Ik ben benieuwd

Zoals ik al eerder aangaf, ben ik geen voorstander van het nieuwe vliegprogramma. De eerste zes vluchten niet verder dan 140 km is vragen om problemen. Hoe die dan ontstaan?

Invloed van de wind

Kijk, geen enkel oostelijk gelegen hok zal het met mij eens zijn – we praten immers allemaal uit eigen belang – maar het is de eerste zes vluchten vaak WZW en meerdere afdelingen staan aan de grens, dan zitten we dus met een probleem.

De verste afdelingen gaan er eerst uit en de anderen zijn pas tegen of in de middag aan de beurt. Met een dan aangewakkerde ZW wind is het vragen om een massa jonge duiven te verspelen, of het nu de eerste of zesde vlucht is.

Ik kom regelmatig in België. Zij beginnen eind mei vanaf 110 km en in de eerste weken verspelen ze een karrenvracht duiven. Daarbij doet een duif geen ervaring op van 140 km, je kan dat al jaren zien aan de mensen die hun duiven alleen op de nalijn spelen. Zij verspelen vaak de meeste jaarlingen.

Losplaatsen

Ook losplaatsen vinden zal een probleem worden. Je kunt immers niet zes weken achtereen vanaf dezelfde losplaats vliegen die bijvoorbeeld een oostelijke of westelijke ligging heeft. Op deze manier  schakel je de helft van de leden op voorhand al uit.

Daarbij zijn de losplaatsen in België niet dik gezaaid als heel Nederland daar op een kluitje wilt gaan lossen. Vandaar dat ik erg benieuwd ben.

Te eenvoudige vluchten

Dit jaar was een van mijn minste jaren met de jonge duiven van de afgelopen 10 jaar. Deels eigen schuld (teveel uit bijgehaalde duiven gekweekt), maar ook door de eenvoudige vluchten. Eigenlijk was alleen Gien een zware, selectieve vlucht. Dit zeg ik niet omdat ik dan toevallig 1e, 5e en 6e NPO speel. Alle westelijk gelegen hokken zullen dit beamen.

Wat wel weer raar is, is dat ik met de jonge duiven over alle vluchten provinciaal 2e aangewezen en 4e onaangewezen hok word. Het is nou niet bepaald dat ik met maar tien duiven speel en dus zo mijn punten heb. Het zegt denk ik meer over de andere hokken, die ook geen best jaar achter de rug hebben.

Nieuwe selectienorm

Dit wordt een jaar waarin ik mijn selectienorm niet van de prestaties bij de jonge duiven laat afhangen, maar ga selecteren op vertrouwen in bepaalde duiven. Zo zal de 3e Asduif midfond jong in het samenspel er gewoon uitgeselecteerd worden.

De secties

Mochten de secties toch doorgang vinden (de sectorale vluchten zijn immers wel een zegen voor de duivensport met meer verdeelde duiven), dan hoop ik dat er strenge regels komen en niet dat afdelingen zelf mogen bepalen of ze wel of niet meedoen als de wind een bepaalde kant op staat.

Ook hierin zal het niet makkelijk zijn om de vaak stramme bestuursleden van de afdelingen te overtuigen en alles in de juiste richting te krijgen.

Een definitief programma moeten ze ook niet te snel bekendmaken bij de leden. Wat hebben we immers aan een vliegprogramma zoals dit jaar met de jonge duiven, waarbij iedere vlucht anders verlopen is dan op het programma stond.