31 okt Het blijft stil
Dit jaar wisten we een week voor aanvang van het vliegseizoen nog niet definitief waar we heen gingen. Ik ben benieuwd of dit volgend jaar sneller gaat. Ik ben wel iemand die van tevoren graag een planning maakt, zoals wanneer te koppelen en hoe te spelen.
De doelen voor 2020 zijn hetzelfde: genieten van de duivenjaren die ons resten en goed proberen te spelen op alle vluchten met uitzondering van de middaglossingen. Dit kan alleen met allround kwaliteitsduiven die zich kunnen weren tegen specialisten op bepaalde disciplines. Natuurlijk is specialiseren het beste, maar wanneer ik meedoe, ga ik voor het beste resultaat.
Hier wordt van tevoren niet bepaald welke duiven op de vitesse, midfond of dagfond gaan. In principe laat ik me daar pas in het seizoen door leiden. De duiven die ik doorhoud moeten van 125 tot 700 km op kop kunnen vliegen. Dit verwacht ik ook van nieuwe aanwas, al komen ze bijvoorbeeld van een vitesse speler.
Er is vanwege mijn rugklachten stevig gekapt in het duivenbestand en de bedoeling is om met 40 stuks alle oude duivenvluchten te spelen. Ik weet nu al dat daarvan minimaal de helft uitgeselecteerd zal worden.
Ik ben nooit bang geweest voor megahokken, het draait immers om kwaliteit. Het is wel belangrijk om series te draaien en dat gaat niet met slechts een paar duiven mee. Naam maken in het buitenland kan alleen door op te vallen en dat doe je met series. Niet één buitenlander ziet hoeveel duiven je inzet. Kopduiven draait om kwaliteit en niet alleen om massa.
ZLU
Aankomend seizoen wil ik ook Agen ZLU spelen met zo’n 16 jaarlingen. Zij komen voort uit Olympiade en teletekstduiven, dus aan de kwaliteit ligt het niet. De tijd zal leren of ze het in zich hebben. Als er één goede tussen zit, ben ik al tevreden.
Ik ben gestart met 35 jongen die eind mei zijn gespeend. Enkele heb ik verwijderd omdat ze zich niet gezond konden houden. Hier worden ze – en vooral die duiven – natuurlijk begeleid, dus op de entingen na niet één medicijn. Ze gaan dagelijks los, ook bij slecht weer. Ze slapen zo goed als buiten, omdat de voorzijde van hun hok volledig uit gaas bestaat.
Ze zijn niet opgeleerd, maar gelijk op 85 km gezet. Enkele dagen later op 145 km, toen 219 en daarna 300 km. Van die 35 zijn er nog 20 over. Het kaf is dus duidelijk van het koren gescheiden en de duiven die me niet aanstonden, zijn allemaal achtergebleven.
Nu verwacht ik er in de aanloop naar Agen nog vier te verspelen, dus ik hoop er 16 mee te kunnen geven. Ik verwacht duiven die in de top 100 kunnen vliegen, dus zullen er veel afvallen. Vandaar dat ik dus vermeldde dat ik met één goede duif al tevreden ben.
Ik ben zeker niet van plan om voorgoed ZLU te gaan spelen, maar meer om enkele vluchten per jaar mee te doen. Zoals ik al zei wil ik dat wel goed doen, anders zal het ook snel weer ophouden.