Het lijkt nog ver weg, maar we belanden zo weer in 2019. We moeten de teugels dus niet te lang laten vieren. Ook het nieuwe vliegprogramma zal de komende dagen vorm krijgen.

Vroeger en nu

Soms vraag ik me wel eens af of we nog wel dezelfde duiven hebben als pakweg 30 jaar terug. De jonge duiven van nu schijnen niets meer aan te kunnen.

We hadden 30 jaar geleden hetzelfde vliegprogramma met de jongen als de Belgen nu hebben. We begonnen begin juni en eindigden eind september, speelden 2x boven de 400 km en 3x boven de 500 km.

“Nu hebben we meer virussen”, merkte een Engelsman eergisteren op. In het begin van de jaren ’90 hadden we ook last van Adeno met enorme sterfte van oud en jong als gevolg. Tevens hadden we last van het vliesje, wat tegenwoordig one eye cold geworden is. En wat te denken van paratyfus, hele hokken werden toen opgeruimd.

Het enige wat in mijn ogen veranderd is, is dat we onze duiven steeds meer zijn gaan pamperen omdat we ons dingen wijs hebben laten maken door mensen die geen verstand van zaken hebben, zoals de WOWD. Met kreten als: “Als we niet luisteren, is er binnen enkele jaren geen duivensport meer”. Dit soort loze dreigementen worden nog steeds gebruikt om iets erdoor te krijgen.

Vroeger werd er veel harder geselecteerd en maar de helft van het aantal duiven gekweekt als nu. We kenden hier een stevig poulesysteem, dus twijfelaars hield men niet zomaar door. Is zo dan de kwetsbaarheid van onze jonge duiven ontstaan, na jaren gekweekt te hebben uit duiven die we 30 jaar geleden naar de poelier brachten?

Enkele feiten op een rij

De Belgen kennen nog steeds hetzelfde vliegprogramma als wij 30 jaar terug, maar hebben wereldwijd meer aanzien omdat wij Nederlanders in een bananencompetitie spelen volgens buitenlanders.

Vroeger werd er meer gepould en dus minder duiven doorgehouden en was de kwaliteit beter. Er waren toen ook rampvluchten, maar we konden het niet uitdragen zoals nu met een opleervlucht al gebeurt via Facebook. Social media speelt een grote rol bij de negatieve sfeer rondom de duivensport, omdat iedereen daar zijn gal spuwt.

Doordat er gepould werd, waren de belangen voor iedereen groot. Nu zijn de kampioenschappen slechts voor 10% van de liefhebbers weggelegd. Toen er nog auto’s, fietsen, klokken, huishoudapparaten en horloges gewonnen konden worden, keek iedereen uit naar bepaalde vluchten.

Een Provinciale winnaar kwam uitgebreid in drie verschillende kranten met twee bladen tekst en foto’s.

Conclusie

We moeten de huidige leden zien te behouden en hen op alle disciplines de gelegenheid geven mooi te kunnen concoursen. Daarbij moeten we eigenbelang loslaten, dus geen overnachtspeler laten beslissen over een Vitesse vlucht of andersom.

Ook moeten we via sponsoren proberen enkele mooie vluchten te voorzien van prijzen, desnoods maken we de vracht 5 cent duurder.

En het allerbelangrijkste: er moet een inkorfbeperking komen in 2019. Het is niet meer van deze tijd om Barcelona tegen de lokale voetbalvereniging te laten spelen of 11 spelers te laten voetballen tegen 1.

Bij de inkorfbeperking moeten we de overige duiven als trainingsduiven zetten en deze een kwartier later lossen, om zo de trek alsnog bij de tophokken weg te nemen. Als dit organisatorisch niet haalbaar is, kan men zondagsvluchten voor trainingsduiven organiseren, dan is de overnachtspeler ook blij.

Kortom, werk aan de winkel voor 2019!

Gisteren de laatste vlucht met een oostelijke ligging en een harde ZW wind erachter, op voorhand kansloos dus. En inderdaad, de eerste zeven duiven kwamen vanachter met zowat alle getekende erbij. Ze maakten er nog een feestje van door minutenlang te blijven vliegen.

Ik heb het al eens vaker gezegd: ik heb er niets mee, die ZW wind erachter. Dat is een goede wind om te winnen op de achtergrond.

Wat ben ik blij dat ik een jaar of vier geleden besloten heb om ook in Friesland te gaan spelen. Daar staat het hok op de achtergrond en werd gisteren het seizoen afgesloten met 3,4,5,6 en 7 tegen 9.474d.

Dezelfde duif als vorige week voorop, ofwel uit Fast Dragon x Space Angel (die nu na een lange vliegcarrière naar de kweek zullen gaan), gevolgd door een reeks kleinkinderen van Super Rossi.

De 05 en 06

Maarten Huijsmans pakte alweer de 1e in het Rayon met één van de gouden tweeling 05 en 06, die hij hier haalde. Ditmaal was het de 06, die vorige week 2e in het Rayon werd. Zijn zus, de 05, won toen de 1e.

Beide komen uit New Missile, een topkweker en directe zoon van Super Rossi (ook mijn twee beste weduwnaars komen hieruit). Noot: ik had vier duiven voor Maarten en begin hier in het Rayon pas met prijs 20. Hoezo bepaalt de wind de prijzen?

Zo heb ik ook mijn twijfels bij sommige spelers in Afdeling 8 Gelders Overijsselse Unie die gewoon alle weken de eerste winnen in hun afdeling met onverduisterde jongen, zoals ze in een recente reportage vermeldden. Hebben die dan superduiven?

Alleen de referenties van afgelopen weekend:

  • In Brabant 2000 1e en 2e in de afdeling bij Maarten Huijsmans, beide hier gehaald.
  • In Afdeling 10 Noord-Oost Nederland bij Adri van der Linden de 1e, moeder hier gehaald.
  • In Oost-Brabant 1e Laon Auke van der Deen, moeder hier gehaald.
  • Bij Richard van de Haterd uit Oss de 8e in de sectie van Orléans tegen 10.583d uit een Embregts-Theunis duif, hier gehaald.
  • Bij Jan Timmermans 1e bij de grootmeesters op de nalijn, en natuurlijk 4x teletekst met 100% Embregts-Theunis.

 

Hmm, het zal wel toeval zijn.

Zoals ik al eerder aangaf, ben ik geen voorstander van het nieuwe vliegprogramma. De eerste zes vluchten niet verder dan 140 km is vragen om problemen. Hoe die dan ontstaan?

Invloed van de wind

Kijk, geen enkel oostelijk gelegen hok zal het met mij eens zijn – we praten immers allemaal uit eigen belang – maar het is de eerste zes vluchten vaak WZW en meerdere afdelingen staan aan de grens, dan zitten we dus met een probleem.

De verste afdelingen gaan er eerst uit en de anderen zijn pas tegen of in de middag aan de beurt. Met een dan aangewakkerde ZW wind is het vragen om een massa jonge duiven te verspelen, of het nu de eerste of zesde vlucht is.

Ik kom regelmatig in België. Zij beginnen eind mei vanaf 110 km en in de eerste weken verspelen ze een karrenvracht duiven. Daarbij doet een duif geen ervaring op van 140 km, je kan dat al jaren zien aan de mensen die hun duiven alleen op de nalijn spelen. Zij verspelen vaak de meeste jaarlingen.

Losplaatsen

Ook losplaatsen vinden zal een probleem worden. Je kunt immers niet zes weken achtereen vanaf dezelfde losplaats vliegen die bijvoorbeeld een oostelijke of westelijke ligging heeft. Op deze manier  schakel je de helft van de leden op voorhand al uit.

Daarbij zijn de losplaatsen in België niet dik gezaaid als heel Nederland daar op een kluitje wilt gaan lossen. Vandaar dat ik erg benieuwd ben.

Te eenvoudige vluchten

Dit jaar was een van mijn minste jaren met de jonge duiven van de afgelopen 10 jaar. Deels eigen schuld (teveel uit bijgehaalde duiven gekweekt), maar ook door de eenvoudige vluchten. Eigenlijk was alleen Gien een zware, selectieve vlucht. Dit zeg ik niet omdat ik dan toevallig 1e, 5e en 6e NPO speel. Alle westelijk gelegen hokken zullen dit beamen.

Wat wel weer raar is, is dat ik met de jonge duiven over alle vluchten provinciaal 2e aangewezen en 4e onaangewezen hok word. Het is nou niet bepaald dat ik met maar tien duiven speel en dus zo mijn punten heb. Het zegt denk ik meer over de andere hokken, die ook geen best jaar achter de rug hebben.

Nieuwe selectienorm

Dit wordt een jaar waarin ik mijn selectienorm niet van de prestaties bij de jonge duiven laat afhangen, maar ga selecteren op vertrouwen in bepaalde duiven. Zo zal de 3e Asduif midfond jong in het samenspel er gewoon uitgeselecteerd worden.

De secties

Mochten de secties toch doorgang vinden (de sectorale vluchten zijn immers wel een zegen voor de duivensport met meer verdeelde duiven), dan hoop ik dat er strenge regels komen en niet dat afdelingen zelf mogen bepalen of ze wel of niet meedoen als de wind een bepaalde kant op staat.

Ook hierin zal het niet makkelijk zijn om de vaak stramme bestuursleden van de afdelingen te overtuigen en alles in de juiste richting te krijgen.

Een definitief programma moeten ze ook niet te snel bekendmaken bij de leden. Wat hebben we immers aan een vliegprogramma zoals dit jaar met de jonge duiven, waarbij iedere vlucht anders verlopen is dan op het programma stond.