Onze mooie sport holt snel achteruit en er is bovenin de organisatie niemand geïnteresseerd om daar wat aan te doen. Men is bezig met GPS-ringen waarmee ze de methode SNEL willen onderbouwen. Middels die methode gaan ze de duivensport nog sneller afbreken.

Wat kan men beter doen?

Ik zou zelf beginnen om de duivensport aantrekkelijk te houden voor de leden die we nog hebben en niet alles onnodig duur maken.

De massa inkorvers – ja, nu schop ik heel wat bekenden tegen de schenen – moeten ingeperkt worden. Voor de Belgische lezers: bij jullie gaat dat een nóg groter probleem worden.

Men mag uiteraard zoveel duiven houden en meegeven als ze willen, maar er komen er maar 30 in de uitslag bij de oude duiven (per categorie) en 60 bij de jonge duiven.

De massa inkorver kan zijn hok opsplitsen in twee of drie namen, dat houd je niet tegen. Ook kan men op een weekend 30 duiven op de vitesse/midfond en 30 op de dagfond inzetten, bijvoorbeeld. Doordat de rest als trainingsduif vliegt, kan men elke week 30 duiven uit de grote groep selecteren die in de uitslag komen.

De kleinere liefhebber moet het met amper 30 duiven doen, dus daar heeft de massa inkorver alsnog voordeel, maar we komen wel de grootste categorie in onze sport tegemoet en houden hen tevreden met een gevoel van eerlijkheid.

We moeten de afdelingen samenvoegen tot zes sectoren en alle vluchten boven de 300 km op de kortste afstand daar seminationaal vervliegen. Tenslotte alle kampioenschapspunten voor de nationale kampioenschappen uit die zes sectoren halen om eerlijk spel te verkrijgen.

Verder niet alleen op doping controleren in de mest, maar ook via een bloedstaal en altijd onaangekondigd (ook hier om anderen een eerlijk gevoel te geven). Daarnaast controles op fraude, er zijn systemen waarbij je onder de mand doorgaat en gelijk kan zien of alle duiven erin zitten. Boven de 300 km – de sectorvluchten dus – verplicht mandenlijsten eraan.

Begin juni de jonge duivenvluchten starten met invliegvluchten van 60 km op de kortste afstand en vanaf begin juli met stappen omhoog. Driemaal boven de 375 km op de kortste afstand tot minimaal half september (het mooie weer lijkt zich te verplaatsen tot half oktober).

Op de nalijn alleen oude duiven toelaten, we krijgen daarmee grotere deelnames bij de jonge duiven. Daarnaast zou elke sector vanaf de derde week van augustus tot de eerste week van september taartvluchten moeten organiseren voor de late of overnachtjongen. Zonder meetellende competitie, anders speelt men ook daar de vroege jonge duiven.

Er zal toch iemand met ideeën moeten komen om ons bestuur wakker te schudden, anders is er over 10 jaar geen duivensport meer. De massa inkorver moet dat begrijpen zonder aan zijn of haar eigen gewin te denken.

Hier zijn in de loop der jaren best wat duiven weggegaan op bonnen of wat dan ook.

Ik herinner me 2002 toen een liefhebber uit Rayon 1 een duif mocht uitzoeken uit een nest. Hij nam de ene mee, terwijl ik hem de andere aanraadde. De beste man belde ruim een maand later op of hij alsnog die duif kon ruilen tegen de duif die ik hem adviseerde. Ik maakte daar geen probleem van.

Ik kwam hem daarna regelmatig tegen op prijsuitreikingen, maar over die duif werd nooit gesproken. De beste man werd zelfs nog nationaal hokkampioen op de midfond. Zo’n 10 jaar later ontving ik een e-mail: “Mijn beste kweker is dood”. Dat was dus die duif waar hij al die jaren nooit over gerept had.

Het is niet al goud wat blinkt. Een liefhebber in Oost-Brabant haalde hier destijds ook een duif. Deze was niet goed genoeg voor hem en werd op duivenmarktplaats verkocht. Een vriend van mij kocht hem en die duif is nu zijn beste kweker.

Een andere jeugdige liefhebber uit Rayon 1 haalde hier tien jongen. Drie daarvan werden verkocht of weggegeven, waarvan de nieuwe eigenaren mij vermeldden hoe goed ze daar wel niet mee waren.

Zelf behield hij twee van de tien duiven. Broer en zus waren toppers en wonnen meerdere 1e prijzen. De duivin kweekte ook super, totdat ze verspeeld werd. Op de stambomen staat mijn naam niet vermeld, terwijl ze toch echt hier gekweekt is met mijn ring om.

Zulke types zijn hier niet meer welkom voor duiven, evenals alle liefhebbers die hier met gratis duiven zijn vertrokken en ze vervolgens spoedig hebben verkocht.

Adam Thomas uit Wales haalde hier jaren terug verschillende duiven en had met bijna allen succes, dat kan je bij hem navragen.

Uiteindelijk kweek ik veel meer slechte dan goede duiven en niet iedereen heeft er de juiste partners voor of is duivenmelker genoeg om er iets mee te kunnen.

Ook kreeg ik enkele jaren terug bericht uit Dubai. De man had ergens een duif van mij gekocht en vroeg mij om de stamboom, hij zou uit mijn Super Rossi komen. De duif had een Belgische ring om. Ik ring nooit duiven met Belgische ringen, heb ik hem verteld. Dat is dus duivensport.

De totale verkopingen komen er weer aan. Redenen: rugklachten, weggekocht worden, blind worden, noem maar op. Toch lopen er het jaar erop meestal weer evenveel duiven als men verkocht heeft.

Ik las ergens dat bepaalde namen binnen no time terug staan nadat zij hun duiven hebben verkocht. Toch kan ik meer voormalige tophokken opnoemen die dat niet gelukt is. Met uitzondering van de hokken die ten tijde van hun ‘totale’ verkoop nog ergens 200 jongen uit hun beste duiven hadden gestald, natuurlijk.

Hoe mijn duiven bij anderen presteren vind ik zeker interessant, maar hoe ze op eigen hok presteren nog vele malen meer. Mijns inziens kan dat altijd beter, de jonge duiven vielen me namelijk wat tegen afgelopen seizoen. We vlogen dit jaar zes afdelingsvluchten bij de jonge duiven waarbij ik 5x in de top 10 begon. Op beide vluchten boven de 400 km begon ik met de 2e NPO.

Voor de eerste keer sinds jaren zijn er meer jonge duiven jaarling geworden die dit eigenlijk niet verdienen op basis van hun prestaties. Ik ben benieuwd wat dat brengt volgend jaar.

Bij de Beste Liefhebbers van het voormalige WHZB zien we elk jaar een verloop. Pakt men de top 5 van de afgelopen 4 jaar, dan keren alleen Eijerkamp en Embregts-Theunis elk jaar terug. In 2022 zou dat wel even veranderen, want er kwam een nieuwe opzet. Toch werd ik 2e en voor de zoveelste keer Gouden afdelingskampioen FZN, maar ik heb vast geluk gehad.

Maar nogmaals, een tevreden liefhebber zaagt aan zijn eigen stoelpoten. Ik ben nooit tevreden en zie altijd verbeterpunten.

‘Nieuwe’ hokken

Dit najaar heeft een goede gepensioneerde vriend alle kweekhokken tot de grond toe afgebroken en verkleind teruggebouwd. Ze zijn van alle gemakken voorzien en zijn beter beveiligd tegen mens en ongedierte.

Het vlieghok van de oude duiven is ook tot de grond toe afgebroken. Onder de hokken is een betonnen plaat gelegd, om de ratten te weren die in de wintermaanden gewoon door de bodem heen vraten.

Ratten zijn net zoals wezels en zelfs egels duiveneters. Ratten eten duiven tot aan het bot op, laat staan de ziektes die ze verspreiden. Maar goed, van onze milieuvrienden mag er geen gif gebruikt worden, totdat we straks het sprookje De rattenvanger van Hamelen herbeleven.

Alle materialen van de kweek- en vlieghokken zijn spijkervrij gemaakt en gereinigd met de hogedrukreiniger, daarna is alles opnieuw teruggebouwd. Er is haast geen nieuwe plank gebruikt bij de wederopbouw. Door de verkleining van 4,5 meter bleef er juist veel over.

Het dak is 40 cm verlaagd bij de oude duiven, de nok uit het midden gelegd. Verder hetzelfde als voorheen wat verluchting betreft. De rotte planken aan de voorzijde zijn vervangen voor nieuwe Douglas planken die gewoon vergrijzen zonder dat ze geverfd worden. Ben ik niet bang voor de prestaties op dat veranderde hok? Nee, een goede duif zal het goed doen en een slechte niet.

Langzaamaan beginnen de voorbereidingen op het kweekseizoen. Begin december worden ze gekoppeld, ietsje later dan normaal dus. Een week eerder of later maakt weinig uit en ik wil niet weer op 1 januari mensen hoeven lastigvallen voor ringen.

Wanneer je eenmaal begint met kweken, dan loopt alles zo weer vol. Na eind maart speen ik niets meer.

De kweekduiven zijn gevaccineerd, de voedsters nog niet. Ik geef ze vanaf half november 12 uur licht totdat het buiten ook 12 uur licht is. Langer is niet nodig, want dan gaan de jongen hun eerste pen al in de broedschotel gooien. De ledlampen staan hier wel de hele dag aan. De duiven hebben dan 14 dagen de tijd om een bak te kiezen en dat is tot nu toe altijd goed gegaan.

Dit jaar nieuwe kweekplannen!

Het is dit jaar de bedoeling om de 10 beste doffers op een kweekbox te zetten met daarnaast 10 vaste koppels, bestaande uit nieuwe aanwas en wat oudere kweekduiven. In totaal 20 kweekdoffers, 30 kweekduivinnen en 20 voedsterkoppels (die na het kweekseizoen vertrekken).

Half december leg ik de eitjes onder het eerste deel van de voedsters, zodat ik tegen de jaarwisseling voor de tweede keer kan verleggen onder het tweede deel van de voedsters. Vervolgens worden de koppels tegen 10 andere duivinnen gezet, zodat ik half januari de 10 kweekkoppels onder vlieghok #1 kan leggen en de 10 vaste koppels – die hun jongen de eerste keer zelf grootbrengen – onder vlieghok #2.

Daarna worden die gekoppeld op de 10 duivinnen die eerder op de 10 kweekbox doffers zaten. Die brengen dan hun derde leg zelf groot met een nieuwe partner. Zo gaat die cirkel dan rond.

De 10 duivinnen die op de 10 vaste doffers zaten, kunnen ook nog een keer op de 10 kweekboxen en brengen dan hun jongen groot. Dat zijn tevens de laatste. Ik hoop eind maart van de 10 kweekdoffers 10 jongen te hebben met 3 duivinnen en van de 10 vaste koppels 6 jongen met 2 partners. Tussen de 120 en 140 jongen (hier gaat ook wel eens wat mis) moet voldoende zijn. Meer wil ik er niet.

Bij de jonge duiven ga ik tegenwoordig uit van de 50% regel: 140 stuks kweken = na vlucht #3 nog met 70 stuks spelen. Aan ruimte geen gebrek, ze zitten hier beslist niet overbevolkt.

Ik heb bewust gekozen om selectiever te kweken en minder kweekduiven te houden. Daarom weer voedsters zoals vroeger, een kweekseizoen is immers kort. De voedsters brengen twee rondes groot en worden vervolgens verwijderd. Volgend jaar blijven er weer andere ex-vliegduiven en kweekduiven over om nieuwe voedsterkoppels van te vormen.

Dit jaar zitten er nog 30 vliegkoppels, maar dat wil ik reduceren naar 24. Het kost allemaal genoeg tijd en moeite en ik ben van plan de aandacht alleen nog maar aan goede duiven te schenken. Wil je series maken, dan moet je veel duiven meegeven, maar kopvliegen kan ook met enkele duiven. Althans, zo heb ik het altijd bekeken.

Wat de kweek betreft gaat Jan Timmermans dezelfde plannen uitvoeren. Dit betekent 10 kweekdoffers op de daar aanwezige boxen en 10 vaste doffers met 30 duivinnen, de rest als voedster. We ruilen nog wel een leg uit van zijn en mijn kweekboxen, de duiven zijn immers dezelfde.

Bodembedekking

Zoals eerder vermeld kunnen wij niet meer aan gedroogde lavakorrels komen. De huidige gasprijzen hebben dit onmogelijk gemaakt. Wat nu? Ik denk dat ik één keer per week de hokken schrap en dan een laagje schelpenzand over de vloer verspreidt. Of beukensnippers… Maar ik denk het eerste.

Je zou haast weer de duiven gaan oplaten met dit weer, in het vliegseizoen treffen we het vaak slechter. Jan kwam gisteren op bezoek vanuit Friesland. We hebben nog op het terras gezeten in de zon en dat op 29 oktober.

Er zijn 18 duiven mee terug naar Friesland gegaan, waaronder enkele bewezen kweekduiven die verschillende 1e prijswinnaars hebben gegeven en zelf ook 1e prijzen hebben gewonnen. Er zijn ook twee zoons uit Super Rossi naar Jan gegaan.

De laatste twee geboren jongen van 2022 uit Young Witbuik zijn terug in Hoeven. Deze oude rakker van 2008 is op en gaf dit jaar nog maar twee jongen. Hij heeft zijn best gedaan en we hebben beide goede zomerjongen van 2020 en 2021 die reeds mooie kweekresultaten hebben laten zien.

New Witbuik is het laatste jong dat gevlogen heeft en sloot seizoen 2021 in stijl af door 3e nationaal Asduif te worden in de Fondspiegel. Het allereerste jong van New Witbuik is Witbuiks Queen en die won dit jaar gelijk de 1e Orléans 1.681 d. en de 2e NPO Orléans 4.532 d.

De oude Witbuik was van 1997 en won meerdere 1e prijzen tegen gemiddeld 3.000 d. Hij was ook meermaals bij de eerste Asduiven. Als kweker bracht hij de ene na de andere topper op de wereld, zoals Queen Le Mans (3e nationaal Le Mans). Zij heeft haar jaren gesleten op de kweekhokken van Revermann. Maar ook Super Girl (2e provinciaal Asduif en grootmoeder van Cannonball Boy (1e nationaal Orléans 60.000 d.)).

Young Witbuik is het laatste jong van de oude Witbuik en is meteen naar de kweek gegaan. Daar werd hij vader van meerdere top 10 NPO-winnaars, waaronder Witbuiks Blue (1e NPO La Souterraine) en Miss Goldnugget (6e NPO Orléans en 5e provinciaal Asduif).

Miss Goldnugget werd vervolgens moeder van top 10 NPO-winnaars Super Rossi, Rossi Star, Valentino en Space Girl. Ook werd ze grootmoeder van meervoudig top 10 NPO-winnaars Fast Rocket en Dragon Girl. Kortom, zij heeft in haar korte carrière vele toppers voortgebracht. Helaas heeft ze slechts 2 jaar geleefd.

Zo borduren we dus voort op de nazaten van de oude Witbuik van 1997. Met recht een top vererver die 25 jaar later nog altijd bepalend is op alle afstanden en omstandigheden. Hier draait al 25 jaar alles om de oude Witbuik en Dragon Rocket.

Natuurlijk wordt er zo nu en dan een duif ingebracht, maar een stam vervuilen met van alles en nog wat doe ik niet. Hier geen allegaartje, daar win je de oorlog niet mee. Ik test elk jaar enkele inbrengduiven, maar die vertrekken snel weer als ze niet passen bij mijn ideeën over een allround duif.