Geplaatst op 16:27h
in
Blog
Woensdag loste ik mijn jonge duiven in Zandvliet (30 km, westelijke losplaats) met een ZO wind. Vragen om problemen, en die kwamen er. Twee uur na het lossen arriveerde de 1e van de 130 en ze kwamen allemaal alleen aangevlogen. Er zijn er nog een stuk of tien weg, maar het was wel een goede leerschool voor ze.
Jonge duiven moeten het een paar keer taai gehad hebben, ze zullen dit namelijk vast nog wel enkele keren mee gaan maken op de wedvluchten. En ja, dan moeten ze daar ook doorheen.
Gekuurd zijn ze nog niet. Een luchtweg- of koppenkuur voor het opleren zou niet slecht zijn, maar dat past niet bij mijn principes. Ik wil taaie rakkers en geen kasplantjes. Laat eerst het kaf maar van het koren scheiden.
Op een ploeg van 130 jonge duiven moet ik blij zijn dat er over enkele jaren nog 15 aanwezig zijn, zo simpel is dat nu eenmaal. Voor de rest is het een grote afvalronde. Ik had er drie met een dubbele knijpring die ik heb teruggehaald, maar die zijn inmiddels weer weg. Sommige verkondigen: “dat zijn de beste”, nou bij mij dus niet.
Sens
Met de oude duiven staan we dit weekend in Sens. Echt vlotten wil het weer nog niet. De duiven komen maar moeilijk in vorm, ondanks dat heb ik toch al meerdere keren de 1e gewonnen en tweemaal teletekst van twee verschillende vluchten. Echt mopperen kan ik dus niet, ook omdat ik vorig jaar een mand met toppers van het vlieghok gehaald heb.
Maar goed, het vliegseizoen is pas zeven weken bezig, dus er kan nog van alles gebeuren. We gaan het zien.