De eerste midfond vlucht was zoals voorspeld taai en warm. Hier dus nog vier jaarlingen achter, waarvan één knappe.

In Brabant 2000 kampten meerdere spelers met forse verliezen, sommige duiven werden zelfs in Duitsland aangemeld. Ik vermoed kruislossingen, want we zagen hier veel duiven uit meerdere richtingen overkomen toen de onze aan het vallen waren. Wanneer elke afdeling rond hetzelfde tijdstip lost, kan dat elkaar nooit raken.

Ik begon in de vereniging wel met 1-2-3 tegen 1.243 duiven en in de afdeling met de 7e tegen 15.776 duiven. De aansluiting was echter slecht, net als het prijspercentage. Kortom, er valt nog veel te verbeteren.

Afgelopen jaar heb ik zes topduiven naar de kweek verhuisd (drie van 2020, één van 2021 en twee van 2022) en dat is natuurlijk een gemis in de oude vliegploeg. Toch zal hun rol overgenomen moeten worden. Het is afwachten of dat gaat lukken.

Verkerk

Nikki won hier de 1e en is van 2023. Ze heeft hiermee haar derde 1e prijs te pakken. Haar nestligger won vorig jaar de NPO/Grand Prix vlucht, maar bleef een week later achter.

Nikki komt uit een zoon van Bulls Eye x Nikki Bas Verkerk (1e NPO Brive x 2e NPO Brive) x een kleindochter van Rocketeer die hier ook top 10 NPO won.

Bij Jan Timmermans in Friesland werd de 7e in de afdeling gewonnen met een halve van Bas Verkerk uit een zoon van New Olympic Solange.

Beide Verkerkjes zaten hier een jaar in bruikleen (aangekocht door mijn Chinese vriend Lin Tao).

Dat Bas over zeer goede duiven beschikt zagen we ook aan zijn overwinning in Afdeling 5. Vroeger deden ze het beter op de dagfond, maar inmiddels heeft hij zijn grenzen ook naar het kortere spel en de jonge duiven verlegd.

Lin Tao bestelt daar elk jaar enkele van zijn beste koppels en ik mag daar zo nu en dan dankbaar gebruik van maken. Hoe mooi kan het zijn.

Vanochtend heb ik alle jonge duiven in de mand gestopt, inclusief degene die begin april werden gespeend. Alle nog aanwezige jongen werden voor de chiplijst genoteerd.

Aangezien ze toch al in de mand zaten, heb ik ze ook gelijk voor de eerste keer op 5 km gelost. Echt goed was het niet buiten, Afdeling 5 was zelfs al teruggekeerd naar Bierges.

Ik heb ze mand voor mand gelost, maar de zwerm bleef op elkaar wachten. Ze gingen erg hoog de lucht in en keerden pas na 35 minuten terug. Toen ze eenmaal arriveerden, zat alles wel binnen 2 minuten in het hok. Dat zie ik graag.

De toon is dus gezet. Aanstaande vrijdag krijgen de jonge duiven hun tweede les.

Oude duiven

Morgenavond zetten we in voor Melun (352 km) en dat kan met de voorspelde kopwind zomaar 5 uur vliegen worden. Zoals gezegd wordt dan pas duidelijk hoe het erbij staat en met welke hokken we de komende weken rekening moeten houden.

Ook wordt duidelijkheid of er aan de duiven gesleuteld moet worden of niet. De wachtkamer bij de duivenarts zal maandag ongetwijfeld voller zitten dan in de weken hiervoor.

Na Melun stopt hier de verduistering en kunnen ze proberen de juiste conditie te krijgen.

Afgelopen zaterdag weer een waaivlucht met een hoge snelheid op een korte afstand. Het is moeilijk voor de duiven om daarop te anticiperen. Hier kwam alles dan ook uit de achtergrond. Ze hebben dus niet goed opgelet, meer kan ik er niet van maken.

Voor aankomende zaterdag staat Melun op het programma, dan begint het er qua kilometers op te lijken. Men voorspelt een kopwind, dan zien we snel of ze in orde zijn of niet.

Na Melun stopt hier de verduistering bij de oude duiven en kan het spel op de wagen. Ik ga dan ook starten met de Octavit en het vetter maken van de mengeling door er extra NPO-mix aan toe te voegen.

Jonge duiven

Bij de jonge duiven had ik er plots vijf met herpesachtige klachten. De dierenarts adviseerde om ze in te spuiten, maar verwijderen leek mij een betere optie. Enkele jonge duiven met medicatie omhoog houden is tenslotte niet aan mij besteed.

Inmiddels lijkt alles weer in orde te zijn en ben ik gestart met de jongen te leren vliegen. Ik heb een bamboestok van een meter en wijs de jongen daarmee de weg naar waar ik ze hebben wil, in dit geval dus naar buiten.

‘s Ochtends jaag ik ze eerst naar buiten en dan sluit ik het hok, zodat ze niet terug binnen kunnen. Vervolgens ga ik er met de vlag onder, zodat ze de lucht in moeten. Ze mogen het eerste uur het hok niet in, daarna kunnen ze de rest van de dag weer in en uit lopen.

Dit hou ik tot half mei vol en dan gaan ze de mand in voor hun eerste training van 5 km. Dit wordt telkens een stukje verder, waarbij ik niet echt naar het weer kijk. Enkel bij hevige regen leer ik ze niet op. Ze worden om te beginnen gelost in groepen van 14 stuks.

Ik zag dat de tussenstanden werden aangepast bij de nationale kampioenschappen. De Grootmeesters met enkele duiven mee stonden bovenaan.

We zijn met zijn allen steeds meer duiven gaan houden, dat staat vast. In afdelingen zoals Zuid-Holland zag je dit al langer, daar speelde zelfs een jeugdlid met meer dan 100 duiven. In Brabant 2000 zagen we dit nog niet eerder.

Inmiddels zitten er enkele, waarvan één iets door lijkt te slaan: 150 duiven voor prijs en nog eens 150 als invliegduif. Daarbij nog hetzelfde aantal aan overnachtduiven op een andere naam, alsook in combinatie met een ander lid. Schijnbaar vliegen er ook voldoende jongen om het doel van 250 prijsjongen zeker te kunnen halen.

In principe doet de beste man niets fout, natuurlijk. Hij houdt zich netjes aan de regels. De waanzin ligt bij de bedenker van een inkorfbeperking van 150 oude en 250 jonge duiven. Dat slaat nergens op. Mede hierdoor verandert de duivensport van een volkshobby in een elitaire bedoening.

In Op (de) Hoogte zag ik dat wij in rayon 2 van Brabant 2000 zowat de meeste leden van alle spelgebieden hebben. Dit heeft voordelen, maar ook nadelen, bijvoorbeeld wanneer daar de punten uit gehaald zouden worden voor nationale kampioenschappen.

Rayon 1 bijvoorbeeld heeft iets meer dan de helft van ons ledenaantal met volgens mij veel meer overnachtspelers. Voor de sterspeler aldaar lijkt het me dan makkelijker nationaal kampioen worden.

In elk rayon zitten enkele leden die er bovenuit springen, zoals in Gouwe & IJssel met de twee mannen uit Reeuwijk. In Drechtsteden bijvoorbeeld is er niets te doen aan Van de Merwe, en zo zijn er overal wel hokken die geen concurrentie lijken te hebben.

Die nationale kampioenschappen worden dus zeker niet behaald in de sterkste spelgebieden, maar in de gebieden waar de minste tegenstand zit.

In de tussenstanden nationale kampioenschappen vitesse op Compuclub staat bijvoorbeeld niet één lid van Brabant 2000, zowel aan- als onaangewezen of duifkampioen. Een mooi voorbeeld van dat het systeem niet deugt.

Het lijkt me toch niet de bedoeling dat in de winter de nationale kampioenen uit slechts enkele afdelingen komen, er zitten namelijk overal goede duiven.

Wat ik al jaren aangeef: haal de punten gewoon uit de afdelingen, dan komt de ware kampioen naar voren. Helaas wil men daar niet aan. Tot die tijd valt in mijn ogen niets serieus te nemen.

We gaan de duiven maar weer klaarstomen voor alweer een waaivluchtje. Erg vaste duiven hebben we op dit moment nog niet, elke week zijn het wel andere.