Geplaatst op 09:36h
in
Blog
Zoals gezegd vielen de verliezen hier gelukkig mee. Ik moet wel bekennen dat ze zeker 25x op pad zijn geweest en zuiver werden gezet van alle ongemakken, zoals luis en tricho. Daarnaast werden ze goed opgevoerd met NPO-mix in de middag van inkorven. Tenslotte de factor geluk. Deze keer viel het mee, de volgende keer misschien tegen.
Ik doe zelden mee aan africhtingen, maar dat wil niet zeggen dat men mij moet nadoen. Meer grote mand betekent immers meer ervaring. Je moet ze bij thuiskomst van de eerste vluchten wel enkele dagen iets tegen adeno geven, aangezien het stressniveau dan hoog is.
Met dit warme weer mogen elektrolyten ook niet ontbreken. Ik geef die zelf in de vorm van Belgasol, enkele keren per week. Vroeger gaf ik druivensuiker op de dag van inkorven en bij thuiskomst, een volle soeplepel op 1l water. Duiven hebben suikers nodig voor hun herstel, vandaar dus druivensuiker vroeger en tegenwoordig Belgasol.
De liefhebber die super speelt en zogezegd niets doet aan ontsmetting, kan je beter niet al te serieus nemen. Meestal zijn dit commerciële melkers.
One eye cold
In Zeeland zit best wat one eye cold nu. De duiven zullen daar niet minder om vliegen. Zelf benut ik dan een rookbom of dompel ik ze onder in zout en azijn (van elk twee volle eetlepels op een halve emmer lauw water). Wanneer ze one eye cold krijgen, lijkt de topconditie niet ver weg. Wanneer ze er vanaf zijn, volgt die vaak.
Ervaring
Verliezen kent iedereen op de eerste vluchten, het zijn nu eenmaal niet allemaal goede. Daarnaast verongelukken er nogal wat duiven of vallen ze ten prooi aan de vele roofdieren onderweg.
We moeten verder met de duiven die er nog zijn. Uiteindelijk krijg je vanzelf een sterker ras doordat je met de overlevenden verdergaat. Speel ze daarom zoveel mogelijk, want de ervaring die ze als jong opdoen vergeten ze nooit meer. Hoe vaak zagen we niet dat een duif de ene week uren te laat arriveerde en de week erop supervroeg vloog.
Zo heeft de nalijn voor mij geen enkele waarde. Ik wil dat mijn duiven ervaring opdoen op de vluchten waar het om gaat. Vroeger hadden we dat ook. Een liefhebber vloog in de nalijn alles plat met zijn jongen en ik deed dat op het jonge duivenspel.
Hij daagde me uit om hem te verslaan op de nalijn. Er waren tussenvluchten tussen de NPO-vluchten, dus ging ik eens all-in op de nalijn. Er stond een kopwind die dag en haast al mijn jongen waren thuis voordat hij zijn eerste duif pakte. Ervaring noem ik dat.
De nalijn is ook niet te vergelijken met het reguliere jonge duivenspel. Je moet de concurrentie niet willen ontlopen, daar worden je duiven namelijk niet sterker van.
Marokko
Ik ontving gisteren nog een bericht van een liefhebber uit Marokko. Ik ben daar enkele keren op bezoek geweest en hun competitie is niet mals. Vaak kopwind en een hoge luchtvochtigheid. Deze man haalde hier een duivin waarmee ik als jong gevlogen had en kweekte daar een fenomeen uit. Die werd:
- 1e tegen 1.600 duiven 277 km;
- 1e tegen 2.190 duiven 283 km;
- 1e tegen 19.371 duiven 277 km;
- 5e tegen 3.400 duiven 157 km;
- 6e tegen 24.547 duiven 283 km.
Kweekwaarde
De duiven die hier na het seizoen overschieten, plaats ik niet allemaal zelf. Ze komen natuurlijk wel uit dezelfde duiven die ik wél heb geplaatst. Veel mensen hebben daar dan ook al diverse toppers uit gekweekt, waaronder diverse NPO-winnaars.
Een mindere vliegduif kan soms vele malen beter kweken dan een top vliegduif. Wat me verder is opgevallen is dat ik uit topduiven zelden het eerste jaar goede jongen kweek en dat sommige pas in de tweede generatie goede kweken. De eerste voldeed dan totaal niet.