06 nov Het is vijf voor twaalf
Onze mooie sport holt snel achteruit en er is bovenin de organisatie niemand geïnteresseerd om daar wat aan te doen. Men is bezig met GPS-ringen waarmee ze de methode SNEL willen onderbouwen. Middels die methode gaan ze de duivensport nog sneller afbreken.
Wat kan men beter doen?
Ik zou zelf beginnen om de duivensport aantrekkelijk te houden voor de leden die we nog hebben en niet alles onnodig duur maken.
De massa inkorvers – ja, nu schop ik heel wat bekenden tegen de schenen – moeten ingeperkt worden. Voor de Belgische lezers: bij jullie gaat dat een nóg groter probleem worden.
Men mag uiteraard zoveel duiven houden en meegeven als ze willen, maar er komen er maar 30 in de uitslag bij de oude duiven (per categorie) en 60 bij de jonge duiven.
De massa inkorver kan zijn hok opsplitsen in twee of drie namen, dat houd je niet tegen. Ook kan men op een weekend 30 duiven op de vitesse/midfond en 30 op de dagfond inzetten, bijvoorbeeld. Doordat de rest als trainingsduif vliegt, kan men elke week 30 duiven uit de grote groep selecteren die in de uitslag komen.
De kleinere liefhebber moet het met amper 30 duiven doen, dus daar heeft de massa inkorver alsnog voordeel, maar we komen wel de grootste categorie in onze sport tegemoet en houden hen tevreden met een gevoel van eerlijkheid.
We moeten de afdelingen samenvoegen tot zes sectoren en alle vluchten boven de 300 km op de kortste afstand daar seminationaal vervliegen. Tenslotte alle kampioenschapspunten voor de nationale kampioenschappen uit die zes sectoren halen om eerlijk spel te verkrijgen.
Verder niet alleen op doping controleren in de mest, maar ook via een bloedstaal en altijd onaangekondigd (ook hier om anderen een eerlijk gevoel te geven). Daarnaast controles op fraude, er zijn systemen waarbij je onder de mand doorgaat en gelijk kan zien of alle duiven erin zitten. Boven de 300 km – de sectorvluchten dus – verplicht mandenlijsten eraan.
Begin juni de jonge duivenvluchten starten met invliegvluchten van 60 km op de kortste afstand en vanaf begin juli met stappen omhoog. Driemaal boven de 375 km op de kortste afstand tot minimaal half september (het mooie weer lijkt zich te verplaatsen tot half oktober).
Op de nalijn alleen oude duiven toelaten, we krijgen daarmee grotere deelnames bij de jonge duiven. Daarnaast zou elke sector vanaf de derde week van augustus tot de eerste week van september taartvluchten moeten organiseren voor de late of overnachtjongen. Zonder meetellende competitie, anders speelt men ook daar de vroege jonge duiven.
Er zal toch iemand met ideeën moeten komen om ons bestuur wakker te schudden, anders is er over 10 jaar geen duivensport meer. De massa inkorver moet dat begrijpen zonder aan zijn of haar eigen gewin te denken.