Veel mensen die hier kwamen waren verbaasd over de zachtheid van de pluim van onze duiven. Ik hou van goed gepluimde duiven en zeker niet van duiven met een droge pluim. Dit is zelfs één van de vereisten waarop ik selecteer.

Mijn duiven krijgen 365 dagen per jaar een eetlepel Origanum Red op 1 kg voer en 2x per week een schep Prestavit. Dit zorgt voor die zachtheid van de pluim, samen met onze veelzijdige voeding. Met een te arme ruimengeling ga je dit zeker niet bereiken. De Origanum Red draagt tevens bij aan een gezonde darmflora, wat je terugziet aan de vaste mestbolletjes.

Kweekduiven

De kweekduiven kregen voor het laatst in maart vier dagen B.S. en hebben na hun derde ronde niets meer gekregen. Ik was dus wel benieuwd hoe het erbij stond en ging afgelopen week op controle. Ze mankeerden niets en zijn dus klaar voor een nieuw kweekseizoen.

Dit jaar koppel ik de 24 kweekkoppels begin december. In voorgaande jaren deed ik dit op 26 november, maar je hebt altijd van die vroege leggers, vandaar ditmaal een week later.

De kwekers brengen zelf hun eerste ronde groot, de tweede leg probeer ik de vliegers op te laten brengen. De kwekers worden vervolgens opnieuw gekoppeld en brengen nog een ronde groot. Veelvuldig verleggen doe ik niet meer, vandaar ook geen voedsterduiven meer.

Ik denk dat de jongen kwalitatief beter zijn wanneer ze die zelf grootbrengen. Het is ook beter voor de kweekduivinnen, want die gaan zo langer mee.

Ik kweek geen grote aantallen jongen meer, alleen nog uit duiven die het in zich hebben om in het grootste verband vroeg te vliegen. Hoe meer je er kweekt, hoe meer je er verspeelt. Beter lijkt het me dus om minder duiven op de hokken te houden, dan verspeel je er ook minder.

Zo had ik tien kweekboxen waarin de duiven elkaar van alle kanten konden zien. Dit zijn er nu nog maar vier voor de testduiven van mijn Chinese vriend.

De eigen kwekers zitten nu gewoon in één van de twee kweekhokken van twaalf bakken. Zij moeten vrij in en uit kunnen bewegen, vind ik. Zo zitten de duiven hier 95% van de dag en soms ook ‘s nachts in de buitenren, terwijl ze ook gewoon naar binnen kunnen. Kennelijk zitten ze dus graag buiten.

Vliegduiven

Het raam van het vlieghok staat ook dag en nacht open. Je moet je duiven nu afharden, daar pluk je in het voorjaar de vruchten van. Het fijnstof kan zo ook gemakkelijker het hok verlaten door de tocht die ontstaat. Duiven zijn tenslotte geen watjes, dat maken we er zelf van.

Dit jaar heb ik minder streng geselecteerd dan normaal, want het was een bijzonder gemakkelijk seizoen met meestal de wind uit het westzuidwesten. Om die reden heb ik ook bijna alle oude duiven van het vlieghok genomen en daar meer jaarlingen dan anders voor teruggeplaatst.

Voor het vliegen begint zie ik wel wie een chipring om krijgt en wie niet. Ik verwijder duiven gewoon tijdens het vliegseizoen, daar heb ik nooit naar gekeken.

Vroeger had ik 18 weduwnaars en na enkele vluchten waren er nog maar zes over, die zich wél alle zes regelmatig per honderdtal klasseerden. Ik geloof daarom niet in ‘sfeer uit het hok halen’. Van slechte duiven kan je maar beter zo snel mogelijk af zijn, de betere die overblijven zullen zo sneller hun topconditie vinden.

In het totale weduwschapsspel blijven er altijd wel duiven weg, waarbij de vrijgekomen duif een nieuwe partner moet zoeken met vaak goede resultaten als gevolg.

De kweekduiven zijn ver klaar met de rui en de verduisterde duiven – jong en oud – zijn inmiddels behoorlijk kaal. Zoals vaker geschreven ruien duiven vanzelf, daar hebben ze geen gerst, karnemelk, thee of lichte kost voor nodig.

Hier krijgen alle duiven het gehele jaar hetzelfde te eten (80% Championsmix + 20% NPO-mix). Het kost ze veel energie om een volledig verenpak te vernieuwen, daarom begrijp ik de mensen niet die juist nu overstappen op lichte kost.

Duiven vetten niet aan wanneer ze ruien, tenzij je volle bak geeft, maar dat doe ik dus niet. Ik hou gewoon 20 à 30 gram per duif aan, inclusief de Champions Mineralenmix die dagelijks over het voer gaat.

Ze komen nu niet los, dat gebeurt pas weer zodra de meeste pluimen zijn vervangen. Tot aan het kweekseizoen worden de duiven overigens maar één keer per dag gevoerd.

De kweekduiven zijn zoals gezegd wat verder gevorderd en krijgen daarom iets minder voer nu, ca. 20 gram per duif. Verder eenmaal per week een bad en daar gaat Stop Bad van Schroeder in, om het eventuele ongedierte te bestrijden. De eerste keer trappelen ze daar wat van, maar als je het wekelijks volhoudt neemt dit af.

De kweekduiven gaan begin december bij elkaar. Daar staan de bakken dus al open, zodat ze de juiste kunnen vinden. Ik heb liever dat ze dit nu uitvechten dan straks wanneer er eitjes liggen. Tenslotte worden zij 5 weken voor de koppeldatum nog gevaccineerd tegen paramyxo (met Colombovac).

Hun jongen krijgen een week na het spenen Rota-PMV en dat is hun enige enting. Later volgt nog een pokkenenting met het kwastje (dit gebeurt slechts één keer in hun leven) en 4 weken voordat de wedstrijden beginnen een dode enting tegen paratyfus. Zo gaat het hier al jaren.

Mijn duiven beginnen altijd in een nieuw pak aan het vliegseizoen. Zelden staan er na januari nog oude pennen, terwijl er ook duiven waren die half september nog geen pen hadden gegooid.

2024 was voor mij een raar seizoen. Bij de oude duiven ging het wel naar mijn zin, maar bij de jonge duiven niet, ondanks dat ze nog 13x top 10 in de afdeling wonnen. Veelal de wind vanachter of een stevige westenwind en dat kost hier nogal wat duiven.

De gebr. van Belzen keerden na 25 jaar terug in de sport en beleefden meteen een topjaar. Zij zitten met een westenwind ook een stuk gunstiger dan mij. Ze teisterden het jonge duivenspel en de natour in Zeeland en behaalden zo ook de 2e nationaal Asduif bij de PIPA Rankings.

Ze deden dit hoofdzakelijk met Embregts-Theunis duiven en een beetje van mijn begeleiding. Ik moet wel zeggen dat hun inzet formidabel is en dat ik hoop dat ze dit vol kunnen houden. Aan de top geraken is immers makkelijker dan daar blijven.

Tal van liefhebbers in Nederland en België wonnen weer top 10 in hun afdeling. Verschillende daarvan wonnen zelfs de 1e met duiven waarin onze soort verweven is. Mijn Chinese vriend doet het ook goed op de one loftraces aldaar en is erg tevreden over onze duiven.

In het seizoen wisselen geluk en pech elkaar geregeld af. Zo stond ik bij de oude duiven lang als 3e nationaal Asduif geklasseerd, tot ze enkele weken wegbleef, maar uiteindelijk wel weer terugkwam. Bij de jonge duiven stond ik ook 3e nationaal Asduif, maar ook die bleef weg met nog twee vluchten te gaan. Helaas keerde deze duif niet meer terug.

Zo had ik met de jonge duiven van NPO/Grand Prix Châteaudun de eerste acht, maar tijdens het afslaan verliep de klok plots 20 seconden, wat volgens de uitlezingen gebeurde toen men de atoomklok eraan hing. Als bonus kreeg ik er nog 10 seconden extra straftijd bij, maar gelukkig konden ze me niet van de overwinning afhouden. Ik had er alsnog acht bij de eerste tien, maar niet meer als reeks.

Ik heb in mijn leven vaker de eerste 5 à 7 gewonnen, zelfs 1 t/m 10 en in 2017 eens 3 t/m 16 tegen meer dan 11.000 duiven. Na zo’n kettinguitslag wordt er altijd geroddeld, vooral door mensen in je eigen spelgebied waar je het niet direct van verwacht.

Neem van mij aan dat wanneer ik écht wist hoe je dit voor elkaar kon krijgen, ik elke week hetzelfde zou doen. Daarbij zal ik onze goede naam, die over een duur van 30+ jaar is opgebouwd, nooit te grabbel gooien aan verboden middelen, fraude of iets dergelijks. De enige verklaring die ik heb is dat op zo’n vlucht echt álles meezit.

Gaat het hier ondanks de tomeloze inzet een weekend wat minder, dan zet ik mezelf daarna nóg meer in wat verzorgen betreft. Misschien dat die roddelende personen daar een voorbeeld aan kunnen nemen.

In de jaren ’90 speelden we hier om flink wat geld. Ik selecteerde dan ook alleen per honderdtal en soms per duizendtal. Als we nu alleen de duiven moeten doorhouden die enkele keren per jaar per duizendtal winnen, kunnen we de hokken wel afbreken.

Ook nu nog zie ik graag dat ze minimaal 1x per honderdtal spelen en ook dan hoef je er niet veel door te houden. In afdelingen waar weinig duiven weggaan valt het niet mee om per honderdtal te spelen. In afdelingen waar veel duiven weggaan, omdat er ook overnachtspelers en megahokken tussen zitten, wordt het al iets makkelijker.

De echte favorieten bij de jonge duiven winnen hier 2x per honderdtal en sommige zelfs 3x. Kijkt men bij de prestaties van de nationale Asduiven jong, dan zie je wat ik bedoel met per honderdtal winnen.

Op die duiven moet je zien voort te borduren, want zij hebben het in zich om als jaarling ook aan kop te vliegen. Dit kopvliegen is het enige wat mij nog interesseert. Kampioenschappen heb ik al genoeg gewonnen. Hetzelfde geldt voor afdelingsoverwinningen met jong en oud.

De meeste van die oude afdelingswinnaars behaalden hier als jong trouwens al enkele prijzen per honderdtal. Anderzijds zie je ook dat duiven die tal van prijzen 1:10 behalen, maar dat niet per honderdtal kunnen, vaak in de middenmoot blijven staan.

Verjonging

Voor volgend jaar zitten er 60 oude duiven gereed om mee te spelen, waarvan acht van twee jaar en de rest jaarling. Van die 60 hebben er 34 al eens per honderdtal gewonnen. De overige 26 zijn in mijn ogen dus bakkenvullers, waarvan er hopelijk nog een paar doorbreken op de dagfond.

De volledige kweekploeg is verjongd met de beste overblijvers van de vlieghokken van 2020, 2021 en 2022, aangevuld met de mooist gekweekte zomerjongen van de laatste 4 jaar. De oudste kweekduif nu is van 2020. Kortom, op zowel het vlieg- als kweekhok een jonge ploeg.

Versterking

We kochten afgelopen jaar twee mooie jonge Belgen uit nationale 1e prijswinnaars. Gekoppeld aan mijn beste kweekdoffers kwam daar vooralsnog niet één bruikbaar jong uit. Zo moeilijk kan het dus zijn. Plus van je eigen kwekers heb je dat jaar natuurlijk ook niets.

Van de door mijn Chinese vriend gekochte Verkerk duiven wordt maar één jaar gekweekt, voordat ze naar China gaan. Een zoon uit Olympic Fire Eyes gaf dit jaar gekoppeld aan een hele goede kweekduivin twee top 10 NPO-winnaars, waarvan één helaas werd verspeeld.

Ook de ene Verkerk van vorig jaar uit Bulls Eye x Nikki gaf twee top 10 NPO-winnaars, waarvan één in het eerste jaar zelfs een 1e NPO won. Ook die verloor ik daarna. Goede duiven lijken toch wat sneller weg te blijven wanneer bijvoorbeeld het weer flink tegenzit. De rotzooi daarentegen vindt haast altijd zijn weg naar huis.

Nu zitten er een zoon en dochter van Ponto, die inmiddels vader is van één 2e en twee 1e nationale Asduiven bij Verkerk. Ook zit er een zoon van Maradonna x Flying Wonder en een dochter van Flying Dutchman. Dit zijn zomerjongen. Als daar het eerste jaar gelijk goede uit komen, worden dat vaak topkwekers. Ik zag dit ook bij Dragon Rocket, die gaf als zomerjong meteen top 10 NPO-winnaars.

Genen

Het zit ‘m in de genen, dat is gewoon een feit. Dragon Rocket bijvoorbeeld zag er als zomerjong doodnormaal uit, daarvan gaan er dertien in een dozijn. Dit geldt overigens ook voor de Verkerk duifjes.

Vandaar dat ik geen enkel geloof heb in duivenkeurders. Als zij daadwerkelijk overal de beste duiven uit kunnen halen, moeten ze zelf vele malen beter spelen. Ook bij Bas heb ik meermaals duiven in de hand gehad die lichtjes openstonden, en wat bouw betreft heeft hij ze van alle soorten en maten bij zijn beste duiven zitten.

Kortom, er is maar één selecteur en dat is de verzendmand. Stop ze daar als jong en jaarling zo vaak mogelijk in en de beste blijven over.

Zo zijn overigens niet alle prestatieduiven automatisch goede kwekers, dat maakt het zo lastig. Ik heb net zoveel onbevlogen zomerjongen gehad die even goed kweekte. Zelfs twee zomerjongen op elkaar heeft hier meermaals topduiven opgeleverd.

Vitesse

Zelf wil ik alle vluchten spelen, maar mijn voorkeur gaat uit naar de midfond, dagfond en het jonge duivenspel vanaf 300 km. Daaronder speelt de wind en hoe de duiven in de wagen zijn geladen een te grote rol.

Zo hadden wij vroeger twee verenigingen in Hoeven en meerdere in St. Willebrord. De ene vereniging speelde alles op één hoop, terwijl de andere er niet aan te pas kwam. Let wel, de concurrerende leden woonden bij elkaar in de straat. De week erop was het vaak andersom.

Dus ja, hoe staat de wagen bij het lossen? Gaat de ene kant gelijk op huis aan en vliegt de andere kant eerst nog een paar 100 meter de verkeerde richting op? Op de snelheidsvluchten ben je dan gezien.

Daarnaast worden de kopprijzen onder de 300 km bij jong en oud vaak behaald door liefhebbers die alle dagen op pad gaan met hun duiven. Sommige hebben zelfs mensen in dienst genomen om ze minstens 4x per week 80 km weg te brengen.

Richting de winter beginnen alle veilingen weer. Sommige liefhebbers verkopen ‘totaal’, om enkele jaren later weer honderden duiven te hebben. Andere kochten jongen uit wat bekende duiven en willen daar nu een slaatje uit slaan door overal verkopingen te houden.

Zelf ben ik erg kritisch op de eigen duiven en geloof ik niet zomaar in een goede duif. Ik volg dan ook al jaren de totale verkopen van bekende Nederlandse en Belgische hokken, en wat vallen me die vaak tegen.

Zo zijn er maar weinig hokken met 1e prijswinnaars in het spel dat volgt op het verenigingsspel. Ik ben natuurlijk niet geïnteresseerd in verenigingswinnaars tegen een paar honderd duiven. Teksten als: “Bij ons is de concurrentie moordend”, lap ik aan mijn laars.

Er staan ook weinig top 10 NPO of top 25 nationale winnaars tussen die verkopingen. Zo zag ik de laatste jaren totale verkopingen passeren van 500 duiven, waartussen nog geen 50 prestatieduiven zaten. Alleen maar ‘kind van’ of ‘broer, zus, neef of nicht van’.

Om nog maar te zwijgen van nationale Asduiven, maar wat hebben die eigenlijk nog voor glans? Bij ons halen ze de punten uit de vier rayons. De 1e Asduif in het ene rayon komt in het andere niet eens bij de eerste 50 terecht. Hetzelfde geldt voor de hokkampioenschappen.

Nee, die hebben ze helaas allemaal verpest. Haal de punten van de nationale kampioenschappen toch gewoon uit de afdelingen. Het van iedereen een kampioen willen maken leidt er alleen maar toe dat je de mensen die versterking zoeken zand in de ogen strooit.

De enige nog juiste kampioenschappen lijken mij die van De Duif (al zou men die ook automatisch moeten laten berekenen bij Compuclub) en de Eendaagse Fondspiegel, maar die staat jammer genoeg ook op het punt te verdwijnen.

Het IWB heeft ons verder weinig gebracht, we verliezen volgens mij alleen maar meer duiven. Hetzelfde kan je zeggen van het nationale vliegprogramma. Nederland is simpelweg te diep om alle duiven in dezelfde omstandigheden te laten vliegen.

Pak de dingen aan waar het om draait. Er zijn niet zoveel megahokken, maar die zorgen er wel voor dat veel leden er de brui aan geven. Men heeft dit wel op de agenda staan, maar of er wat mee gedaan wordt? Of komt men net als de vorige keer met een wassen neus (150 oude + 250 jonge duiven)?

Zo lost men ook ieder jaar op de eerste vluchten de oude en jonge duiven tezamen. De oude duiven trekken de klad jongen volledig uiteen, met flinke verliezen als gevolg. Toch blijft men hiermee doorgaan, want ja, kostenbesparend. Vervolgens moet men toezien hoe er elke week steeds minder jongen worden vervoerd. Mijn idee: stop die oude duiven desnoods in aparte manden en los ze 15 minuten eerder, dan is dit probleem alvast opgelost.