Voeren schijnt op veel hokken lastig te zijn, wij ontvangen nog regelmatig mails over hoe te voeren. Ik heb daarom nieuwe globale voedingsschema´s opgesteld, waarbij men zelf in moet schatten of er bij een zware vlucht meer gevoerd moet worden dan bij een lichte.

Daarbij heb je verschillende soorten duiven. Snelheidsduiven vetten bijvoorbeeld sneller aan dan allround duiven en op een verwarmd hok verbruiken duiven minder energie dan op een onverwarmd hok. Vandaar dat ze met hogere buitentemperaturen minder eten dan wanneer het koud is buiten.

Dan zijn er ook nog liefhebbers die allerlei toevoegingen geven zoals tovo en snoepzaad. Dat heeft natuurlijk ook impact op hoeveel voer je een duif geeft. Zelf doe ik dit niet.

Er valt dus niet één schema te maken dat op iedereen van toepassing is. Gebruik de voedingsschema’s daarom als richtlijn en beoordeel zelf of jouw duiven meer of minder voer nodig hebben. Dit zie en merk je vanzelf.

Ik werk zelf niet met afgewogen grammen of lepels, maar voer meer op gevoel. Onze duiven hebben in principe een soort van volle bak systeem. Hier krijgen ze jaarrond genoeg te eten, maar alles moet wel zo goed als op zijn bij de eerstvolgende voerbeurt, anders krijgen ze gewoon wat minder.

In het rui-, rust- en kweekseizoen voer ik alle duiven één keer per dag. Als er jongen liggen, vul ik de voerbakken die op de grond staan wat meer, maar ook daarvoor geldt dat zo goed als alles op moet zijn voordat er nieuw voer in gaat, anders krijgen ze gewoon wat minder. Bij dit systeem moeten er geen muizen in het hok kunnen, die worden hier buiten de hokken bestreden met lokdozen.

Mijn duiven zijn dit systeem al jaren gewend. De hokken staan dagelijks open en bij de kwekers zelfs 24/7, dus die eten zich niet moddervet. Onze vetrijke mengelingen zijn hierop aangepast, de duiven zullen nooit blauw vlees krijgen. Bij eiwitrijke mengelingen – zoals de meeste kweek- en goedkope mengelingen die vaak alleen uit erwten, maïs en tarwe bestaan – wel.

Vergeet niet dat duiven eiwitten opslaan. Als ze die niet kwijt kunnen op bijvoorbeeld zware vluchten, veranderen eiwitten in vergif voor een duif. Ik gooi zelf wel eens eiwitpoeder over het voer, maar zeker niet altijd.

In het vliegseizoen mogen ze in de ochtend goed eten, één uur later ruim ik eventuele restjes op. Dit geldt ook voor de NPO-mix die ik ’s avonds na de normale voerbeurt nog voer bij zwaardere vluchten. Ze mogen daar één uur van snoepen, daarna neem ik het restant weg. Jonge duiven krijgen in het vliegseizoen ‘s ochtends iets minder, maar in de avond volle bak.

Ik wil een heel seizoen presteren. Zou ik alleen vitesse spelen, dan ging ik wél alles afwegen en met grammen aan de slag. Hier liggen de doelen echter verderop in het seizoen, daarom mogen mijn duiven in het begin geen energie inleveren en voer ik ze ruim. Duiven op gewicht brengen in een vliegseizoen waarbij ze wekelijks de mand in gaan, valt niet mee.

Ik ben overigens niet de enige die een dergelijk systeem aanhoudt. Ik zag dit ook bij Willem de Bruijn en Bas Verkerk, ook daar zijn de voerbakken nooit leeg. Niet alle duiven zijn hier echter voor geschikt. Bepaalde rassen vetten nu eenmaal erg aan, maar die zijn hier in de loop der jaren uitgevallen tijdens de wedvluchten.

Wil je net als mij meer op open hok gaan spelen, begin daar dan na de wedvluchten mee en ga daar in het seizoen mee door. Duiven hebben geen kunstmatige warmte in het hok nodig om te presteren.

Hetzelfde geldt voor een enigszins volle bak systeem. Begin daar na de wedvluchten mee, duiven moeten hieraan wennen. Het allerbelangrijkste in dit alles is volhouden en daar gaan de meeste de fout in. Die waaien met alle winden mee zonder zich aan een vooropgesteld plan te houden.

Vragen?

Wij helpen je graag! Vul het contactformulier in, stel je vraag en wij nemen zo snel mogelijk contact met je op.

De balen erwtenstro vliegen de deur uit. Als je dus nog mooi, droog erwtenstro wilt voor het kweekseizoen, moet je snel zijn!

Morgen zijn we er van 9u tot 11u, aanstaande woensdag 25 december zijn we gesloten vanwege Kerstmis.

P.S. we hebben ook weer nieuwe tabakstelen (2,5 kg) op voorraad.

Adres: Heul 79, 4741 RB Hoeven

Ik zag op de website van A.S. het vliegprogramma voor de jonge duiven in België. Je ziet goed dat er wordt ingespeeld op massa-inkorvers. Maar wat ze in België teveel hebben, hebben wij waarschijnlijk te weinig: selectieve jonge duivenvluchten boven de 400 km.

Bezoek

Gisteren kwamen vader en zoon Verkerk op bezoek en hebben we gezellig over duiven gekletst en ze ook nog even bekeken. Bas is een man van weinig woorden, maar het leek erop dat hij de duiven hier wel kon waarderen.

Dat hun duiven gewild zijn over de hele wereld was onlangs te zien aan hun fantastische gemiddelde bij PIPA. Er zijn maar 3 van de 50 te koop gestelde duiven in Nederland gebleven.

Ze brachten nog drie mooie jonge doffers mee waaruit ik er één heb gekozen. Een halfbroer van Wonder Woman, die in 2016 1e nationaal Asduif WHZB werd. Deze doffer gaat op een dochter uit Super Rossi x Scheele 28 (volle zus Super Daisy). Haar zus – ook een zomerjong – is gekoppeld aan de zoon uit Uranus van Willem. Ik hoop dat de nakomelingen hier of bij Jan voor spektakel gaan zorgen.

Stilstand is achteruitgang, daarom ploeg ik voort en richt ik mijn blik op de toekomst. Behaalde resultaten in het verleden keren niet meer terug, het gaat om de uitdagingen die nog in het verschiet liggen.

In 2012 ontmoette ik Willem de Bruijn voor het eerst toen hij hier met Ad Schaerlaeckens duiven kwam opwachten vanuit Orléans. Meestal wordt dat een slechte vlucht, maar die keer eindigde ik met vijf duiven op teletekst. Nadien hebben we het contact onderhouden.

Willem zit niet meer op veel aanloop aan huis te wachten, dus verkoopt hij jaarlijks een ronde zomerjongen van zijn beste duiven. Hij kweekt meerdere rondes uit zijn toppers en maakt daar een selectie van die naar de verkoop in Thorn kan. Wie niet mooi genoeg is, gaat schijnbaar gewoon naar de poelier.

In mijn ogen ben je pas een waardig kampioen als anderen ook met jouw duiven presteren, en dat doet men met de duiven van Willem.

Hoe vaak heb ik de Belgen al niet heb horen roepen: “dat moeten ze hier eens komen presteren”. Nou, dat deden ze dit jaar met de 1e nationaal Limoges, 1e nationaal Argenton en 1e nationaal Châteauroux. Vorig jaar werd de 1e nationaal Châteauroux en 1e nationaal Angoulême behaald in België, de bakermat van de duivensport. Alle winnaars zijn gekweekt uit duiven van de Nederlandse Willem.

Of wat te denken van de volgende feiten:

– de 1e nationaal Angoulême gekweekt uit een duif aangekocht op de Gouden Duif 2013.

– de 1e nationaal Châteauroux 2018 gekweekt uit een duif aangekocht op de Gouden Duif 2014.

– de 1e nationaal Châteauroux 2019 gekweekt uit een duif aangekocht op de Gouden Duif 2015.

Bij de schenking ten bate van de Gouden Duif is de kans dus groot dat er weer een pareltje te koop komt. Ik zal overigens de successen op de Nederlandse hokken maar achterwege laten, die lijst is me te lang.

Verkoopkrant van De Duif

Aangezien er met deze donkere dagen weinig te beleven valt, heb ik de verkoopkrant van De Duif eens grondig doorgespit. Daarin zag ik drie toppers van Willem en dat zijn Uranus, Murphy’s Law en Aleksej. Uranus werd 2e nationaal Asduif en is dit jaar vader van de 1e nationaal Asduif.

Nu heb ik het geluk te beschikken over twee kinderen van Murphy’s Law door middel van samenkweek en één zoon die ik heb gekregen van Willem uit Uranus.

De zoon uit Murphy’s Law staat hier gekoppeld aan Athena’s Rossi, 1e provinciaal Asduif en dochter van Super Rossi. De dochter van Murphy’s Law – en dat is een plaatje – staat gekoppeld tegen Lichte Super Rossi met 3x teletekst. Van hem verwacht ik overigens spektakel op het kweekhok.

De zoon uit Uranus staat hier gekoppeld tegen een volle zus van Super Daisy met een 1e NPO Argenton op haar conto. Zij is dus een dochter uit Super Rossi x Scheele 28.

Nu is het niet mijn bedoeling om de verkoop in Thorn te promoten (die promoot zichzelf wel), maar gewoon te eren wie ere toekomt.

Zo proberen we ieder jaar te verbeteren en dat kan alleen met uitstekende duiven. Die zijn er de laatste jaren gekomen en dan denk ik ook aan de twee kinderen uit de Olympiade duif van Herman Bevers, waarvan één al vader is van een 1e provinciaal/NPO hier dit jaar.

Ook uit de doffer van Jelle Roziers (uit de 1e x 2e nationaal Asduif KBDB) zit al een topduivin. De vijf duiven uit de beste van de Gebr. Scheele hebben hier al meerdere topnazaten gegeven. Nu waren dit vorig jaar voornamelijk zomerjongen, maar ze gaven al gelijk goede nakomelingen. Vandaar ‘wat goed is komt snel’.

“Heeft u zich al opgegeven voor het nieuwe NPO bestuur? Velen van u staan te schreeuwen aan de zijlijn, dus ik denk dat het vinden van nieuwe mensen geen enkel probleem is” las ik op de website van Gert Jan Beute. En daar zit een kern van waarheid in.

Er zijn vaker mensen van de troon gestoten, maar hun opvolgers deden het niet altijd beter. Eén ding is zeker: de eventuele opvolger wacht een zware taak. Natuurlijk zette Maurice reuzenstappen terwijl hij beter met kleine stappen had kunnen beginnen, maar vaak moet er geforceerd worden om iets te bereiken. Dat dit gedoe de duivensport niet ten goede komt, is ook zeker.

Wij liefhebbers willen gelijke kansen en mooie concoursen. Ik ben tegen concoursvervalsing en dan heb ik het bijvoorbeeld over kampioenschapspunten uit zwakkere samenspelen halen voor nationale, provinciale of WHZB kampioenschappen.

Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we op de hoogste podia telkens verschillende duiven zien? Welk kampioenschap moeten we dan nog serieus nemen? Nu staan mensen met een 1e provinciaal Asduif er vaak niet eens bij. Of mensen die provinciaal niet eens bij de eerste vijf Asduiven staan, maar nationaal wel hoger staan dan de 1e provinciaal Asduif in zijn afdeling?

Sommige ‘kampioenen’ staan op terwijl ze dat helemaal niet zijn. Ik heb het in meerdere afdelingen gezien: mensen die op nationale podia hoger staan dan in hun eigen Rayon of afdeling. Of liefhebbers die door een herindeling veranderen van kampioen in krabber of andersom.

Moest ik dingen veranderen om de duivensport aantrekkelijker te maken, dan begon ik met alle kampioenschapspunten uit de afdelingen te halen en vier van de vijf dagfondvluchten seminationaal te vervliegen alsmede vier van de zeven midfondvluchten en drie jonge duivenvluchten.

We kunnen Nederland prima in vier of zes gelijke delen opdelen. Ook kunnen we daar mooie prijzen aan verbinden door bijvoorbeeld sponsoren aan te trekken, de vrachtprijs iets te verhogen of door enkele exclusieve bonnenverkopen te houden.

Verder mooie reportages van de winnaars in plaats van de enkele regeltjes die ze nu krijgen, terwijl een beste hokprestatie een halve bladzijde krijgt.

Op die elektronische veranderingen zit niemand te wachten, 80% van de liefhebbers is immers bejaard. We staan aan de afgrond en dat draai je niet meer terug, dat had 30 jaar eerder gemoeten. We kunnen er wel voor zorgen dat iedereen de komende jaren de mogelijkheid krijgt om op zijn of haar manier van deze hobby te genieten.