold? Waarom niet, ik doe dat al 30 jaar. De zomerjongen die niet bijgelicht/verduisterd worden of los komen, krijgen hier soms ook one eye cold. Het is voor mij dus een fabeltje dat dit wordt veroorzaakt door bijlichten.

Er zitten 30 koppels oude vliegduiven, maar ik hoop met 30 stuks de midfond te spelen en met 20 stuks de dagfond. De rest is na enkele vluchten waarschijnlijk verwijderd. Bij de jonge duiven hoop ik er na de derde vlucht nog 80 te hebben, dat zijn er meer dan genoeg om bij te houden.

Zo’n 25 jaar terug startte ik met 18 weduwnaars, 12 kweekkoppels en 80 jonge duiven. Daarmee werden ook verschillende vluchten gewonnen. De tijden zijn wel veranderd, we verspelen nu meer duiven aan huis (roofvogels) en op de terugweg vanuit de losplaats. En natuurlijk ook aan draden, storingen, etc.

Het wordt er voor de duiven en de liefhebber niet gemakkelijker op. Afgelopen seizoen ben ik vijf topduiven kwijtgeraakt op de vluchten. Meerdere duiven kwamen terug met broek- of staartpennen eruit, die zijn dus ook gepakt onderweg maar hebben het overleefd.

Wat dat betreft moet ik Bas Verkerk gelijk geven; een kopduif vliegt alleen of in een kleine groep en wordt gemakkelijker gegrepen dan duiven die in een grote groep vliegen. Dat verklaart ook waarom een goede duif in de avond niet thuis is of überhaupt nooit meer terugkeert.

Zo dreef er een doffer van mij met een gebroken vleugel in de Seine bij Parijs. Hij had ook top gevlogen op de dagfond, inclusief 2x top 10 NPO. Zulke dingen gebeuren nu eenmaal onderweg.

Volgende week ga ik de kweekduiven koppelen, dat is toch wel de minst fijne tijd van het jaar. Voordat alles gepaard en op de juiste bak zit, heb je meestal eerst drie dagen lang vechtpartijen.

Mijn voorbereiding is al 25 jaar hetzelfde. Ruim 3 weken voor het koppelen gaan de bakken open en een week van tevoren gaat de broedschaal erin. Twee weken voor het koppelen gaan bij de doffers de lampen 12 uur per dag aan, bij de duivinnen een week later.

De kweekduiven zijn eind oktober gevaccineerd tegen paramyxo en hebben een luisdruppel en trichopil gekregen. Deze duiven worden een week voor het koppelen wat kariger gevoerd, want te vette duiven kijken niet naar elkaar om.

Vervolgens is het afwachten. De ene legt snel, de andere laat. Als alle koppels binnen 21 dagen hun tweede ei hebben, ben ik tevreden. Duivinnen lijken de helft meer mest te produceren na het leggen, dus dat betekent ook meer poetswerk.

Bij de eerste ronde zien we nog wel eens een onbevrucht ei, vooral bij jonge doffers. Bij de tweede ronde raakt er ook wel eens een eitje onbevrucht door te grote jongen die aandacht vragen van hun ouders. Ook sneuvelen er elk jaar eitjes door een late vechtpartij, of ik laat zelf een ei uit mijn handen vallen wanneer ik controleer of ze bevrucht zijn.

Daarna vallen de jongen uit. Wanneer ze een dag of 10 oud zijn wil ik ze vaak al opruimen, omdat ze er niet uit zien. Kortom, het is een vervelende periode waar ik niets mee heb. De volgende rondes lijken gemakkelijker te gaan en dan lijkt het alsof de jongen uitvallen nadat de eitjes net gelegd zijn.

In de winter ben ik een slechte liefhebber, dan doe ik alleen wat nodig is. Ik maak ze eenmaal per week schoon en verder staat alles zoveel mogelijk open. Laat ze maar kou lijden of in de tocht zitten, dan kunnen ze mooi aan hun weerstand werken. In het vliegseizoen pluk je daar de vruchten van. Wat mezelf betreft gaat het pas weer kriebelen zodra de vluchten beginnen.

De duivenwereld op zijn kop!

Er gaan geruchten dat het lidgeld omhoog gaat om dopingcontroles van te betalen en de GPS onzin te bekostigen. Of dit waar is weet ik niet, we betalen immers al 5 cent extra per duif. Zo zit er iemand in een ver land wat GPS lijntjes te trekken, maar wie daarop zit te wachten én extra voor wil dokken…?

Er is voor mij maar één lijn die een goede duif aflegt en dat is een rechte lijn huiswaarts. We hebben allemaal wel een goede duif die er altijd is en zelden afwijkt van zijn lijn, hoe de wind ook staat. Waarom moet ik interesse hebben in een duif die eerst een omweg maakt om vervolgens uren te laat op zijn hok te arriveren?

We hebben elke week te maken met kopduiven en laatkomers, zoals in elke tak van sport. Winnaars en verliezers, noem je dat. De contributie verhogen om die onzin te financieren, gaat mij iets te ver. De duivensport is al duur genoeg voor de gewone man.

Ik ben één van die liefhebbers die duiven houdt om ermee te spelen en niet om ze over te houden en naar de poelier te brengen, wat tegenwoordig de trend is. Men krijgt tegenwoordig al een reportage in de duivenkrant wanneer ze weinig duiven verliezen. Dat lijkt een kunst an sich. Er komen vast nieuwe wedstrijden straks: wie houdt de meeste duiven over?

Keer alsjeblieft terug naar de basis, onze sport is al duur genoeg en bestaat grotendeels uit gepensioneerde mensen met een beperkte beurs. Ik ken meerdere mensen die al gestopt zijn omdat ze de hobby niet meer kunnen betalen. Ging men hier maar eens over vergaderen…

Op (de) Hoogte, ik heb er tegenwoordig weinig mee en met mij meerdere. Hieronder een citaat uit de meest recente versie.

Methode Snel en GPS ringen
Zoals enkele weken geleden aangegeven hebben wij als NPO 10 sets van 10 GPS ringen aangeschaft. Met deze GPS ringen kunnen wij in 2023 een onderzoek inrichten hoe onze duiven naar huis vliegen en dat koppelen aan de weersomstandigheden van de vlucht. Enige tijd na de melding zag ik berichten voorbij komen waarvan ik dacht: dit moet geen eigen leven gaan leiden. Het ging over het met elkaar in verband brengen van het GPS project met de methode SNEL. Met name de veronderstelling dat wij met de GPS resultaten de methode SNEL gaan onderbouwen. Laat ik duidelijk zijn dat dit klinkklare ONZIN is. Er is geen enkele relatie en die komt er ook niet! Het één heeft niets met het andere te maken. Voor degenen onder u die denken: methode SNEL, waar gaat het over? Heel kort door de bocht is het de uitslag die wij nu kennen corrigeren op de invloed van de wind en de ligging. Het NPO Bestuur staat open voor nieuwe ontwikkelingen die bijdragen aan een toekomstbestendige duivensport en onderzoek hoe onze duiven naar huis vliegen past daarbij.

Reacties

Ik las o.a. de onderstaande reactie op de website van Theo Pander en sluit me daarbij aan:

Nou ik vind het geen onzin. Let maar op wanneer men met die onzin van methode SNEL verder gaat dan gaan de GPS ringen voor een deel voor de onderbouwing zorgen. Ik vind ze allebei onzin en zonde van het geld. Je maakt er een jurysport van! Ik heb al die rondjes van die domme GPS duiven gezien, ja als je maar ver genoeg omvliegt kom je vanzelf in slechte weersomstandigheden. Blijf nou in de laatste fase van deze folklore een beetje normaal doen.

Mijn gedachte

Ik noem dit het wiel opnieuw willen uitvinden in plaats van ‘nieuwe ontwikkelingen’. Het wordt een vorm van spelbederf. Laten we met zijn allen hopen dat men zich nog bezig gaat houden met het redden van de duivensport in plaats van zulke ‘vernieuwingen’.

Eerlijk spel begint mijn inziens met het beperken van het aantal in te korven prijsduiven. De getallen 150 oude en 250 jonge duiven gaan nergens over. Mijn idee: korf zoveel duiven in als je wilt, maar bij de oude duiven per vlucht maximaal 30 à 50 prijsduiven en bij de jonge duiven maximaal 60 à 80.

Barcelona

Onlangs was er op de Belgische televisie een uitzending over Barcelona, waarbij men onder andere twee van de rijkste duivenmelkers van België benaderde voor een mooi stukje over hun bedrijven en voorbereiding richting de vlucht.

Ter promotie van de duivensport was het misschien beter geweest om de sport te laten zien zoals hij daadwerkelijk is, namelijk de gewone man. Die doelgroep vertegenwoordigt nu eenmaal 99% van de liefhebbers.

Desalniettemin zaten er leerzame stukjes in, zoals de lossing van de duiven in Barcelona. Alle deuren gingen gelijktijdig hydraulisch open. Daar begint in mijn ogen eerlijk spel. Bij ons wordt alles nog met de hand geopend. Op een snelheidsvlucht ben je dus al kansloos als je aan de achterkant van de wagen zit.

Ik zie het vaak wanneer mijn buurman de duiven op 30 km lost. Als hij een mand loslaat en de volgende uit de auto pakt, zit daar amper een handvol secondes tussen. Toch zie ik het aan de aankomsten thuis, die halen elkaar niet meer in. Vandaar dat eerlijk spel in mijn ogen ook begint bij het vervoer en vooral op de snelheidsvluchten.