Geplaatst op 14:17h
in
Blog
Bovenstaande kop duidt ditmaal niet op de spanning voor een wedstrijd, maar die van een duivenlijf. Deze week ontving ik verontrustende mails van liefhebbers die op controle zijn geweest met hun duiven. Ze waren kerngezond merkte de dierenarts op, maar ze misten ‘spierspanning’.
Zelf lach ik met zulke praat, maar een onwetende liefhebber schrikt daarvan. Ik heb de desbetreffende mensen die mailden gerustgesteld en gezegd dat ze zich geen zorgen hoeven te maken, omdat er simpelweg niets aan de hand is.
Ik heb genoeg slechte nachten gekend net voor de vlucht. Ik had de duiven zo rond als een ballon ingemand en wist zeker dat ik de boel aan flarden zou spelen. Het kon dus niet snel genoeg ochtend worden. Wat zat ik er echter vaak naast en werd het een teleurstelling.
Andersom heb ik ook vaak wakker gelegen omdat ik de duiven slap had ingemand en bang was om op mijn donder te krijgen. Dat bleek achteraf niet nodig omdat ik het concours oprolde, ondanks dat ze slap aanvoelden.
Zo ging ik jaren terug met mijn duiven bij de dierenarts op controle. Ze waren gezond, maar zagen er niet uit volgens hem. Het zou niet verstandig zijn dat weekend dagfond te spelen. Je raadt het al, ik won dat weekend 3x teletekst van een zware dagfondvlucht. Duiven die in een verwarmd hok worden gehouden zien er altijd beter uit dan duiven uit een koud hok. Althans, in het voorjaar met het koudere weer.
Kortom, als ze gezond zijn en ze komen nog niet zoals je wilt, heb geduld. Het komt vanzelf. Laat je niet te snel iets wijsmaken. De uitslagen bepalen vaak wel of er wat scheelt of niet. Daarbij rekening houdend dat niet alle duiven de 1e prijs kunnen winnen. Zo zijn verenigingswinnaars nog niet altijd Rayon- of afdelingswinnaars. Dat is maar voor een kleine, specifieke groep duiven weggelegd.
Voorbereidingen
Iedereen is op zijn eigen manier met de voorbereiding op het nieuwe seizoen bezig. Hier gebeurt dat al jaren door middel van totaal weduwschap, alles gaat mee op de vluchten. Starten doe ik de eerste prijsvlucht. Na enkele vluchten sta ik vaak net zo ver als degene die ze al drie oefenvluchten heeft gegeven.
Ze zijn wel al enkele keren weggeweest, waarbij de duivinnen eerst gelost werden en de doffers 10 minuten later. De duivinnen stormen binnen omdat ze de gehele week niet in het dofferhok mogen en de doffers omdat de duivinnen al thuis zijn. Of het wat uitmaakt, weet ik niet. Elk jaar verspeel of selecteer ik wel duiven uit tijdens het seizoen, enkele duiven zitten dan gewoon zonder partner.
De partner van Miss Witbuik was na de derde vlucht weg, ze kwam nadien dus elke week thuis zonder dat haar partner er was. Het belette haar niet om de 1e NPO La Souterraine te winnen en 11e nationaal Asduif dagfond te worden.
Mijn Olympiade duivin had destijds een beroerde partner die uren na haar thuiskwam. Zij was het hele seizoen bij mijn eerste twee à drie duiven thuis en bleef dat gewoon doen. Dus ja, motivatie… Ik denk dat het gewoon goede duiven moeten zijn. Ze kunnen het of ze kunnen het niet, meer kan ik er niet van maken.
Ik heb het wel eens eerder aangehaald; mocht je ooit een echte topper op je hok hebben, dan zal je veel van zo’n duif leren. Die duif zal er altijd zijn, partner aanwezig of niet. En hij eet, drinkt en woont gewoon op hetzelfde hok als zijn hokgenoten die er niet zijn.