De NPO heeft de gehele dagfond op voorhand afgeblazen. Als het in hun ogen code rood is, dan moeten ze eigenlijk ook de vitesse afgelasten, vind ik.

Natuurlijk hou ik zelf ook de diverse weersites in de gaten. Gisteren werden er voor dit weekend nog voldoende lossingsmogelijkheden voorspeld. Vandaag lijkt het inderdaad niet te gaan, maar dat kan morgen weer totaal anders zijn.

Waar is de tijd gebleven dat men hoe dan ook naar de losplaats reed. Bleek daar uiteindelijk geen mogelijkheid te zijn, dan kwam men terug of werd er op maandag gelost. Meermaals heb ik op maandagmiddag vrij moeten nemen om nationaal Orléans te klokken.

De Belgen hebben gisteravond dan ook gewoon ingekorfd voor Limoges, die hanteren een andere weersite dan wij Nederlanders. Vooralsnog lijkt men in België gelijk te krijgen. De andere vluchten daar gaan ook gewoon door.

Ik schreef al vaker dat we niet per se gebaat zijn bij een nationaal vliegprogramma. Elke afdeling kan maar beter zijn eigen beslissingen nemen.

Dit weekend spelen wij Morlincourt, dat wordt dus waarschijnlijk zondag lossen. Die losplaats is echter van de Belgen, dus moeten wij uitwijken naar Niergnies, vrees ik. Dat wil zeggen twee nachten mand voor 185 km.

Gelukkig is er ook goed nieuws; de NPO wil de vlucht op 10 augustus inhalen. We hoeven onze duiven dus nog maar 10 weekjes in orde zien te houden… Dit weekend zouden er in Brabant 2000 zo’n 4.000 duiven zijn weggegaan, in week 32 waarschijnlijk een tiende daarvan.

Ik houd mijn hart al vast voor het jonge duivenseizoen. Ergens in juli/augustus zitten we in de warmte en dan moeten ook die vluchten eraan geloven, vrees ik.

Ik krijg regelmatig de vraag of ik tot nu toe tevreden ben.

We hebben zeven klokvluchten gehad. In de vereniging won ik 6x de 1e tegen gemiddeld 1.100 duiven, in het samenspel 3x de 1e tegen gemiddeld 2.600 duiven en in het rayon 2x de 1e tegen gemiddeld 4.000 duiven. Daarnaast 2x top 10 Brabant 2000.

Tevreden ben ik nooit, dat hoef je me eigenlijk niet eens te vragen. Beter was het dat de vraagstellers hun eigen prestaties ook eens voor het voetlicht brachten.

De jonge duiven hebben hun chipring om gekregen en een paratyfusenting gehad. Ik sla die nooit over, maar iedereen moet zelf weten wat hij doet. Ze zijn nu zo’n 10x op pad geweest. Zoals gezegd, mocht er nog onheil komen zoals adeno of een hittegolf, dan hebben ze hier alvast voldoende ervaring opgedaan.

Of ik die ook ontsmet na de vlucht? Ja, wat dacht je dan. Ik wil een heel seizoen top spelen met de jongen en niet een paar vluchten. Ik ben de laatste die mensen overtuigt om helemaal niets te doen. Ik geloof daar namelijk niet in. Liefhebbers die dat verkondigen zijn vaak alleen bezig hun duiven aan de man te brengen. Die zijn zogezegd oersterk en hebben niets nodig.

Bij de oude duiven is het snel weer inkorven geblazen. Er gaan deze week 14 duiven naar de dagfond. Wij hebben zes dagfond vluchten, dus ik ga niet meteen alles op de eerste vlucht riskeren.

Het seizoen is nog lang en laat de jaarlingen eerst maar eens goed in orde komen. Er is een groot verschil tussen duiven die het kunnen en duiven die het niet kunnen. Duiven die het wel kunnen maar nog niet top zijn, zullen je ook op de dagfond niet verrassen.

Duiven die top zijn op vluchten van 450 km kunnen op dagfond vluchten van amper 100 km verder plots door de mand vallen. Die kaap van 500 km is toch een hele andere discipline.

Zo is iedereen hier in Brabant 2000 al heel wat jaarlingen kwijt. Ik schreef daar deze winter al over. Het niet verder kunnen spelen dan 350 km bij de jonge duiven breekt onze jaarlingen nu op.

Zaterdag de eerste dagfond vlucht, die op ons vliegprogramma wordt aangeduid als een Brabant 2000 concours, oftewel een NPO-vlucht. Ik geef er 14 mee.

De duiven verkeren nog niet in topconditie. Ik won op één vlucht na weliswaar elke week de 1e prijs in de vereniging tegen gemiddeld 1.000 duiven, maar één vroege duif zegt niets over de conditie van het hele team.

De rest van de vliegploeg – die al flink is uitgedund door selectie en verliezen – gaat mee op Morlincourt, een vitesse loopje.

Het seizoen is nog lang genoeg. Het weer slaat heus een keer om en dan kunnen de duiven alsnog in conditie geraken. Natuurlijk kan je ook naar de dierenarts gaan, dat deed ik ook ter controle, maar zolang ze niets mankeren is elke blinde kuur funest.

Jonge duiven

Met de jonge duiven gaat het goed, ook die moeten elke keer voor de buien worden weggebracht. Er gaan geen dagen voorbij zonder neerslag. Hebben de jongen het een keer moeilijk, dan moeten ze haast altijd in de regen huiswaarts keren.

Vanmorgen werden ze ook weer weggebracht en kwamen ze wederom in kleine groepjes thuis, vele ook één voor één. Ik vind dat niet erg, ze moeten zich namelijk leren oriënteren. Als het elke keer gemakkelijk gaat, dan leren ze niets.

In België werden afgelopen weekend veel jongen verspeeld. Ik schreef al vaker dat men de plank finaal heeft misgeslagen met de afstandsbeperking voor jonge duiven. Die raak je namelijk alleen aan het begin van het seizoen kwijt. Datzelfde geldt voor jaarlingen die als jong te weinig ervaring hebben kunnen opdoen.

Of je nu in mei begint zoals de Belgen of in juli zoals de Hollanders; de verliezen aan het begin blijven gelijk. Verder in het seizoen verlies je amper nog duiven. Men weet dat inmiddels, zou je denken, maar dingen terugdraaien lijkt moeilijk. Eind juni starten tot de derde week van september plus drie 450+ km vluchten, dat is de enige juiste opleiding.

Dat pamperen van jonge duiven wat we de afgelopen jaren hebben gedaan, lijkt mij niet de juiste weg. Zeker niet wanneer we straks in grotere sectoren gaan spelen met een breder spelgebied.

Zo begin ik me ook te ergeren aan de vraag: “Of ze allemaal wel thuis zijn?”. Blijkbaar is dat ook een vorm van spelvreugde geworden; zien we ze allemaal thuis heeft. Het is in mijn ogen gewoon een afvalrace van begin tot eind. Start je met 100 jongen en je verliest er niet één, dan kamp je weer met een overbevolkingsprobleem.

Hoe arrogant het ook klinkt, mijn interesse is het eerste blad van de uitslag, de rest acht ik bijzaak. En dan het liefst duiven die zich per honderdtal kunnen klasseren. En dat lukt het ene jaar nu eenmaal beter dan het andere.

Ik ben blij dat ze de duiven hebben kunnen lossen. Al mijn duiven kwamen vanachter terug, maar beter zo dan voorgaande week. Ik won wel weer de 1e prijs in het rayon en top 10 NPO, maar daar is alles mee gezegd.

Met name de doffers hebben moeite om in orde te komen. Enkele heb ik inmiddels verwijderd en sommige hebben hun chip ingeleverd. Alles draait tenslotte om kwaliteit.

Vorig jaar zaten er acht echt goede duiven op het vlieghok, waarvan ik er zes op de kweek heb gezet. Bij ééntje twijfelde ik. Wilde ik een NPO-vlucht winnen dit jaar, dan moest dat met hem gebeuren. Tot nu toe heeft hij 2x de 1e gewonnen in groter verband. Zo won hij voor de vijfde keer top 10 NPO en met alle dubbelingen 10x de 1e prijs.

Zulke duiven behoren op de kweek, maar hij is nog maar van 2022. Zijn broer won vorig jaar de 1e en 2e NPO en is wel naar het kweekhok verhuisd, evenals superduivin Olympic Dragon. Drie echte supers van 2022, ik zou willen dat ik die elk jaar kon kweken.

Het weer moet veranderen. Ook de grote hokken – op Van de Merwe na – pakken hier en daar maar één duif op tijd. Enkele van mijn grootste concurrenten van afgelopen jaar krijgen hun duiven net als ik niet top.

Toch is het een kwestie van rustig blijven, je systeem volhouden en wachten tot de echte conditie komt. Ik denk dat daarvoor eerst de regen uit de lucht moet zijn.

Van de jaarlingen weet ik niets. Mijn beste waren altijd de jongen die van de 450 km vluchten vroeg vlogen. Vorig jaar zijn die helaas niet verder geweest dan 350 km. Misschien heb ik de verkeerde doorgehouden, wie zal het zeggen.

Gelukkig korven we vrijdag pas in. Die dag extra rust kunnen de duiven goed gebruiken, vooral de doffers. Ze hebben het zwaar gehad. Niet zozeer vanwege de afstand, maar de buien waarin ze het laatste stuk terechtkwamen.

Ze werden een uur te laat gelost, maar dat is niet anders. We moeten het ermee doen en aan ons de taak om alles terug op de rails te krijgen. Ook voor aankomend weekend ziet het er helaas nog niet al te best uit.

De jonge duiven werden vanochtend voor de zevende keer weggebracht, ditmaal 18 km. Ze stormden de mand uit en waren meteen uit zicht. Veel andere liefhebbers leunen nog achterover en gaan straks weer klagen dat ze geen tijd hebben gehad om op te leren.

We kunnen nog van alles krijgen, zoals warmte en adeno. Allerlei factoren waardoor je niet kan rijden met je duiven. Daarom begin ik zelf altijd vroeg. De jongen die half april werden gespeend, zijn vanaf het begin meegegaan. Die zitten dus ook al op 18 km.

Volgende week 30 km en die losplaats zien ze zeker nog tien keer, waarbij ze ook meermaals duif voor duif worden gelost. Op 6 juli is hier de eerste klokvlucht en dat is sneller dan je denkt. Ik ben er dan in ieder geval klaar voor.

Dennis Koolen uit Erp won de 9e NPO tegen 11.872 duiven van de halve rampvlucht in Oost-Brabant. Hij deed dat met een 50% Embregts-Theunis duif.

Vanavond komen de dopingcontroleurs weer op bezoek. Vorig jaar zijn ze hier zelfs twee keer geweest. Weggegooid geld, als je het mij vraagt. De bekende hokken in Nederland zullen hun goede naam namelijk niet te grabbel gooien aan doping. Beter was het om ook de onbekende hokken eens te controleren.