14 nov Goede lijnen
Goede duiven maken het verschil. Je kan nog zo goed je best doen met verzorgen, trainen etc., maar zonder goede duiven is al die moeite eigenlijk voor niets. Anderzijds kan je een hok vol topduiven hebben, die er zonder goede verzorging en begeleiding ook niets van zullen bakken.
Zelf ben ik geen liefhebber van veel duiven. Ik start weliswaar met 60 vliegduiven, maar dat aantal neemt wekelijks snel af. Bij de jonge duiven wil ik met maximaal 100 stuks aan de start verschijnen. Ruim een derde valt daarvoor al af, daarom moet ik er zeker 150 tot 160 kweken.
Ik heb 24 kweekkoppels en 6 zomerjongkoppels die op de kweek worden getest. Er zitten ook 10 voedsterkoppels, die na het kweekseizoen weer verdwijnen.
Van de vliegduiven kweek ik eigenlijk nooit, die zitten hier om te vliegen. Sommige daarvan worden natuurlijk wel de toekomstige kwekers. De kweekduiven zijn hier bedoeld om uit te kweken, daarom bestaan de kweekhokken louter uit bewezen topduiven en zomerjongen van de beste kweekkoppels.
Voor eigen gebruik zet ik zelden twee bewezen vliegers tegen elkaar. Meestal een topvlieger tegen een goede kweekduif die nooit heeft gevlogen. Twee duiven tegen elkaar die beide nooit hebben gevlogen, gaf hier geregeld succes. Het Millennium koppel is daar een voorbeeld van, al komen die zelf natuurlijk wel uit topduiven.
Kweken is en blijft lastig. Hier is alles in verdere generaties aan elkaar gelinkt, vaak komt daar de lijn van Witbuik en Rocket samen. Natuurlijk vind je hier en daar ook een aangeschafte duif in de stamboom. In mijn gehele kweekbestand zitten nu nog maar drie duiven van andere hokken en drie samenkwekers.
Er werden dit jaar nog vijf late jongen aangeschaft, maar die worden eerst bij Jan in Friesland getest. Als het daar niets is, komen ze niet naar mij. Sommige die ‘redelijke’ duiven voortbrachten, blijven ook daar. Ik haal dan liever een bewezen kind terug dat 50% eigen lijn is.
Zoals men weet, compenseer ik niet en kijk ik ook niet naar de bouw. Een duif mag van mij best een beetje open staan. Een zachte pluim vind ik wel belangrijk. Extreem grote of kleine duiven vind je hier niet, die zijn in de loop der jaren op de vluchten uitgeselecteerd.
Resultaten
Dit jaar heb ik mijn vooraf gestelde doelen behaald. In Brabant 2000 werd namelijk 4x met een 1e prijs begonnen. Verder speelde ik 48x top 10 en won ik een sectorvlucht en een Grand Prix vlucht (daarop zelfs de 1e t/m 7e prijs).
Ook werd ik onder meer 1e Gouden afdelingskampioen, 1e Gouden Crack, 1e provinciaal Asduif, 1e nationaal Asduif WHZB, 1e nationaal Asduif World Best Pigeon, 2e Olympiade duif en 1e nationaal hokkampioen dagfond in de Fondspiegel.
Systeem
Iedereen weet inmiddels wel dat ik een simpel systeem hanteer. Al mijn duiven krijgen dagelijks 80% Championsmix + 20% NPO-mix met daaroverheen Origanum Red en Champions Mineralenmix. Hieraan voeg ik tweemaal per week nog wat Prestavit toe.
De duiven worden eens per 6 weken onderzocht. Als ze niets mankeren, doe ik ook niets.
Het trainen van de vliegduiven gebeurt eenmaal daags. De doffers krijgen een vrije training, de duivinnen een verplichte. Verder gaan ze gewoon alle weken de mand in en zo blijven alleen de beste over.
Duiven die iets komen te mankeren, vertrekken. De selectie op gezondheid vindt het gehele jaar plaats. Hier vind je dus geen bakjes waar zieke duiven in zitten om te herstellen. Tenslotte 12 maanden per jaar zoveel mogelijk open hok en volop zuurstof.
Ik geloof niet snel in goede duiven, hier moeten ze eerst iets unieks bewijzen op het kweek- en/of vlieghok. In allerlei theorieën over hoe de perfecte duif eruit moet zien, geloof ik al helemaal niet. Mensen die er verstand van denken te hebben, hmm… Ik moet de eerste nog tegenkomen die een slechte duif van een goede kan onderscheiden. Dat zou namelijk betekenen dat op zijn hok alleen maar goede zitten. En niet meer dan een handjevol, natuurlijk.
Doordat het jonge duivenspel steeds slapper wordt qua afstanden, selecteer ik die duiven niet langer enkel en alleen op prestaties. Bij de jaarlingen gebeurt dat nog wel.
Brabant 2000
Binnen Brabant 2000 heeft nog niemand zich aangemeld voor het bestuur. De vorige leden hadden hun organisatorische taken goed in de vingers, dat heb ik wel vaker gezegd. Het ging pas mis toen ze zich met de vluchten gingen bemoeien. Daar hadden ze wat minder verstand van, is gebleken.
Een goed bestuur moet zich eigenlijk niet laten afleiden door sociale media, vind ik. Hoe meer mensen zich ergens mee gaan bemoeien, des te groter de puinhoop meestal wordt.